| |
| |
| |
Vergadering van 20 April 1921.
Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Karel de Flou, Dr. Lod. Simons, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Isid. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en Joz. Jacobs, werkende leden; en de heer Prof. Dr. Logeman, buitenlandsch eerelid.
De heeren Prof. Dr. C. Lecoutere, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Prof. Dr. J. Mansion en Karel van de Woestyne, werkende leden, alsook Dr. A. Fierens, briefwisselend lid, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Maart-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Benoemingen in de Leopoldsorde. - Bij Koninklijk Besluit van 7 April, werden Prof. Dr. C. Lecoutere en Prof. Dr. H. Logeman, tot officiers in de Leopolsorde benoemd. - Benoemingen in de Kroonorde. - Bij genoemd Koninklijk Besluit werden Prof. J. Vercoullie tot commandeur in de Kroonorde, en de heeren
| |
| |
Dr. Lod. Scharpé en Dr. Frans Daels tot officier in dezelfde orde benoemd. - Namens de Academie, wenscht de heer Wattez, waarnemend bestuurder, die heeren geluk met de bekomen onderscheiding.
***
Senaat. - Een Senator, sprekende over het voorstel van wet ter vervlaamsching van de besturen, heeft o.a. gezegd: ‘N'ont-ils pas (les Flamingants - sic) leur Académie de littérateurs et de savants à Gand, celle qui émarge au budget de l'Etat par fr. 80.000, tandis que l'Académie française ne reçoit que fr. 50.000...’.
De heer Senator was verkeerd ingelicht. Men zie de Begrooting van het jaar 1921, op blzz. 4-6.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Recueil de l'Institut Botanique Léo Errera (Université de Bruxelles), publié par L. Errera. Tome IV. Bruxelles, 1920.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, Maart 1921. - Annales des Travaux publics de Belgique, no 1, 1921.
Door het Genootschap, het ‘Vlaamsch Geneeskundig Tijdschrift’:
Geneeskundig Jaarboek, nr 1, 1921. Brugge.
Door de ‘Société de Statistique de Marseille’:
Répertoire des Travaux de la Société de Statistique de Marseille. T. 48 (1911-1920). Publié sous la direction de M. Eugène Duprat, Secrétaire Général. 1re partie. Aix-en-Provence, 1920.
| |
| |
Door den Z.E. Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid:
Jaarboekje van het Kersouwken voor het jaar 1870. - Id. 1873 en 1874. - 10de, 12de en 13de jg. Leuven.
Lovensche Kerssouwieren-almanak voor 1862. 2de jaar. Loven.
Bekroonde Heldendichten en zedenverhalen van den letterkundigen kampstrijd, uitgeschreven in 1852, door de Lovensche Rederijkkamer: Het Kerssouwken. Loven, 1855.
De Tijd. Merkwaardigheden der Letterkunde en Geschiedenis van den dag, voor de beschaafde wereld. Jgg. 1848, 1856 en 1859 tot 1864. Amsterdam.
Door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, werkend lid:
Over Vitaminen of bijkomende factoren van de voeding, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Hoogleeraar aan de Staatslandbouwhoogeschool. (Voordracht bij het stichten van den Kring Mac Leod te Gent, op 26 November 1920.)
Door den Z.E.P.J. Salsmans, S.J., te Leuven:
Vondels Meesterstuk Lucifer. Treurspel in vijf bedrijven. Taal- en letterkundig verklaard door A.M. Verstraeten, S.J. Schooluitgaaf, 8e druk, bezorgd door J. Salsmans, S.J. Gent, 1921.
De Index en de Kerkelijke Boekenwetten, door P. Salsmans, S.J., Prof. in de Zedenleer. Brussel, 1921.
Door den heer Dr. J. Gessler, leeraar aan het Koninklijk Atheneum, te Hasselt (Thonissenlaan 39):
Gessler (J.), Professeur à l'Athénée royal de Hasselt. - Le Langeman ou Géant Hasseltois. Louvain, 1914.
Proeve van Toponymische Ontleding. De Oorsprong van den Plaatsnaam Mechelen. Kritisch, Historisch en Phonetisch onderzocht, door Dr. J. Gessler, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Hasselt. Hasselt, 1914.
