Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1922
(1922)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 438]
| |
Kleine verscheidenheden.I.
| |
[pagina 439]
| |
ten expireren van zynen pacht, alzoo oudt wederomme overleveren moet...’ (Akte van 20 September 1578.)
Men zei b.v. ook De schoten vanden houte... houdt (oud) ghelevert zeven jaeren:
Id., Fonds id., Charters, oud nr 7546, voorloopig blauw nr 3123: ‘Wel ende deuchdelic verpacht thebbene P..., een partie van lande groot..., danof hem de schoten vanden houte houdt ghelevert zijn zeven jaeren, ende tgars twee jaeren, die hy pachtere (bij het einde van zijn pacht) ooc zoo leveren moet...’ (Akte van 1n Februari 1572.)
Wat in het Fr. Tailles de sept ans heette:
Faider, Cout. de Hainaut, III, 295: ‘Decret fixant des amendes pour chevaux et bêtes à cornes, trouvées dans les taillis des bois endessous de sept ans... Que bestes chevalines ou à cornes qui ont droit de paistre, estant trouvées es tailles endessous de sept ans, chacune d'icelles sera en l'amende de dix pattars...’ (26 Juli 1622.)
Was van houte komt voor als algemeene benaming en staat in verband met het Fr. Bois taillis, of Bois crù sur souches et par rejetons, que l'on taille, que l'on coupe de temps en temps (Littré):
Staatsarchief en Fonds u.s., Charters, oud nr 7546, voorloopig blauw nr 3123: ‘Item, desen pachtere es ghehouden zijn landt te latene, ten expireren van desen pacht, in zulcker note ende in zulcker was van houte als voorseyt es...’ (Akte van 1n Februari 1572.)
Land blooten vanden houte was het afkappen van schalmhout, zooals hierboven. Met de daarbij gaande bepaling Hauwen, wees het op Fr. Taille. Voordat de schoten b.v. vier jaar oud waren, mocht men op aldus ‘ghebloodt’ land geene beesten weiden:
Id. en Fonds Id., Charters, oud nr 7546, voorloopig blauw nr 3123 zooals boven: ‘Item, en zal hy pachter gheen beesten laten gaen up de landen die hy ghehauwen ende ghebloodt zal hebben vanden houte, voor dat de schoten vier gheheele jaeren houdt zullen wesen, up peyne...’ (Akte van 1n Februari 1572.)
Zulk gebloot land was immers ‘en deffens’, zooals in het Fransch gezegd werd. Men leest bij La Curne de Sainte-Palaye, Gloss., vo Terre en deffens: Terre où il n'est pas | |
[pagina 440]
| |
permis de mener paître les bestiauxGa naar voetnoot(1); en vo Deffensable: Bois défensable, of Bosch waarin gedurende zekeren tijd de toegang verboden wasGa naar voetnoot(2). Men vergelijke overigens met de hieronder volgende plaats uit Beaumanoir, Coutumes de Beauvoisis, LII, 5, door Littré, vo Taillis aangehaald: ‘Ne vaques, ne brebis, ne quevaus, ne quievres en taillis de bois, parce qu'eles y font damaces en toutes saisons’, - en met ‘Tranches et taillis de bois sont deffensables jusques à trois ans et un mois’, uit het Coust. gén., t. II, blz. 134. | |
561. - Bloot-landt ofte braecke.In den onderstaanden tekst wordt daardoor verstaan Braakland, of Land dat men gedurende zekeren tijd onbebouwd laat liggen; Fr. Jachère, in het Meetjesland, Wepelland geheeten.
Placcaet-boeck van Vlaenderen, IIIe boek, Ie deel, blz. 416: ‘Dat de ghebruyckers vande voorseyde landen zullen verobligeert wesen het leste jaer vanden termyn van hunnen pacht, aleer de selve landen te vetten... Ende dat niet-min d'afgaende pachters, t'hunnen afscheeden zullen moeten laeten bloot-landt, ofte braecke, het derde deel van hunne ghepachte saey-landen,... opdat den... aenkomenden pachter daer op somer-vrucht soude moghen winnen...’ (Reglement van 17 October 1671, voor de ‘Casselrye van Audenburgh van Ghendt’. - Vergelijk met Regl. van 17 October 1671, bij D. Berten, Cout. Vieuxbourg de Gand, blz. 413.)
Verder in het stuk (art. VIII) luidt het: ‘ende het resterende derde moeten laeten vague’, Vague landt (Art. IX), en in den aanhef: Braecke ofte Stoppel-landt’ (op. cit., III, 415), dat met Stoppelbrake (De Bo) dient vergeleken.
Edw. Gailliard. |
|