Kleine verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
420 - Beteren: Schapen beteren.
Onder nr 369, hebben wij, op blz. 472, een tekst opgenomen, waarin er spraak is ‘van meer schaepen up den upstal der selver prochie (Destelbergen) ghebeteert thebbene dan...’. Dit ghebeteert hebben wij door het woord sic laten volgen, alsof er, naar onze meening, ghebetert diende gelezen.
De heer Herman Ronse, bestuurder der Hofbouwschool te Gent, doet ons opmerken dat bedoeld woord niet met beteren, klemtoon op be, - maar met een woord beteren, klemtoon op te, in verband hoeft gebracht. En hij wijst op teeren, teren = bij Kiliaan Repaistre, manger, waarvan beteren zou gevormd zijn.
De beteekenis Laten grazen blijft echter onaangeroerd.
Wij bedanken gaarne den heer Ronse voor zijne mededeeling. Thans evenwel zijn wij - wat wij best vroeger hadden gedaan - het oorspronkelijk stuk (Register Destelbergen, nr 522, fol. 62) op het Staatsarchief te Gent te rade gegaan: zonderling genoeg, er staat aldaar GEVETEERT geschreven, niet GEBETEERT. En diezelfde lezing komt terug, in hetzelfde stuk, fol. 63, in een vonnis dat uitgesproken werd, niet tegen ‘Pierre Voet’, zooals gezegd wordt in Cout. des Seigneuries enclavées dans le Vieuxbourg de Gand, blz. 165, maar wel tegen zekeren ‘Pieter Vaet’, die verder ‘Pieter vander Vaet’ genoemd wordt.
Wat echter GEVETEERT is, vanwaar het woord voorkomt, weten wij niet. Alleen zij er hier op gewezen, dat genoemd stuk zeer duidelijk en met zorg geschreven is en dat er van een verkeerde lezing geen spraak zijn kan. Naar andere voorbeelden hebben wij in genoemd register vruchteloos gezocht, alsook in de Registers nr 521 en 523 van het Staatsarchief alsboven.
Edw. Gailliard.