| |
| |
| |
Vergadering van 16 Maart 1921.
Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Isid. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen en Dr. A.-J.-J. Vandevelde, werkende leden;
Hebben zich laten verontschuldigen de heeren Prof. Dr. C. Lecoutere, bestuurder der Academie, Dr. A. Fierens en Mejuffer Virginie Loveling, briefwisselende leden.
***
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag over de maand Februari, dat wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van den heer Alfons de Cock, briefwisselend, lid. - Bij telegram van 3 Maart, zond Mevrouw A. de Cock bericht aan de Academie, dat haar echtgenoot overleden was en dat de lijkplechtigheid Zaterdag, 5n dezer, te half elf, in de kerk van Sint-Norbertus te Antwerpen zou plaats hebben.
Tot teeken van rouw, werd de nationale vlag aan den gevel van het Academiegebouw geheschen. Aan al de Leden werd per brief het overlijden van den heer A. de Cock medegedeeld.
| |
| |
De Bestendige Secretaris had eerst den Heer Is. Teirlinck, ouden vriend en trouwen medewerker van den afgestorvene, verzocht bij de treurige plechtigheid eene lijkrede uit te spreken. Daar deze echter verhinderd was naar Antwerpen te gaan, had hij aan den heer Wattez, onderbestuurder, gevraagd, hem in deze droeve omstandigheden te willen vervangen.
Bij het openen der vergadering, brengt de heer Wattez eerbiedig hulde aan Alfons de Cock; hij geeft lezing van de lijkrede door hem op de begrafenis van ons dierbaar medelid voorgedragen: deze zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
Op voorstel van den heer Wattez beslist de Academie een brief van rouwbeklag aan Mevrouw A. de Cock te sturen.
Vervolgens beslist de Vergadering dat de heer Is. Teirlinck, voor het Jaarboek, met het schrijven van een levensbericht van den betreurden afgestorvene zal belast worden.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Recueil de documents relatifs à l'Histoire de l'Industrie drapière en Flandre, publié par Georges Espinas et Henri Pirenne. Tome III. Bruxelles, 1920.
Id. Correspondance des Ministres de France accrédités à Bruxelles de 1780 à 1790. Dépêches inédites publiées par Eugène Hubert, recteur de l'Université de Liége, membre de l'Académie royale de Belgique et de la Commission royale d'Histoire. I. Bruxelles, 1920.
Id. Classe des Beaux-Arts. Mémoires. Collection in-4o. Tome I, fasc. II. Van Wetter (Georges). - Les origines de la parure aux temps paléolithiques. Bruxelles, Déc. 1920.
Id. id. Mémoires. Collection in-8o. Tome I, fasc. II: Bergmans (Paul). - Quatorze lettres inédites du compositeur Philippe de Monte. Bruxelles, janvier 1921.
| |
| |
Id. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. Mémoires. Collection in-8o. 2e série, Tome XIII, fasc. II: Ulens (Robert). - Le Condroz: sa population agricole au XIXe siècle. Contribution à l'étude de l'histoire économique et sociale. Bruxelles, janvier 1921.
Id. Biographie Nationale. Tome 22, 2e fasc. Siger-Smyters. Bruxelles, 1920.
Id. Annuaire. 1921. 87e année. Bruxelles, 1921.
Id. Bulletin de la Classe des Beaux-Arts, nos 11-12.
Id. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. 1920, nos 11-12, 1921, no 1.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, nrs 1-2, 1921. - Bulletin des Commissions royales d'Art et d'Archéologie. 54e année (1915). 61e année (1919). - Le Musée belge, no 3, 15 juillet 1920; et Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, no 9, 15 octobre 1920.
Door het Museum Plantin-Moretus, te Antwerpen;
Gedenkboek der Feesten gegeven in 1920 te Antwerpen en te Tours ter gelegenheid van de vierhonderdste Verjaring van Chr. Plantin's Geboorte. Antwerpen, z, j. (1920.)
Door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, te Leeuwarden:
De Vrije Fries. Tijdschrift uitgegeven door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. 23ste-26ste deel, en 27ste deel, 1ste afl.
