Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1921
(1921)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 341]
| |
Plechtige vergadering van 26 Juni 1921.Te 10 1/2 uur vergaderen de heeren Leden in het eere-salon der Academie. Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, onderbestuurder, waarnemende bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren: Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden; de heeren Dr. A. Fierens, Dr. Maurits Sabbe, Herman Teirlinck en Dr. A. Van Hoonacker, briefwisselende leden; de heer F.V. Toussaint van Boelare, nieuw verkozen briefwisselend lidGa naar voetnoot(1).
Zijn verder aldaar aanwezig de weledele heeren Rutten, bestuurder aan het Departement, vertegenwoordiger van den weledelen heer | |
[pagina 342]
| |
Minister van Wetenschappen en Kunsten, die, ten gevolge van een vroeger aangegane verbintenis, tot zijn groote spijt verhinderd was de vergadering bij te wonen; Graaf de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der Provincie Oost-Vlaanderen; E. Braun, volksvertegenwoordiger, burgemeester van Gent; Alf. Siffer, volksvertegenwoordiger; Cam. de Bruyne, schepen der stad. ***
Te elf uur worden genoemde heeren, samen met het Bestuur en de leden der Academie, door den pedel naar de feestzaal geleid. Nemen plaats aan het Bureel: Omer Wattez, waarnemend bestuurder, Edw. Gailliard, bestendig secretaris, en Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, hoogleeraar te Utrecht, buitenlandsch eerelid der Academie. Verder zijn nog aanwezig: Dr. Fr. Baur, leeraar; - M. Birlovet, student; - E. Blanchaert, hoogstudent; - A. Bouche, hoofdonderwijzer te Drongen; - A. Boxtaele en Pol. Braeckman; - Dr. L. Brounts, leeraar; - Al. Callant, letterkundige; - A. Campers, gepensionneerd leeraar; - K.O. Caron, schoolopziener; - H. Caspeele; - Dr. A. Claeys, hoogleeraar; - P. Coppens; - O. Dambre, hoogstudent; - E. de Bont, bureeloverste; - H. de Clercq-Evrard, schoolopziener; - Dr. C. de Jans, ingenieur; - J. de Jonckheere, apotheker; - Dr. Paul de Keyser, | |
[pagina 343]
| |
leeraar; - Luitenant Colonel de Leenheer; - F. de Prest, onderwijzer te Drongen; - J. Deruelle, onderwijzer; - Osw. de Schamphelaere, nijveraar; - Dr. H. de Stella, hoogleeraar; - M.J.C. de Vos, secretaris van 't Vaderlandsch Verbond der gewezen politieke gevangenen; - F. Ducheine, hoogstudent; - Joris Eeckhout, onderpastoor; - Od. Faché, nijveraar; - J. Geleyn, te Brussel; - J. Gheysens, schoolopziener; - J. Goetgeluk, te Dearle; - R. Goethals, onderpastoor; - E. Luyckx, onderbureeloverste; - A. Moortgat, toon- en letterkundige, te Tieghem; - F. Morel, boekbinder; - F. Parasie; - P. Pauwels, schoolopziener; - Broeder Robert, onderwijzer; - Dr. Dom. Roggen, leeraar; - Gaston Rombaut, leeraar; - Eug. Segers, handelaar; - W. Siffer, drukker-uitgever; - L. Smeesters, hoofdonderwijzer; - M. Tahon, student; - Hugo van den Abeele, gemeentesecretaris, te St. Martens-Laethem; - Dr. F. van den Berghe, geneesheer; - H. van de Velde, advocaat; - J.E. van de Velde, apotheker; - A.C. van der Cruyssen, eerehoofdschoolopziener, te Antwerpen; - A. van der Linden, rentenier; - E.H. van der Linden, leeraar; - O. van Hauwaert, wn. opziener van het Middelbaar Onderwijs; - G. van Herrewege, letterkundige; - Frans van Holle, beambte; - Dr. D. van Hove, staatsopziener van den Plantendienst; - J.D. van Kets, onderwijzer te Drongen; - Pl. van Lancker, onderwijzer te Ouckene; | |
[pagina 344]
| |
A. van Maercke, te Antwerpen; - O. van Malleghem, gepensionneerd advocaat-generaal; - A. van Thielen, leeraar; - H. van Werveke, student; - T. Vergaelen, beambte; - W. Verniers, beambte te Oostende; - L. Verniers, postontvanger; - V. Wattez, beambte; - ook de volgende heeren reporters: A. van Overbeke, voor De Gentenaar-Landwacht; - Ph. de Munnynck voor Het Volk; - P. Colle voor Le Bien Public; - Herman van Overbeke voor De Standaard; - en M. Stijns voor Het Laatste Nieuws.
