Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1922

[p. 52]

Kleine verscheidenheden.

I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
541. - Afteeckenen en aftrekken.

Die twee woorden worden tegelijk in den tekst hieronder gebruikt en beteekenen allebei Afschetsen, Fr. Croquer (Dessiner). Een landmeter verklaart dat hij zekere landerijen ‘afgheteeckent’ heeft ‘in carte figurative’ en die ‘alsoo afgetrocken met haere canten ende abouten soo hier naer volght’:

Staatsarchief te Gent. Fonds der Abdij van Sint-Pieters, Reg. n^r 131^bis: ‘In den jare sesthien hondert vier ende dertigh, ende vijfendertigh, soo heb ick Jan de Cooman, ghesworen lantmeter der twee steden ende lande van Aelst, ghemeten ende afgheteeckent in carte figurative..., alle de naervolghende landen... gheleghen binnen den Lande van Aelst, toebehoorende den voornomden clöster, soo wel de domeijnen, aelmoessenije, pitantie als infermerije, ende alsoo afgetrocken met haere canten ende abouten soo hier naer volght...’ (1635.)

542. - Afdelven: Een ‘wech afdelven’.

Beteekent, Door het graven van een gracht, een weg afscheiden van het land, waaraan hij grenst. Bij Verdam, Afgraven.

Staatsarchief te Brugge, Fonds klooster der Karthuizerinnen, Charters, oud n^r 2636, voorloopig blauw n^r 5503: ‘Niet jeghestaende, het heeft onlancx leden ghelieft Pieter H., den zelven wech ende passaige met eender gracht af te delvene...’ (30 Mei 1566.)

Andere teksten in ons Glossaire à l'Inv. Arch. Bruges, alwaar wij het w. ten onrechte door het Fr. Niveler hebben uitgelegd.

Edw. Gailliard.