90ste en 91ste Verslag (1917-1919) van het Genootschap. - Uilkema (K.). Het Friesche Boerenhuis. Onderzoek naar het ontstaan van het tegenwoordige Boerenhuis in Friesland. 1o) De Tekst. 2o) De Platen. Leeuwarden, 1916.
Door de Académie royale d'Archéologie de Belgique:
Bulletin, 1920, nr III.
Door de Classe di Scienze Morali della R. Accademia delle Scienze di Bologna:
Memorie. Serie II, Tomo IV, 1919-20. Sezione di Scienze Giuridiche. - Id. Sezione di Scienze Storico-Filologiche.
Rendiconto. Serie II. - Vol. IV (1919-1920).
Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid:
Eene politieke Zwendelarij. Het Activisme in België, door een toeschouwer. Brussel, 1919.
Steph. Blancardi Lexicon medicum renovatum, In quo totius artis Medicae termini, in anatome, chirurgia, pharmacia, chymia, re bota- | |
| |
nica usitati... exponuntur etc.... Editio novissima, & ob additiones à Viro Celeberrimo Joanne Henr. Schulzio. Lovanii, 1754.
Door den E.P.A. Geerebaert S.J., St.-Michielscollege, St.-Michielslaan, te Brussel:
Livius XXIIe boek. De Oorlog tegen Hannibal. II. Van de Po-vlakte tot Cannae, vertaald door A. Geerebaert S.J. Standaard-Bibliotheek. Brussel, 1921.
Demosthenes. Vier politieke Redevoeringen, vertaald door A. Geerebaert S.J. Id.
Door den Heer A.G. Maas, S.J.:
Préservons l'Enfant! Appel aux éducateurs, par A.G. Maas, S.J.. d'après l'édition flamande du même auteur. Etterbeek-Bruxelles, 1915.
Door de Redactie:
Nederlandsche Bibliographie, nr 12, 1920; nr 1, 1921. - Pro Flandria, nr 2, Febr. 1921. - Tooneelgids, VIIe jaar, nr 1. - De Vakleeraar, nr 3, 1921. - Revue de Droit Pénal et de Criminologie, no 2, 1921.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Prof. C. de Bruyker en de Vlaamsche Hoogeschool voor het Belgisch Gerecht. 5-17 Juli 1920. Gent, 1920.
Langohr (Jos.), docteur en philosophie et lettres, professeur à l'Athénée royal de Tongres. - A notre frontière de l'Est. Moresnet - Eupen - Malmédy - Saint-Vith. Avec carte. Liége 1920.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Biekorf, nr 2, 1921. - Neerlandia, nrs 1 en 3, 1921. - De Opvoeder, nrs 6-8, 1921. - De Schoolgids, nr 47, 1910; nr 18, 1911; Inhoudstafel, 1914; nrs 2-5, 1921. - Studiën, Maart 1921. - De Kleine Vlaming, nrs 4-5, 1921. - Volkskunde, nrs 1-4, 1920. - Revue Néo-Scolastique de Philosophie, février 1921. - La Vie diocésaine, février 1921. - Schweizerisches Archiv für Volkskunde, 18de jg., nr 1; 19de, 20ste en 21ste jg.; 22ste jg., nr 2.
***
| |
| |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Ontvangst der overheden door den Heer Gouverneur der provincie, op Zondag, 6n Maart, te 11 uur. - De Heeren Prof. A. de Ceuleneer, Prof. Leo van Puyvelde en Mr. Leonard Willems hebben de ontvangst bijgewoond. (De heer Bestuurder en de Bestendige Secretaris lieten zich verontschuldigen.)
2o) Plechtige vergadering van 26 Juni. - Bij brieve van 6 Maart, bericht de heer Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, hoogleeraar te Utrecht, dat hij gaarne de uitnoodiging der Academie aanneemt om op de plechtige vergadering als feestredenaar op te treden. Hij zal een onderwerp bespreken, dat voor Zuid- en Noordnederland even belangrijk is, nl. de Middelnederlandsche dialectgeografie.