Vanwege verschillende personen heeft het Bestuur der Academie bericht ontvangen dat het hun spijt de vergadering niet te kunnen bijwonen. Het zijn Mevrouw Merghelynck, weduwe van Jhr. Arthur Merghelynck, die aan de Academie het prachtig kasteel Beauvoorde te Wulveringhem vermaakte; - E.P.J. Salsmans S.J., stichter van het Salsmans-Fonds; - de weledele heeren gouverneurs van Antwerpen en West-Vlaanderen; - Senator t' Kint de Roodenbeke, ondervoorzitter van den Senaat; - Arthur Buysse, volksvertegenwoordiger; - Luitenant-Generaal Delobbe, bevelhebber van de 1ste omschrijving; - Z.D.H. Mgr. Seghers, bisschop van Gent; - Prof. Dr. Bley; - G. Claeys-Boùùaert, bankier; - Em. de Sorgher, eere-leeraar; - Kan. Cl. Ledegem, secretaris van Z.H. den Bisschop; - Oscar Roels, muziekleeraar; - Herm. Ronse, bestuurder van 's Rijks tuinbouwschool; - Jhr. Rob. Schoorman, bewaarder van het Rijks-archief; - Jw. C. van de Wiele, te Kortrijk; - Kan. C. van Ongeval.
De heer waarnemende bestuurder, na een welkomgroet tot de aanhoorders gericht, houdt | |
[pagina 345]
| |
een voordracht over Jan van Beers, waarvan de honderdste verjaring van zijn geboortedag dit jaar gevierd wordt, en aan wien hij een warme hulde brengt, als dichter en als man van het onderwijs.
Hij verleent vervolgens het woord aan Dr. de Vooys, hoogleeraar, te Utrecht, buitenlandsch eerelid der Academie, die spreekt over Het onderzoek naar de Middelnederlandsche woordgeografieGa naar voetnoot(1). Nu de beteekenis van de hedendaagsche dialectgeografie algemeen erkend is, zegt Spreker, komt de vraag op, of de taalgeographische methode ook op het verleden toepasselijk is. Hoe fragmentarisch onze kennis van het taalverleden is, blijkt met groote duidelijkheid, wanneer wij een poging wagen om de oude taal in volle werkelijkheid te reconstrueeren. Wanneer men een benadering beproeft, dient men de ingewikkeldheid van de Middeleeuwsche samenleving en de daaruit voortvloeiende rijke schakeeringen van taal in het oog te houden. Bij een poging om de lokale taal te leeren kennen kan men drieërlei uitgangspunt kiezen: 1o de kultuurgeschiedenis, die uit archivalia den taaltoestand van een bepaalde plaats opbouwt; 2o de teksten, die vergelijkend te bestudeeren zijn; 3o de gegevens die de oude lexicografen ons | |
[pagina 346]
| |
verschaffen. In het bijzonder stond Spr. stil bij het laatste punt, om aan te toonen, hoe Kiliaan en Hadrianus Junius ons op weg kunnen brengen, terwijl Verdam's onwaardeerbaar Middelnederlandsch Woordenboek het rijke materiaal bevat, dat na onderzoek van de bronnen, getoetst en geschift dient te worden. Al kunnen wij maar in het ruwe een splitsing maken tusschen het woordgebruik in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, dan zal die kennis nog in een ander opzicht nuttig zijn. Tal van geschriften waarvan de oorsprong onbekend bleef, zal men op den duur op grond van den woordvoorraad met min of meer nauwkeurigheid kunnen localiseeren.
Ten slotte doet de Bestendige Secretaris de hieronder volgende mededeeling aan de geachte vergadering:
Den 3 Maart overleed te Antwerpen ons diepbetreurd briefwisselend lid de heer Alfons de Cock, die op het gebied der Folklore een onsterfelijken naam heeft verworven.Gaarne breng ik hulde aan den ons ontvallen Collega; zijn aandenken wordt door allen eerbiedig bewaard.
In vergadering van 15 Juni werd de heer Toussaint van Boelare, letterkundige te Brussel, verkozen tot briefwisselend lid, ter vervanging van wijlen Alf. de Cock. Tot buitenlandsch eerelid werden verkozen de heeren Dr. Henry Bradley, te Oxford, hoofd- | |
[pagina 347]
| |
redacteur van The Oxford English Dictionary, - en Prof. Dr. van Wijk, hoogleeraar te Leiden, ter vervanging van Dr. Murray en van Staatsminister Dr. Abraham Kuyper. Ik wensch de heeren welkom in ons midden.
De waarnemende Bestuurder sluit de vergadering met eenige woorden van warmen dank voor de aanwezigen. Gaarne brengt hij hulde aan de heeren overheden en aan de vele dames die de vergadering met hun zeer gewaardeerde tegenwoordigheid hebben gelieven te vereeren.
De vergadering wordt te 12 1/2 uur gesloten. |
|