Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1922
(1922)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |||||
Kleine verscheidenheden.I.
| |||||
[pagina 87]
| |||||
544. - Achter ghelant syn, en vor (vóór) enen gheleghen syn of voren ligghen.Spr. van eigenaars of van pachters van landerijen, wijst, - naar een tekst aan een akte van 1355 ontleend, - de uitdrukking Achter ghelant syn op Hen wier grond van den openbaren weg gescheiden is. In bedoelden tekst worden evenwel, voor het aldaar besproken land, twee liggingen beoogd, die duidelijk van elkander te onderscheiden zijn: Met betrekking tot de vorenaan liggende gronden, die derhalve onmiddellijk grenzen aan den openbaren weg, is er namelijk spraak van
Welnu, de toegang tot den openbaren weg wordt door de akte als volgt geregeld:
F.V. en C.C. (F. Van de Putte en Ch. Carton), Chronicon abbatiae S. Nicolai Furnensis, blz. 170: ‘Voort so segghen wy visieres, ordinerers ende segghers vorseit, dat alle die ghene die vorscreven staen, ende hare nacomers, die niet an desen vorseiden wech ghelant syn, sullen moghen weghen over der gheenre lant, die vor hemlieden gheleghen syn, als si sullen willen varen ten weghe voorseid, eene opene wech roede breet ende dat omme drie pondt parisis..., also langhe als sy dien wech hebben willen. Voort, dat alle die ghene die achter ghelant syn sullen moghen varen, ende hare naercomers, over den gheenre land die voren ligghen, naest den weghe vorseit...’ (1355.)
De belanghebbenden mochten dus over het land waardoor zij moesten trekken eenen weg banen, die een roede breed was, mits vergelding van drie pond parisis 's jaars zoolang zij dit voorrecht wilden genieten. | |||||
[pagina 88]
| |||||
545. - Achter-ligghende wateringhen.Met betrekking tot een bepaalde watering, zooals in den tekst hieronder, wordt door onze uitdrukking gewezen op zekere andere Wateringen, nl. op er over liggende of verder liggende wateringen:
Placc, van Vlaenderen, IIIe boek, Ie deel, blz. 444-446: ‘Wy hebben ontfanghen de ootmoedighe supplicatie vande ghemeene Ghelande van het quartier ontrent Ardenburgh, ende namentlijck die vande Wateringhe van Bewesten ende Beoosten der Eede, met d'achter-ligghende Wateringhen, inhoudende hoe dat deur de...’ (Octrooi van 11 Mei 1611.)
In het Fransch, Wateringhes voisines:
Id., IIIe boek, Ie deel, blz. 432: ‘Que pour obvier à ce, veu qu'il est de nécessité d'y faire une nouvelle dicque... et autres ouvrages, lesquels lesdits adhérités de Beoostereede ne pourraient faire faire..., si ce n'estoit par l'aide et secours des voisins d'environ..., et combien que pour ce fait..., certaine taxation eut esté faite sur chacune mesure de terre gisant ès wateringhes voisines, pour le faire contribuer avec ceux dudit mestier d'Ardenbourgh, Beoostereede...’ (‘Apoinctement’ van 25 Maart 1410.)
Zouden door Arrières Poldres, of Poldres circonvoisins, niet Achterliggende polders bedoeld zijn?;
Id., IIIe boek, Ie deel, blz. 443: ‘Comme par la visite... de l'estat et inundation de nostre Terroir et Pays du Francq ..., causée par les coupures des Dicques de Coxide et Slependamme ..., par ou la Mer a tellement gaigné sur les terres du mesme quartier que non tant seulement la plus grande partie d'icelles est apparente de n'estre jamais recouverteGa naar voetnoot(1), ains que plus est, plusieurs Poldres circonvoisins au mesme quartier seroient encore en danger de en bref semblablement inunder et se perdre... A cette cause vous ordonnons...; et afin de mieux pouvoir contregarder et reparer lesdits Poldres et Dicques ..., faire contribuer les arrières Poldres, à l'advenant ...’ (‘Placart’ van 20 Sept. 1600.)
Edw. Gailliard. |