Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1921
(1921)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKleine verscheidenheden.I.
| |
[pagina 326]
| |
474. - Draghen eene belle om...In de stichtingsakte van ‘dBroedersceep ende Zustersceep vande Rive van Onser Vrouwen’ te Gent, staat er vermeld dat, bij het afsterven van een lid men ‘draghen’ zal ‘eene belle om bedinghe’, d.w.z. dat men een openbaren ‘clinker’, uitklinker of omroeper, een ‘belleman’ nl. (zie bij Verdam, h.v.), zal rondzenden om bericht van het afsterven te doen en gebeden voor den overledene te vragen:
De St Pietersbode (Orgaan van den Katholieken Werkmanskring O.L. Vrouw S. Pieters, te Gent), nr van 1 April 1921, blz. 3, kol. 1: ‘Ende so wat broedere ofte zustere van desen gheselscepe die sterft, daerover sal men draghen eene belle om bedinghe...’ (1321.)
Berichten werden vroeger, en nu nog op sommige plaatsen, door het klinken b.v. met eene bel, in zekere steden, aan de belanghebbenden kenbaar gemaakt. Men zie Belg. Mus., X, 112, alsook bij Stallaert en bij Verdam. Eene belle draghen zal derhalve wijzen op het Rondgaan met eene bel om aankondigingen te doen. Bij La Curne de Sainte-Palaye, Gloss., vo Sonnette: ‘Publié à son de trompe, à la sonnette’. | |
475. - Ommegaende brugghe.Beteekent In de ronde van Brugge, Rondom de stad Brugge. Vgl. met Ommegaens bij Verdam.
J. Gailliard, Inscr. N.-D., blz. 291, kol. 1: ‘Item (zo ghevic) den ackerzieken ommegaende Brugghe, v pond parisise, te deelne ghelyc...’ (1315.) | |
476. - Kersvrauwe.Het ‘Kèersewijf’ (nl. te Brugge), of zij die in eene kerk kaarsen verkoopt aan de geloovigen, om die voor een O.-L.-Vrouwenbeeld b.v. aan te steken. Te Brussel, Keerskesvrau.
J. Gailliard, Inscr. N.-D., blz. 278, kol. 2: ‘Voort om den dienst van Marie niet te belettene, zo sal daer zitten buten voor de capelle de kersvrauwe...’ (1510.)
Bij La Curne de Sainte-Palaye, Gloss., leest men vo Chandelière: ‘Ce mot semble avoir eu autrefois une signification particuliére: il désigne ‘une femme vendant de petits cierges’, suivant le Gloss, de l'Hist. de Paris. | |
[pagina 327]
| |
477. - Ghewillichlick.Beteekent Gewillig; Fr. De bonne grâce; eigenlijk: Vrijwillig (uit eigen beweging).
J. Gailliard, Inscr. N.-D., blz. 285, kol. 2: ‘Naer dat heer J... de voornoemde dyenst van messen ghewillichlich verlaten hadde...’ (1603.) | |
478. - Deen ute den anderen ghesneden.Die uitdrukking is van toepassing op charters die in dubbel waren gemaakt, heelemaal van woord tot woord overeenkwamen, en waarvan aan elk van de daarin betrokken partijen een exemplaar werd overhandigd. Men zei van zulke charters, dat zij de eene uit de andere gesneden waren:
C.C. et F.V. (Ch. Carton en F. van de Putte), Chronique de l'abbaye de Hemelsdaele, blz. 123: ‘Ende hier of zyn twee briefven, van worde te worde accorderende, deen ute den anderen ghesneden, ghescreven ende gheteekent by der hand van...’ (s.d.) | |
479. - Zonne compas.Aldus heette in 't Dixmudsche wat men elders noemde Zonnewijzer, Fr. Cadran solaire:
W.H. James Weale, Eglises Doyenné Dixmude, Docum., blz. 397: ‘Betaelt M..., over... de leveriinghe van een zonne compas ghestelt voor tcosters huus...’ (1620.)
Zulke zonnewijzers waren somwijlen met opschriften voorzien. Laten wij herinneren aan dien van zeker huis in de Steenstraat, te Brugge, recht over de Sint-Salvatorskerk (door het bouwen van een huis gedeeltelijk onzichtbaar geworden) en welke het lieve opschrift droeg: Nulla fluat cujus non meminisse juvet. | |
480. - Drechte (van scapen...).Dit woord schijnt te wijzen op Drift = Troep, Kudde. Men zie Nederl. Wdb., h.v. IIIe deel, kol. 3333, C. 1. Of wordt daardoor gewezen op Drift, dat bij De Bo nl. beteekent Bebouwing van land, en zou aldus Kweek, Kweekerij, bedoeld zijn, of nog het ‘ghewin dat’ iemand ‘is doende met sijne Beestialen, als Peerden, Koeyen, en Schapen’ (Het Vlaems Settingh-boecxken, Ghendt 1694, blz. 12).
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Proostsche van Brugge, Register nr 828, of ‘Ferieboek’ van 1467-1473, fol. xxxviij vo: | |
[pagina 328]
| |
‘Want de moedere (van Rijcquaerd Pycke) wel ghestoffert was van vele goeder huushallame ende van twee paerden... ende bezittende was de stede metten lande daer de voors. Rijcquaerd nu woent ende de moedre ghestorven es, met groten drechte van scapen, coyen, calveren, zwijnen, ende de voors. moedre hilt huus met cnapen ende joncwiven, te wetene met Toorkin Xpiaens, Betkin fa Pieter f. Boudins, ende met scaepheerden ende coeheerdren...’ | |
481. - Gewoonheijt, gewoonte.Deze woorden beteekenen hetzelfde als het Fr. Coutume, of de eerst ongeschreven wetten, die later tot een wetboek werden gebracht:
Staatsarchief te Antwerpen, Fonds Hoogstraten, Testament van ‘Mechtelt Jan Meeus dochter’, verleden, op 5 April 1578, voor Pieter de Cuyper, notaris te Hoogstraten, ‘na deses lants gewoonheijt ende costuijme...’
Id., id., testament van 9 Augustus 1571: ‘Dat (na) alle conditien oft usantien daer toe dienende ende na den gescreven rechten ofte vuyt gewoonte daertoe behoorende...’ | |
482. - Broodzack.Bij Verdam, vo Brootsac, komt een enkel voorbeeld van dat woord voor, dat beteekent. Bedelzak. Een tweede volgt, uit het jaar 1471:
Staatsarchief te Brugge, Fonds der ambachten van Brugge, oud nr 82, voorloopig blauw nr 8688: ‘Ende tote dien omme elken van hemlieden verweecte te moghen ghevene, jnde stede vanden .iiij. gro.. die elc van hemlieden tote noch toe ghehadt heift, mids dat zy huerlieder nooddurft daer vp qualiken hebben gheconnen vercrighen, .vij. gro., ende hemlieden alzo te helpen weerene vanden broodzacke, daer toe zy andersins ghescepen zyn te moeten commene.’ (Akte van 20 Juli 1471.) | |
483. - Bezwaren met kinde.Beteekent Een vrouw, Een meisje bezwangeren (Zwanger maken, Bevruchten). Bij Verdam komen alleen twee voorbeelden voor van het deelw. Beswaert = Zwanger.
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Vrije, oud nr 3446: ‘Dat de voornoemde Jan ..., jonckman ongheuwet..., met kinde bezwaert hadde Bette filia Claeys...’ (Akte van 31 Augustus 1546.)
Edw. Gailliard. |
|