gansch bijzondere plaats. Hij werd een geleerde, die de eigenschappen en de deugden van den waren beoefenaar der wetenschap bezat: de liefde voor het werk, eene onweerstaanbare neiging tot onderzoek en navorsching en dan, de kroon op het alles, de eenvoud, de vriendelijkheid, de minzaamheid, de nederigheid.
De naam van Alfons De Cock is sinds lang in de geleerde wereld verspreid. Geen enkel ernstig folklorist, of hij kent de uitgestrektheid van het gebied waarop onze geleerde Vlaming zich bewoog. Aan hem ook was niets vreemd gebleven van hetgeen in de wereid der folklore gebeurde, hier als in de grootere landen, waar deze wetenschap werd beoefend. Alfons De Cock had de talen gestudeerd, welke hem van dienst konden zijn om op de hoogten der folkloristische wetenschap te komen en deze hoogten heeft hij bereikt. Zijn land, zijn volk mag fier zijn op hem; de personen met welke hij omging of in betrekking was, de leden der Academie, wisten zijne kennis, zijne gaven en zijne deugden te waardeeren.
Het einde der XIXe eeuw en het begin der twintigste heeft twee nieuwe vakken van wetenschap zien ontstaan, en zich zien ontwikkelen: de sociologie en de folklore. Deze wetenschappen wijden ons in, de eerste in het werk, de tweede in den geest van den mensch in de samenleving; in het werk en in den geest van 't volk, in tegenstelling met de geschiedenis en de wijsbegeerte, handelend over de zeden van de machtigen der aarde en de uitstekendsten onder de denkers. Sociologie en folklore, vooral gestudeerd door menschen, die uit het volk kwamen, met het volk in voeling bleven, toonden ons dat een tijdperk van democratie, ook voor de wetenschap, was aangebroken.
Alfons De Cock was in Vlaanderen een der eersten, die de studie der folklore ernstig heeft aangevat, en dertig jaar onafgebroken heeft beoefend. Het tijdschrift Volkskunde, waarvan hij zeker de voornaamste medewerker is geweest, is zijn 26en jaargang ingetreden. Tijdschriften, die zoolang bestaan, tellen wij niet veel in Vlaanderen. Het was dank aan het werk van Alfons De Cock, dat zulks geschiedde. Door August Gittée en Pol De Mont werd hij tot de studie der volkskunde genoodigd, nadat hij zich met letteren en plantenkunde had bezig-