‘Offerstock ende Erfgift’. Twee korte bijdragen tot de economische Geschiedenis der hoofdkerk van Hasselt, door Dr. J. Gessler. (Uit Leuvensche Bijdragen 1915-1916.) Hasselt, 1917.
Les privilèges des Monnayeurs du Comté de Looz. Notes critiques par Jean Gessler, Professeur à l'Athénée royal de Hasselt. Bruxelles, 1919.
Gessler (Jean). - Le droit de bourgeoisie de Bocholt et la créance Bormans sur cette commune. (Extrait des Mélanges de Borman.)
Pour les ‘Petites Archives’ dans le Limbourg. Helchteren. Notice, Inventaire et Extraits des Archives locales, par Jean Gessler. Tongres, 1920.
Grauw Laecken et Wittebroet. Fondations Strauven, Goermans et autres à la chapelle Notre-Dame et à l'église Saint-Quentin. Con- | |
| |
tribution à l'histoire de la charité privée à Hasselt, par Jean Gessler, professeur à l'Athénée royal de Hasselt. Tongres, s.d.
In Memoriam C. Gessler (1834-1920). Tongres, 1920.
Kunstschilder Karel Gessler, 1834-1920, door C. Godelaine, leeraar. (Overdruk uit het maandschrift Limburg.) Maaseyck, 1920.
Onze Kunst. Tienjarig Register. Deel I-XX. 1902-1911, bewerkt door Dr. Jan Gessler. Antwerpen-Amsterdam, z.j.
Thesaurus Evonymi Philiatri, de remedis secretis, Liber Physicus, Medicus & partim etiam Chymicus, & oeconomicus in vinorum diversi saporis apparatu, medicis & pharmacopolis omnibus precipue necessarius. Lugduni, 1555.
Instellinge en Regels van het alder-christelijkste Arts-Broederschap der christelijke Leeringhe, opgherecht in de Cathedrale en de vier andere Parochiale Kercken der stadt Antwerpen. T'Antwerpen, z.j. (1703.)
Verhandelingen. Van der Letteren Affinitas of Verwantschap: Van het Gebruik der Accentus of toonen In de Nederduitsche Vaerzen: En van de Metaplasmus of Woordvervorming: Ten dienst der Dicht- en Taallievenden opgesteld door het Kunstgenootschap Nil volentibus arduum. Hier achter volgen Twee redevoeringen van den Drossart P.C. Hooft. Amsterdam. 1728.
Leeuwendaal hersteld door de vrede; zinnespel met Zang en Dans. Amsteldam, 1749.
Het Huwelijk van Telemachus en Antiope, in ITHAKA in drie bedrijven... door Js. Le Francq van Berkhey. M.D. Amsterdam, z.j. (1768.)
Brief van P.J. Uylenbroek aan den beoordeelaar van Fedra, treurspel, Beoordeeld in De Nieuwe Vaderl. Letteroefeningen, Vijfde Deel, nr 9. Amsterdam, 1771.
Doriman en Mélanide, of het armoedig huisgezin. Tooneelspel. Het Fransch, L'Humanité ou le Tableau de l'Indigence, gevolgd. Rotterdam, 1775.
De Hollandsche Matroos of De Helden van de Doggerbank, Blijspel. Naar het Fransche van den Heer Mayeur. Door B. Zweerts. Amsterdam, 1781.
Saint Valori. Tooneelspel door Izaak de Clercq, H.Z. Amsterdam, 1791.
Gabriëla van Faiël, geboren van Vergy, Katjensspel. Vrij gevolgd, naar het vierde en vijfde bedrijf van Gabriëla van Vergy. Treurspel door M.J. Kinker. Amsteldam, 1798.
Ericia, of de Vestaalsche Maagd, Kermistreurspel, ingericht om in de min in 't Lazarushuis ingelijfd te worden, door Mr. J. Kinker. Amsteldam, 1799.
| |
| |
Florival en Armantine, of de arglistige voogd; zangspel. Gevolgd naar het Fransche: Une folie, van J.N. Bouilly; muzyk van Méhul, door C. Vreedenberg. Amsteldam, 1803.