3o) Vlaamsche Van Eyck-dag en December-verslag. - De Bestendige Secretaris is genoodzaakt geweest het verslag over den Vlaamschen Van Eyck-dag tot na dit van de maand December te verschuiven. Jammer genoeg was het, ten gevolge van verschillende omstandigheden, den E. Heer pastoor Aerts enkel mogelijk, in de eerste dagen van Maart de kopij te zenden van de redevoering door hem op genoemden Van Eyck-dag uitgesproken. Daaruit volgt dat het December-nummer alleen in de eerste dagen van April zal kunnen verschijnen en dat die ongewone vertraging niet ten laste van den Bestendigen Secretaris kan gelegd worden.
| |
| |
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Dr. Mansion, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Mr. L. Willems, voorzitter, Edw. Gailliard, K. de Flou, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Is. Teirlinck, Prof. A. de Ceuleneer, leden, Prof. J. Vercoullie en Dr. H. Logeman, hospiteerende leden, en Dr. J. Mansion, lid-secretaris. - De heer Dr. Fierens, die ziek is, heeft zich laten verontschuldigen.
Aan de dagorde staat:
a] Europa's Wording. - Verslag door de heeren Prof. de Ceuleneer en Mr. Leonard Willems over het voorstel tot uitgave van het werk door Mr. A. Prayon-van Zuylen, lid der Academie, nagelaten. - Na kennis genomen te hebben van de verslagen, beslist de Commissie het onafgewerkt gebleven boek van ons betreurd medelid Europa's wording niet uit te geven. Aan de familie van den heer Prayon zal van de uitgebrachte verslagen mededeeling gegeven worden.
b] Anneessens herdacht. - Lezing door Kan. Dr. Jac. Muyldermans. - Dit punt wordt uitgesteld tot eene volgende vergadering.
c] Historische sprokkeling: Een soldatenbrief uit 1812. Mededeeling door Dr. A. Fierens. - Na lezing van het stuk gehoord te hebben, stelt de Commissie voor de bijdrage van Dr. Fierens in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
d] Over het 16de eeuwsche volksboek ‘van de tien ezels’, door Mr. Leonard Willems. - Uitgesteld tot eene volgende vergadering.
- De beslissingen door de Commissie genomen worden door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
2o) Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers,
| |
| |
secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Goemans, voorzitter, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Prof. A. de Ceuleneer, Kan. Amaat Joos, D. Hugo Verriest, Omer Wattez, leden, Is. Teirlinck en Dr. A.-J.-J. Vandevelde, hospiteerende leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Onze Folklore in de school. Lezing door Kan. Amaat Joos. - Spreker houdt een lezing getiteld: De volksraadsels in de school. Gaarne zou hij door dit voornaam deel van de folklore in de school een ruimer deel zien ingenomen, - wat geen tijdverlies zou zijn, want de raadsels kunnen in veel oefeningen benuttigd worden.
- De heer Voorzitter wenscht den heer Joos geluk met zijn merkwaardige voordracht, die een schat van pedagogische lessen bevat.
De heer Joos zal zijne verhandeling in de volgende vergadering voortzetten.
b] Over hervormingen in het vakonderwijs: I. Microbiologische proeven in het huishoudkundig onderwijs. Mededeeling door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. - Daar door den Spreker de aandacht gevestigd wordt op de noodzakelijkheid de onderwijzeressen in het bezit te brengen van een zeer eenvoudig materiaal, waarmede talrijke proeven kunnen genomen worden, wordt de beschrijving gegeven van drie tafels voor microbiologische proeven: de eerste voor de grondproefnemingen; de tweede voor de proeven over steriliseeren en ontsmetten; de derde voor de bereiding der cultuurbodems en het kweeken van eenige niet gevaarlijke microben.
- Op voorstel van den heer Voorzitter, stemt de heer voordrachtgever er in toe zijn stelsel in het lager-, normaalen middelbaar onderwijs toe te passen. - De zoo belangrijke lezing van den heer Dr. Vandevelde zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
- De Academie, in pleno vergaderd, keurt de voorstellen goed door de Commissie gedaan.
| |
| |
| |
Dagorde.
