veel boter eten geeft aan een aanstaande moeder een blozend kindje. Het unguentum aureum heet bij ons volk roo boter.
Het Groot Woordenboek was op den weg naar deze uitlegging, toen het schreef (IIIa, 703-704): ‘De analogie der uitdrukking van de galg gedropen... doet het eerst denken aan eenig (vergeefsch) middel om van de galg af te glijden en zoo de straf te ontkomen’.
Boter tegen de galg gesmeerd of gekletst, boter aan de galg, botertje tot de galg toe zijn aan scherts te wijten of ontstaan doordien men de uitdrukking niet meer verstond.
***
Heilbot. - Men is het eens om dezen naam, - let op de andere Germ. vormen - te verstaan als heilige bot. Het Groot Woordenboek en Van Wijk laten het hierbij; Skeat en de New English Dict. zeggen dat die visch zoo heet omdat hij gegeten wordt op holidays, en Falk en Torp omdat hij gegeten wordt in den heiligen tijd van de vasten. Dat wordt door de feiten niet gestaafd.
Hij heet zoo omdat hij gedurende een tijd van het jaar sacer of taboe is, d.i. niet mag gevischt worden, evenmin de zalm, de steur en de bruinvisch. Men noemt die visschen in 't Fransch poissons privilégiés.
Heil in heilbot is hetz. als het eerste lid van heilheilig = sacrosanctus; hêle in Vla. helebot, evenals de naam van de Gentsche Kerk 's Heles Kerst = des Heiligen Christus, bewijst dat heilig vroeger een synoniem heel of hele met zachtlange e nevens zich had. Verschillende Vlaamsche dialecten gebruiken ook een vorm helig, met zachtlange e.
***
Tarbot wordt gewoonlijk teruggebracht tot Fra. turbot, dat men van Lat. turbo afleidt. Maar, afgezien van het feit dat onder de beteekenissen van Lat. turbo die van tarbot niet voorkomt, is Fr. turbot uit een Lat. turbo, turbinem, noch als geleerde vorming, noch als volksvorming te begrijpen.
Overigens wordt die uitlegging zeer aarzelend door Van Wijk voorgedragen. Hij oppert dan de gissing dat het woord