De Vrede op 't Vasteland, zinbeeldige voorstelling. Door C. Loots. Naar eene korte schets van M.J. Kinker. Amsterdam, 1801.
Panurge op het eiland der lantaarnen; zangspel. Gevolgd naar het Fransch, door Cornelis Loots. Amsterdam, 1804.
Tongeren gedurende de Duitsche bezetting, door Eerw. Heeren J. Paquay, Pastoor te Heusden, en Ridder P. de Corswarem, kapelaan aan O.L. Vrouwkerk te Tongeren. Tongeren, 1920.
Mélanges Camille de Borman. Recueil de Mémoires relatifs à l'Histoire, à l'Archéologie et à la Philologie. Offert au Baron de Borman et publié par ses Amis et Admirateurs. Liége, 1919.
Mêlanges d'Histoire offerts à Charles Moeller à l'occasion de son jubilé de 50 années de professorat à l'Université de Louvain, 1863-1913, par l'Association des anciens membres du séminaire historique de l'Université de Louvain. I. Antiquitê et Moyen Age. II. Epoque moderne et contemporaine. Louvain, 1914.
Zeitschrift für Philosophie und Pädagogik. XIII.-XX. Jahrgang. 1905-1913.
Aufsätze. Mitteillungen. Besprechungen. Z. pl. of j. (464 blzz.)
Verhandlungen des Vereins für wissenschaftliche Pädagogik. Pfingsten 1913 in Barmen (48 blzz.).
Redevoering uitgesproken door Dr. A. Habets op de Plechtige Algemeene Vergadering belegd door de Kath. Vlaamsche Oud-Hoogstudenten-Bonden op 9 Mei 1909 ter gelegenheid van de 75jarige Jubelfeesten der Katholieke Hoogeschool te Leuven. Leuven, z.j.
Aen het Vlaemsche Volk. Op last der Rederijkkamer De Olyftak, door Lodewijk Gerrits. Antwerpen, 1850.
Beschryf van de Betooging en het Banket van den 25 April 1859, ter eere der Vlaemsche Tael-Commissie. Brussel, 1859.
De Waarheid aan het Vlaamsche Volk, door een Vlaming. Gent, 1886.
IJzer-Reeks nr 3. - (2de Verbeterde Uitgave). - Vlaanderens Weezang aan den IJzer, door Karel de Schaepdrijver en Julius Charpentier (korporaals bij 't Belgisch Leger). Brussel, z.j.
Uitgave van de Vlaamsch-nationale onderwijsvereeniging, Antwerpen. - Door Vlaamsche Volkskracht. - V. Over onze Taalwetten in het Middelbaar Onderwijs. De Wet Coremans van 1883. De Wet Franck-Segers van 1910. Door Van Nieuwland. Borgerhout, z.j. (1918.)
L'égalité des Langues. Lettre ouverte à M. Tournay-Detillieux, sénateur, par Lucius Vindex, Contribuable, Bruxelles, 1897.
| |
| |
Door den E. Heer Alf. Lamotte, pastoor te Schauburg (Limburg):
Bij de Aanbidding van het Lam. Eene Twistvraag in de Kunstgeschiedenis. Door Alf. Lamotte, pastoor. (Overdruk uit het maandschrift Limburg.) Maeseyck, 1921.
Door den heer Herm. Ronse, bestuurder der Staatstuinbouwschool, te Gent:
De kleine Tuinbouwer, nr 5, 1921.
Door den heer A. Siffer, volksvertegenwoordiger, te Gent:
De laatste dagen der Duitsche Bezetting te Gent. (Uittreksel uit het Gemeenteblad van het eerste halfjaar 1921.) Gent, 1921.
Door de Redactie:
Museum, April 1921. - Pro Flandria, Maart en April 1921.