1o) Honderdste verjaring van den dichter Jan van Beers. - Bij brieve van 15 Februari (enkel den 18n ontvangen), deelt de Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie, een schrijven mede van 10n Januari 1921, uitgaande van den Liberalen Vlaamschen Bond van Antwerpen, geteekend door F. Steger, schepen van Antwerpen, als voorzitter, en J. Van de Venne, als secretaris, en waarbij deze heeren den Minister verzoeken de viering van de honderdste verjaring der geboorte van dichter Jan van Beers, ‘bij ministerieel bericht aan de dagorde te willen brengen der Académie royale de Belgique, der Koninklijke Vlaamsche Academie, der Muziekconservatoria, der Normaalscholen, der Athenea en Colleges en der Onderwijzersconferenties’.
De Koninklijke Vlaamsche Academie zou voorzeker haren plicht niet te kort gebleven zijn tegenover de nagedachtenis van dichter Jan van Beers, dien zij als letterkundige en tevens als man van het onderwijs steeds hoogst heeft gewaardeerd. Zij beslist dat de aanstaande vergaderingen van de Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde (in April te houden) en van de Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch (in Mei toekomende) aan dichter Van Beers zullen gewijd worden en dat, in algemeene vergadering van 17 Mei, hem een bijzondere hulde door den Bestuurder der Academie zal gebracht worden.
2o) Geneeskundige dienst bij het Leger. - Bij brieve van 28 Februari 11. (Nr P 48032), gericht tot ons geacht medelid Staatsminister J. Helleputte, schrijft de heer A. Devèze, minister van 's Lands verdediging, dat ‘de voorschriften betreffende de aanstelling van een lid van den beoordeelingsraad onder de door de Konink- | |
| |
lijke Vlaamsche Academie voorgestelde candidaten werden in acht genomen. Op verzoek van het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten heeft deze Instelling een Vlaamschen geneesheer aangewezen, geneesheer Terlinck, die de candidaten de proef heeft doen ondergaan bestaande in de ondervraging van twee Vlaamsche, Fransch-onkundige zieke soldaten...’.
De Bestendige Secretaris heeft niet de minste kennis van een dergelijke benoeming; de Academie werd over bedoelde aanwijzing niet geraadpleegd.
De Heer Minister Devèze geeft de verzekering dat de Vlaamsche Academie voortaan, ten gepaste tijde, elk jaar zal verzocht worden het lid van den beoordeelingsraad aan te wijzen. Doch, dit is niet overeenkomstig met de wet, die zegt: ‘Voor deze bijzondere proef zal de jury worden bijgestaan door een geneesheer, door den Minister gekozen op een driedubbele lijst hem voorgelegd door het bureel der Koninklijke Vlaamsche Academie’.
De Academie vraagt eenvoudig dat die wet nageleefd worde. In dien zin zal aan den Heer Helleputte geschreven worden, met beleefd verzoek het antwoord der Academie aan den heer Minister van 's Lands verdediging mede te deelen.
3o) Letterkundige (of: Wetenschappelijke) werken in handschrift. - Leescomiteit. - Brief van 25 Februari, waarbij de weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten den Bestendigen Secretaris verzoekt aan de heeren Leden der Academie de hieronder volgende mededeeling te doen:
‘Als gevolg op een wensch door de Commissie uitgesproken, die belast werd met het treffen van maatregelen om het nadeel te keer te gaan door de papiercrisis aan de Vlaamsche Letteren veroorzaakt, heeft de Minister besloten een leescomiteit aan te stellen, om de hand- | |
| |
schriften van letterkundige werken uit te kiezen en naar waarde te classeeren, waarvan het uitgeven door den oorlog en door de genoemde crisis werd belet en welke waardig zouden blijken om onder beschermheerschap der Regeering te verschijnen.
Dat Comiteit uit vijf leden samengesteld zal door den Heer Minister benoemd worden uit eene dubbele lijst door de Koninklijke Vlaamsche Academie aangeboden.’
- De Bestendige Secretaris doet opmerken, dat in den oproep door den Minister tot de Académie Royale de Belgique gericht (zie Versl. en Meded., 1920, December-vergadering, blzz. 939-940), er spraak is van ‘ouvrages scientifiques’. Hij vestigt daarop de aandacht van de leden, met de hoop dat de rechten van de Vlaamsche Wetenschap niet uit het oog zullen verloren worden.
- Na eene lange bespreking onder de Leden, wordt er beslist dat aan den heer Minister twee voorstellingslijsten zullen medegedeeld worden, de eene voor de Letterkundige en de andere voor de Wetenschappelijke werken.
