Wat het geleverde zelf betreft, de verzameling is zeer rijk en er is aan het bijeengaren veel vlijt besteed. Ik geloof dat men er weinig leemten in zal moeten aanwijzen. Toch treft de afwezigheid van het Oostvlaamsche djakke = zweep, van drolmachine, verdeelmachine en vooral die van strijkgaren, terwijl kamgaren opgenomen is: strijkgaren immers is het eigenlijke garen om laken te weven; kamgaren is het garen om zoogenoemde stoffen te weven.
Het ware dus jammer indien deze woordenlijst onuitgegeven bleef; maar in haar tegenwoordigen vorm kan ze niet uitgegeven worden. De schrijver zou een paar goede woordenboeken moeten bestudeeren of zich met een beroepsphiloloog moeten verstaan, om te leeren hoe een woordenboekartikel, vooral wanneer verschillende beteekenissen te omschrijven zijn, moet gesteld worden. Ook is het zonderling dat onder zijn bronnen De Vries en Te Winkel Groot Woordenboek, Karmarsch of Kuyper Handb. d. Mechanische Technologie, Sachs-Villatte Fr.-D. Wdb., Muset-Sanders Eng.-D. Wdbk. ontbreken. Overigens zijn de titelopgaven doorgaans niet nauwkeurig genoeg.
Zijn bepalingen zijn al eens te onbepaald. Aan omschrijvingen als zekere stof of soort van stof (nu en dan in dagbladen-Nederduitsch, om met Van Lennep te spreken, soort stof) heeft men niet veel.
Adjectieven met subst, als dubbele aanslag, d. inslag, d. kegelspoel enz., eenvoudig brocheersel, e. kruisknoop enz., gladde wol, g. wollen garen enz., moeten niet afzonderlijke artikels vormen, maar een enkel onder het ad ectief.
Ook de voorvoegsels als aan, door enz. zijn niet in afzonderlijke artikels te behandelen, omdat het niet te verwachten is dat de lezer de beteekenissen van de woorden die er mee samengesteld zijn, als doorhaspelen, doorkaarden, bij de voorvoegsels zal gaan bestudeeren.
Kleurnamen, als amandelgeel, appelgroen, glasgroen mogen wel opgenomen worden, als de schrijver maar zegt door welke stoffen bedoelde kleuren verkregen worden.
Onder bijts, bijtsen paste de opmerking dat daarover niets te vinden is noch in 't Groot Wdbk noch bij Van Dale, waar echter aluinbijts voorkomt, met vermelding van roodbijts dat nochtans op zijne plaats afwezig is; daarbij kan ook gezegd worden dat men beits, beitsen behoort te schrijven, zooals overigens, wanneer het op hout betrekking heeft, gedaan wordt.