Ingekomen boek. - Voor de Boekerij der Academie is ingekomen:
Autour de Limbourg-sur-Vesdre. Son nom, son passé, son domaine, la contrée dite de langue allemande, le Nord-Est de la province de Liège, Moresnet neutre, le pays d'Eupen, etc., avec carte coloriée par J. Langohr, Docteur en philosophie et lettres, Professeur à l'Athénée Royal de Tongres. Tongres, 1920.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, nrs 3 en 4, 1921. - Biekorf, nr 3, 1921. - Onze Kunst, 16e jg., 1920. - Neerlandia, April 1921. - De Opvoeder, nrs 9-11, 1921. - De Schoolgids, nrs 6-9, 1921. - Studiën, April 1921. - Dietsche Warande en Belfort, Maart 1921. - De Kleine Vlaming, April 1921. - La Vie diocésaine, mars 1921. - Bollettino della Societa piemontese di Archeologia e Belle Arti, nos 1-4, 1920.
| |
| |
| |
Mededeeling namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer secretaris Prof. Vercoullie legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Kan. Am. Joos, voorzitter, Edw. Gailliard, Karel de Flou, Is. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, leden, Mr. Leonard Willems, hospiteerend lid, en Prof. Vercoullie, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Over eenige bijnamen van Rederijkerskamers uit de 15e en 16e eeuw. Lezing door Mr. Leonard Willems, hospiteerend lid. - In deze lezing heeft Spreker het bepaaldelijk over de Kamers: Heideberg (Leuven), Wele Toren (Kortrijk) en Gebroken Rad (Aalst) en neemt aan dat we hier met bijnamen te doen hebben.
b] Etymologisch Kleingoed, medegedeeld door Prof. J. Vercoullie: Hij is om zeep = hij is naar een van de havens der Middellandsche Zee om ‘Spaansche, Fransche of Italiaansche zeep’.
't Is boter aan de galg = het is zalf tegen een terechtstelling door de galg.
Heilbot = heilige bot, d.i. bot die gedurende een tijd van het jaar taboe is, m.a.w. niet mag gevischt worden.
Tarbot = bot met tar- of teerkleurige bovenhuid.
Carnaval = car naval, d.i. schip op wielen.
Hansworst of Hanssop of Pekelharing zijn vastenavondgekken verbeeldende den gullen vleeschtijd en den mageren vastentijd.
Harlekijn uit It. arlecchino, uit Ofra. hellequin, uit Meng. hellekyn = helsch gebroed.
c] Kleine Verscheidenheden, door den heer Edw. Gailliard medegedeeld: Iet aen enen houden is Iemand voor iets aansprakelijk stellen, dit aan hem verhalen: ‘dat zoude wi
| |
| |
houden... an sine boorghe diene jeghens ons verboerght hebben...’ (1310.) - Hervaertghelt, Geld opgebracht tot bestrijding der kosten van een krijgstocht. Teksten van 1434, 1497, 1499 en 1521. Onderscheid gemaakt tusschen een leenman die ridder en een die schildknaap was. De belasting was gedurende 40 dagen verschuldigd. Variante: Hervardpenghe (-penningen) uit een tekst van 1222. - Gheven halm ende wettelike ghifte, een formule van overdracht van onroerend goed. Verschillende bijzonderheden en teksten uit 1320 en 1349 met Latijnsche vertalingen. - Ghehouden siin van sinen hoefde. Tekst van 1281. Hoe verkeerd door Verdam uitgelegd. - Handtslagynghe ende Hantstellinghe. Het Fr. Mainmise. - Hofstercker en Hofstercking. Beide termen wijzen op versterking van een leenhof door het toevoegen van mannen. Renforceur de cour, in het Fr.; ook Renforcement van raede van mannen en Versterckinghe van mannen. (1546, 1548 en 1550.) Over deze procedure, naar het Leenboek van den mannen van Vlaenderen, uit de XIIIe eeuw. - De kercke van Brugghe = van S.-Donaas. Tekst uit 1563. - Te huwelicke komen an... (1459.) - Clakeloos rente of Rente die ‘vry was van allen zettinghe, taelge ende laste’. (1418.) Voorbeelden van het gebruik van Clakeloes of Clakeloos als bijwoord: afstaan van goederen, mits ‘aerveliken seynse, clakeloos heffens ende wechdraghens’. Teksten uit 1352, 1359 en 1448. - Hueghelic commen. (1467.) - Hopen an. (1470.) - Ene in huwelicke begripen. (1470.)