Worden door de Academie aangewezen:
Letterkundige werken: |
Wetenschappelijke werken: |
Prof. Dr. Lod. Scharpé, |
Prof. de Ceuleneer, |
Isid. Teirlinck, |
J. Jacobs, |
Prof. Dr. Leo van Puyvelde, |
Prof. Dr. C. Lecoutere, |
Prof. Dr. A. Vermeylen, |
Prof. Dr. J. Mansion, |
Dr. Hugo Verriest, |
Dr. A.-J.-J. Vandevelde, |
Omer Wattez, |
Prof. Vercoullie, |
Mr. Leonard Willems, |
Mr. Leonard Willems, |
Dr. Julius Persyn, |
Dr. van Hoonacker, |
Dr. Maurits Sabbe, |
Prof. Dr. Daels, |
Herman Teirlinck. |
Dr. H. Logeman. |
4o) Verslag over het prijsantwoord over Zeevisscherij. - Aan de vergadering wordt kennis gegeven
| |
| |
van de verslagen door de heeren Vercoullie, Scharpé en Vandevelde uitgebracht.
- De vergadering beslist, dat die verslagen zullen worden gedrukt en, vóor de Mei-vergadering, aan de heeren werkende leden medegedeeld.
5o) Opene plaatsen. - Vaststelling van de openstaande plaatsen. - Luidens het art. 24 van de Wet der Academie, gewijzigd bij Koninklijk besluit van 23 Maart 1891 (Zie Jaarboek voor 1919-1920, bl. 74), moet de Academie elk jaar, in de vergadering van de maand April, het getal openstaande plaatsen van eere- en briefwisselend lid vaststellen. Ten gevolge van bijzondere omstandigheden, dient dit jaar daartoe in de Maartvergadering overgegaan.
Twee plaatsen staan open:
eene van briefwisselend lid, door het afsterven van den heer Karel-Alfons de Cock, en
eene van buitenlandsch eerelid, door het overlijden van den heer Dr. Abraham Kuyper, oud-minister te 's Gravenhage.
6o) Commissie tot het vaststellen van Candidaten voor de openstaande plaatsen. Benoeming eener Commissie van drie werkende leden, die, samen met het Bestuur, de candidaten zullen voorstellen. - Worden aangewezen de heeren Prof. A. de Ceuleneer, Is. Teirlinck en M. Leonard Willems.
7o) Dante-dag te houden op Donderdag, 19 Mei. - Vaststelling van het Programma.
a] Prof. Dr. A. Vermeylen: Dante in 1921.
b] Dr. Julius Persyn: Dante en de Nederlandsche Letterkunde.
c] K. van de Woestyne: Ontmoeting met Dante.
| |
| |
De heer O. Wattez, waarnemend bestuurder, wenscht dat bij de viering van den Dante-dag, gelijk op den Vlaamschen Van Eyck-dag, een muziekaal gedeelte gevoegd worde, met uitvoering van eenige kleine stukken in a-capella-stijl.
Geen instrumenten noch solisten, zegt hij: dat werkt te veel op gevoel en zenuwen, maar a-capella-zang uitgevoerd in de gaanderij van onze feestzaal. Dit stel ik voor, om onze oude Vlaamsche toondichters bekend te maken onder onze intellectuëelen, die er weinig van weten, veel minder dan van onze schilders, bouwmeesters en schrijvers. Romain Rolland schreef in King Albert's Book, tijdens den oorlog aan onzen Koning opgedragen, de volgende woorden: ‘C'est de lui (le sol flamand) qu'est sorti l'art de la musique moderne, de cette polyphonie qui ruissela sur la France, l'Allemagne et l'Italie pendant plus de deux siècles’. De Vlaamsche polyphonisten hebben Palestrina voortgebracht, schreef in Musica (Paris, Oct. 1910) de Italiaan Riciotto Canudo. Men weet het overal behalve hier.
- Het voorstel van den heer Wattez wordt aangenomen. De Bestendige Secretaris wordt met de uitvoering daarvan belast.
8o) Lezing door den Heer Dr. Hugo Verriest: Het beschaafd West-Vlaanderen. - Wordt tot de eerstvolgende vergadering uitgesteld.
- De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|