Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1920
(1920)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKleine verscheidenheden.I.
| |
[pagina 1016]
| |
422. - Dyngheleken vooght.Fr. Avoué judiciaire, zegt de heer D. Berten: 't Is Hij die aan iemand, aan een kloosterling b.v., ‘mits dat hem vooghde behoufde’, door de Wet wordt toegevoegd om een zaak, een geding, voor de wet te voeren. Verdam heet hem Proces-voogd. Vgl. met de drie teksten aldaar aangehaald en, tot nadere uitlegging, met Leecke bistaenden vooght uit ons Gloss. Inv. Arch. Bruges, blz. 169 en 664.
D. Berten, Cout. Seigneurie Saint-Pierre-lez-Gand, blz. 80-81: ‘Dat voor ons commen es... her Roegeerden Draeyere, religieus, muenc ende als pietanchier vanden cloestere van Sente Pieters, metgaders eenen dyngheleken vooght hem in dese navolghende wetteleke saken ghegheven te wette, mids dat hem vooghde behoufde...’ (1431.) | |
423. - Ghehende.Buten der ghehende van drie mylen is hetzelfde als Buiten den afstand van drie mijlen. Het woord wordt in die uitdrukking als zelfstandig naamwoord gebruikt. Vergelijk met Gehende, als bijwoord, bij Verdam; ook een voorbeeld hieronder:
Archief der stad Brugge, Hallegeboden 1513-30, fol. xviij: ‘Dat niemende en gheoorlove tmesch ende vulichede, datmen daghelicx binnen deser stede, zo wel inde meschpaerken daer toe gheordonneirt als anderssins achter de strate gadert, buten der ghehende van drie mijlen deser stede te voerne..., ten fijne dat tland hier ontrent deser stede gheleghen te bet zoude moghen ghemescht ende ghevet worden... Nu es waer ende ghebuert daghelicx, dat diversche personen, wonachtich vive, vj, vij, viij mijlen ghehende deser stede...’
Rontomme ende ghehende: Binnen der mile rontomme ende ghehende der stede... van Ypre beteekent In den omtrek van eene mijl rondom de stad Iperen:
L Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, 642: ‘Dat binnen der mile rontomme ende ghehende der stede ende scependom van Ypre, niement, wie hy zy, en zal voortaen moghen doen eenighe neeringhe, negociacie ofte ambochten, dan alleenlic...’ | |
[pagina 1017]
| |
424. - Thender maete thenden ghelde.Franche mesure francs deniers, zegt de heer D. Berten in zijne vertaling. Bovenstaande uitdrukking is nog onder het volk gekend en van dagelijksch gebruik. In den tekst hieronder, alwaar er spraak is van de verkooping of verhuring van een leen, is de eigenlijke beteekenis, dat er vanwege den kooper of verhuurder zooveel geld zal geteld worden als er grond geleverd wordt:
D. Berten, Cout. Vieuxbourg de Gand, blz. 268: ‘Soo wanneer dat eennich leen verhuert ofte vercocht werdt thender maete thenden ghelde, zonder verclaers van oudde ofte nyeuwe maete, zoo verstaet men...’ (1563.)
Wij vragen ons af, of het Fr. Au denier la denrée, door La Curne de Sainte-Palaye, vo Denier aangehaald, niet een Fransche vorm is van onze uitdrukking. | |
425. - Uutsteken: Een vane uutsteken.Door Uutsteken (uitsteken) wordt hieronder gewezen op het Uithangen, op het Hijsschen van een vaandel of vlag; fr. Arborer. In het Vlaamsche land, is dit woord van algemeen gebruik en is Hijsschen zooveel als onbekend. Men zie nl. bij De Bo. - Met Insteken, dat in onzen tekst tegelijk voorkomt, wordt het Intrekken van het uitgestoken vaandel bedoeld.