De Commissie stelt aan de Academie voor, om deze drie verhandelingen in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Aangenomen.
d] Voorstellen en mededeelingen. - De heer J. Vercoullie deelt mede dat onze collega C. Lecoutere het apparaat van zijn Onomasticon heeft overgemaakt aan Dr. Baur, leeraar aan het Koninklijk Atheneum te Gent, om het drukvaardig te maken. Deze echter zou, wat van zelf spreekt, maar aan 't werk gaan, als de Academie met het verlangen van Prof. C. Lecoutere instemt.
De Commissie stelt aan de Academie voor, daarop in te gaan op voorwaarde dat de uitvoering van het werk
| |
| |
geschiede onder het toezicht van de heeren A. Joos, J. Vercoullie en L. Willems. - Door de Academie in pleno vergaderd aangenomen.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De heer Omer Wattez, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Is. Teirlinck, voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Gustaaf Segers, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. Dr. Aug. Vermeylen, leden, en Omer Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Jan van Beers als dichter. Hulde namens de Commissie gebracht door den heer Gust. Segers, aan Jan van Beers, ter gelegenheid van de 100ste verjaring van zijn geboortedag: 22 Februari 1821. - Naar aanleiding van het eerste eeuwfeest der geboorte van Jan van Beers, leest de heer Segers eene korte nota Jan van Beers als dichter: hij dóet daarin uitschijnen dat de jubilaris de dichter van het gevoel mag genoemd worden. Als lyrisch, ook als verhalend en didaktisch dichter, heeft hij meesterwerk geleverd: zijn grondbeginsel was dat de dichter de gevoelens van zijn volk moet vertolken en daar veredelend en verheffend op inwerken. Van Beers was tevens een nationaal, een vaderlandsch dichter in den breedsten zin van het woord.
b] OEkologie der micro-organismen, van Dr. Paul van Oye, te Tasikmalaja (Java). Verslagen. - De heeren Dr. A.-J.-J. Vandevelde en Isid. Teirlinck leggen de volgende verslagen ter tafel:
| |
1o) Verslag van Dr. A.-J.-J. Vandevelde.
Deze mededeeling is een goede zaakrijke bijdrage tot de OEkologie der micro-organismen, een belangrijk hoofdstuk der biologie die de levensvoorwaarden bestudeert. Na eene korte bespreking over het nut en de gevaren der rangschikkingen in eene bibliographische inleiding, weidt Schr. uit over het belang der studie van het plankton in de hygienische beoordeeling van
| |
| |
rivier- en meerwater, een onderwerp dat voor de openbare gezondheid in Indië bijzonder gewichtig is.
Niet alleen onderscheidt men, volgens Kolkwitz en Marsson, wezens die in besmet water, de saprobe, en wezens die in zuiver water leven, de katharobe, - onderscheiding die Romijn heeft toegelaten, in zijn schoone studie over de biologische beoordeeling van het water naar flora en fauna, een helder gedacht over Hollandsche zoete waters te bekomen, - doch ook hebben de onderzoekingen van Whipple laten vaststellen welke wezens aan rivier- of meerwater soms een bijzonderen geur of smaak mededeelen.
Dan kondigt Schr. de bespreking van drie groepen factoren aan, welke het voorkomen der micro-organismen beïnvloeden: de climaterische, de physische en chemische, en de biologische. In deze mededeeling worden alleen de climaterische factoren besproken, namelijk licht, temperatuur, regen, wind. Daar eindigt het handschrift, zonder bijzondere aanwijziging voor het vervolg, de bespreking der twee andere factorengroepen.
In de veronderstelling dat Schr. aan de Academie later het vervolg zijner studie ter uitgave zal aanbieden, - hetgeen trouwens zijn inzicht moet zijn, om aldus over een volledig overzicht te kunnen beschikken, - adviseer ik zeer gaarne tot het opnemen, in de Verslagen en Mededeelingen, van het werk, waarin benevens de reeds gekende feiten persoonlijke aanteekeningen en opmerkingen, ten einde het gekende op den toestand in Indië aan te passen, voorkomen. Een dergelijke studie kan ook zeer nuttig zijn voor de streken van ons land waar moerassen, beken en meeren overvloedig zijn, doch waar de hoedanigheid van het drinkwater soms veel te wenschen overlaat.
