Wij vernamen dat hij zelf zijn doodsbericht had opgesteld, aanvangend met de spreuk van Isaïas: ‘In het midden mijner dagen ga ik naar de poorten des grafs’.
En dat hij op zijn doodsbed een laatste hulp weigerde om zijn pijn wat te stillen, zeggend: ‘Christus heeft dat op zijn kruis ook niet gehad’.
Dat zijn woorden van een heldhaftig man, die den dood vrank in de oogen durfde te zien.
Anderen zullen u bij deze grafstede zeggen wat Alfons Fierens in zijne jeugd heeft gedaan, waar hij studeerde, en hoe hij reeds van in zijne studiejaren de aandacht op zich trok van zijne leeraars en medeleerlingen door zijn werklust, zijn opgeruimd gemoed, zijn streven naar hooger en beter. Wij weten uit zijne bijdragen in ‘De Student’ van Dr. Laporta, dat hij is geweest de eerste, die in België sprak over liturgie. De jonge historicus overzag reeds met zijn scherpen blik het gebied der Kerk door de eeuwen heen.
Te Leuven studeerde hij onder de leiding van Prof. Cauchie en promoveerde er in de wijsbegeerte en letteren - afdeeling geschiedenis. Na zijn doctorstitel te hebben verworven, trok hij naar Rome, waar hij later nog eenmaal is geweest; eerst in 1906 en dan in 1912-13. In deze laatste periode werkte hij in het Belgisch Historisch Instituut onder de leiding van Prof. Kurth. Hij was zulk een meester waardig.
In België teruggekeerd trad hij in het onderwijs, was werkzaam als leeraar in de geschiedenis aan het koninklijk Athenaeum te Brussel, en werd later tot Opzichter over 's Rijks middelbaar onderwijs benoemd.
In 1910 bood hij aan de Koninklijke Vlaamsche Academie zijn handschrift aan: De geschiedkundige oorsprong van den Aflaat van Portiuncula. De Commissie voor geschiedenis keurde het goed ter uitgave.
Zijne werken volgden eikander elk jaar op, buiten de vele bijdragen, die hij leverde aan tal van tijdschriften.
Noemen wij onder zijne geestesvoortbrengselen: Franciscus van Assisi (1911), - De Kerk van Rome (1914), - La question franciscaine (1906), - Suppliques d'Urbain V, - Lettres de Benoit XII, - en dan zijne heerlijke Vrouwenbeelden, levensschetsen van drie voorname kloosterzusters.