W.H. James Weale, Les Eglises Doyenné Dixmude, Documents, blz. 9: ‘Betaelt den gravemakere, vander kermesse vane uut ende in te stekene, iiij s.’ (1489.) | |
426. - Zijn handt doen van...Verdam, vo Hant, IIIe deel, kol. 91, haalt een enkel voorbeeld aan van de uitdrukking Sine hant doen van iet, = Zijne hand van iets afhouden, ook Geen aanspraak op iets maken. Een ander voorbeeld volgt:
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Proostsche van Brugge, Register nr 828, of ‘Ferieboek’ van 1467-1473, fol. xiiij: ‘Dat Salaerdin van Ghistele wel ende wettelicke beclaecht es, van..., omme gheruumdt thebbene ende zyn handt ghedaen vander rechter heltscheede van zesse ghemeten...’ | |
[pagina 1018]
| |
427. - Gheneghen, ghehuldich.Meer gheneghen zijn te... beteekent Meer genegen zijn voor, Meer genegenheid hebben voor, in den zin van Voorliefde hebben voor... Fr. Préférer (Avoir des préférences). Men vergelijke met Geneiget bij Verdam.
Staatsarchief te Brugge, Fonds Proostsche van Brugge, Register nr 828, of ‘Ferieboek’ van 1467-1473, fol. 1: ‘Lysbette, de weduwe Pieter f. Jans Maes..., oud lxxij jaer, zeide voord, mids dat zoe daer daghelicx converseirde, dat de weduwe Aernoud Zanghers meer gheneghen was te Rijcquaerds waerd (haren zoon) dan te huerer dochter ende dede huerer dochter vele onghenouchten...’
Met dezelfde beteekenis zei men Enen meer ghehuldich zijn; bij Verdam Gehoudich = Genegen, Goedgezind, Goedgunstig:
Id., id., Reg. id., fol. 1: ‘Cornelye, de weduwe Adriaens Clercx..., oud xl jaer..., zeide by eede dat...; heift voord ghehoren zegghen der weduwe Aernoud Zanghers also huer dochtre, dat zoe meer ghehuldich was den zuene dan der dochtre, nochtans claechde zoe datse eenighe cateylen hadde onder Rijcquaerd (den zoon), die zoe niet ghecrighen en conste. Anders ne weet zoe niet.’
De twee getuigenissen hierboven worden, ten gunste van den verweerder als volgt uitgelegd:
Id., id., Reg. id., fol. clj: ‘Want elc dienaer es ghehuldich den ghonen daer hij daghelicx proffijt ende bate of heeft... Biden welken de deposicie vanden voors. oorconden niet en behoort te commene ter prejudicie vanden voors. verwerere noch ten voordeele vander voors. weduwe, aenghezien dat de voors. twee oorconden daghelicx zijn over de voors. weduwe ter stede ende plaetse daer zoe te doene heift.’ | |
428. - Devotaris.Is gevormd uit het Fr. Dévot en wijst op Vrome (christelijk, godsdienstig) persoon; Fr. Personne pieuse.
Staatsarchief te Brugge, nr 11554 of Rekening ‘van Onser Vrauwen Kercke in Ardemburch’ van 1569-1570, fol. liij: ‘sDonderdaechs ten langhen ommeghanghe deser kercke tHaenkinswerve by den Schyndt, met twee schepenen deser stede, met noch divers- | |
[pagina 1019]
| |
sche prochianen ende andere devotarissen, die de rive van Maria den wech vanden ommeghanghe helpen draghen ende convoyeeren...’ Fol. liij vo: ‘... metgaders bewys ende betalinghe te doene van tapport ende offerande byden devotarissen ghedaen...’ | |
429. - Dienen met enen.In den gewonen zin van Dienen (In iemands dienst zijn), Fr. Servir (comme domestique). Dienen met enen is Bij hem in dienst zijn:
Staatsarchief te Brugge, Fonds Proostsche van Brugge, Register nr 828, of ‘Ferieboek’ van 1467-1473, fol. xcv vo: ‘Ic Loy Zuerijnc, priestere, prochipape van Jabbeke, certifiere bi deser cedule, dat ic was bi daer een huwelic gheordinert, ghesloten ende belooft was tusschen Adriaen f. Jacop Blanckaerts, of een zijde, ende Claren fa Gheeraerd Biens, over ander zijde. Ende aldaer int sluten vanden huwelicke, zo beloofden ende ghaven Willem vanden Berghe ende Jane zijn wijf, Adriaen Blanckaert met Claren huerliedere nichten, in huwelick, ter cause van dat Clare met hemlieden xiiij jaren ghedient hadde ende gheene huere ontfanghen, een stede te wetene land, huusen ende bomen...’ | |
430. - Galghe.Dat woord schijnt te wijzen op den Klokstoel, ook Stoel (De Bo), of Klokkestoel, d.i. op het houten gestel waar eene klok in hangt; fr. Beffroi.