Een wensch om te eindigen: Zou het niet passen dat de titel uitgebreid wordt, b.v. tot: oEkologie of studie der levensvoorwaarden bij de micro-organismen. De benaming OEkologie, alhoewel reeds oud en zeer goed, is toch tot nu toe weinig gebruikt, en zelfs bij vele biologen gansch onbekend. De titel van eene mededeeling is, in elk geval, zeer gewichtig; en juist daarom, in het belang van den Schrijver en van zijn werk, zou ik wenschen wat Mac Leod eens als titel van een zijner werken schreef: ‘Inleiding tot de natuurkunde der maatschappijen (sociologie)’.
| |
| |
| |
2o) Verslag van den heer Is. Teirlinck.
Gaarne zou ik - evenals mijn geleerde collega Dr. Vandevelde - aan de Academie voorstellen de verhandeling van Dr. Paul van Oye in hare Verslagen en Mededeelingen wel te willen opnemen, indien de ons gestuurde verhandeling volledig ware. Maar zij is het niet.
Naar Schrijver (blz. 16 van 't hs.) zijn er drie groepen factoren die het voorkomen van micro-organismen beïnvloeden:
1) | Climaterische factoren (licht, temperatuur, regen, wind); |
2) | Physische en chemische factoren (mechanische werking, vervuild water, opgeloste stoffen); |
3) | Biologische factoren (voorkomen van planten en dieren). |
In zijn hs. onderzoekt Schr. enkel den invloed van de factoren van groep 1. Over de twee andere groepen - geen woord. Schr. belooft zelfs niet ons later het vervolg zijner onderzoekingen bekend te maken. Zijne verhandeling heeft een begin, maar geen slot. Zij is dus onvolledig.
Daarom kan ik niet voorstellen de bijdrage van Dr. P. van Oye - niettegenstaande de onbetwistbare waarde van het ons medegedeelde - in onze Verslagen en Mededeelingen te laten verschijnen. Om dit voorstel te kunnen doen - en waarlijk, ik verlang niet beter - verwacht ik dus, eerlang, de voltooiing dezer oekologische verhandeling.
- De Vergadering beslist dat de lezing van den heer Gustaaf Segers in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
- Wat de verslagen betreft over het werk van den heer Dr. Paul van Oye, zij zullen door het Bestuur der Academie aan den schrijver worden medegedeeld, met verzoek daaraan het gewenschte gevolg te geven. - Door de Academie goedgekeurd.
| |
| |
| |
Dagorde.
1o) Lidmaatschap der Academie. Candidaten worden voorgesteld:
a] | Voor de plaats van briefwisselend lid, open door het afsterven van Alfons de Cock. |
b] | Voor de plaatsen van buitenlandsch eerelid, open door het afsterven van Dr. Murray en Dr. Abraham Kuyper. |
- Er zal in de Juni-vergadering tot de verkiezing overgegaan worden.
2o) Lezing door den heer Dr. Hugo Verriest: Het beschaafd West-Vlaanderen. - Pastoor Verriest heeft deze twee vragen onderzocht en beantwoord:
Wat is een beschaafd volk; wat is een beschaafde taal?
Hij heeft gewezen op onze oude beschaafdheid, op 't gene er nu bestaat, en op hetgene er door heel Westvlaanderen aan 't herworden is bij de studenten, studentinnen, Hoogescholen, Seminariën, Colleges, Athenea, Normale en mindere scholen.
In antwoord op de tweede vraag heeft hij gehandeld over de westvlaamsche taal, die wel tongval kan genoemd worden wegens uitspraak, maar niet om het geschreven woord. Onder alle Dietsche dialekten van aan Rusland tot over Duinkerke staat het westvlaamsch naast de geschreven taal. Het heeft de zuiverste akkoorden en lettergamme; staat vooren in den strijd tegen misbruiken en verval, en bezigt minst fransche woorden.
Hij heeft eindelijk daarbij gevoegd dat de kunst in Westvlaanderen het volk naar boven helpt, dat zij uit der natuur dialektisch is in de vijf zinnen, en besloten met het woord, dat onze beschaving geen namaak zijn mag, noch ontwording en verval; maar ons moet ontwikkelen en in eigen wezen, zuivere taal en hooger leven doen herworden.
- De Vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|