W.H. James Weale, Les églises Doyenné Dixmude, Documents, blz. 37: ‘Metsgaeders de ghalghe van de zelve groote clocke te rechten ende in de middele te bringhen, die wel drye vinghers up deen zijde naest dheenen boort stont...’ (Dixmude, 1570.) | |
431. - Gheduerich.Spr. van ‘groote leden van muelenen’, d.w.z. de zware stukken, de ‘grondstukken’ daarvan, wijst Gheduerich = duurzaam, om zoo te zeggen op ‘bestendig’ zijn, Fr. avoir un caractère de ‘permanence’, de durabilité; derhalve wordt door de uitdrukking hierboven gewezen, op de stukken van een molen, die alleen aan kleine herstellingskosten onderhevig zijn:
D. Berten, Cout. Vieuxbourg Gand, blz. 174: ‘Inde daghelicxsch nootsakelicke cleene refectie vanden huusen, muelenen...; ende in groote nootsakelicke reparacie ande huusen die de leenen | |
[pagina 1020]
| |
volghen, ghelyckerwys van mueren, balckenGa naar voetnoot(1), groote leden van muelenen, die gheduerich syn, moet (de weduwe) daerof dooghen tvierde sonder meer.’ (1550.) | |
432. - Cloppynghe of buisschynghe.De tekst hieronder heeft tot vrij zonderlinge uitleggingen aanleiding gegeven. Laten wij dien wat nader verklaren.
D. Berten, Cout. Seigneurie Saint-Pierre-lez-Gand, blz. 158: ‘Den xxvijen Novembre xvc xxxv, was Willem Balsaert gheinterdiceert zyn huusen staende op de Cleye niet te verhueren eenighe onghezuwede persoonen of onheerlyck huus houdende, daer duere cloppynghe of buisschynghe ghebueren mochte, op peyne van ghepuniert te werden ter discretie van schepenen.’
Heel die tekst komt uit op het verbod, huizen ‘staende op de Cleye’ te verhuren aan jonge dochters of aan lieden die ‘onheerlyck huus’ houden, waaruit er rumoer zou kunnen ontstaan.
*Onghezuwede persoonen is voorzeker Onghehuwede personen te lezen en zal aldus niets te maken hebben met ‘personnes n'ayant pas payé leur droit d'issue’.
Onheerlyck (Oneerlyck) huus houden wijst op het houden van Quade, onredelycke ende onbehoorlicke herberghe, of Onnutte herberghe, ook nog Bedecie herberghe, waarover bijzonderheden in onze Keure van Hazebroek, II, 70, 80-82, - en dus niet op ‘tenir un train de maison inconvenant’.
Wat Cloppynghe of buisschynghe betreft, daardoor is niet te verstaan, ‘des bruits de martelage ou tapage assourdissant’. Liever is het gerucht bedoeld b.v. door lieden gemaakt om (in zulke huizen) binnen gelaten te worden en de ergernis die daaruit voor de geburen zou spruiten. Cloppen is: met kracht slaan op eene deur; naar De Bo, Buischen: een hevige slag met gedruisch o.a. op een deur geven. Het herhaaldelijk en met geweld aankloppen is evenwel de bedoeling. Zie ook Verdam, vo Buusschen. Edw. Gailliard, |