Kleine verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
357. - *Braet.
D. Berten, Cout. Seigneurie Saint-Pierre-lez-Gand, blz. 122: ‘Ende elck wie wille mach calveren, lammeren, coeyen, ochsen ende scapen. kieckenen. braet, vercken ende swynen, ende alle eetelicke waere daer bringhen te coope...’ (XV-XVIe eeuw.)
Naar den uitgever, luidt een variante broot. Van Brood kan er echter in den tekst geen spraak zijn. Edoch, de heer D. Berten zegt hierop in nota: ‘Si nous ne nous trompons, braet veut dire aussi Cochon de lait’. Wat er van zij, er dient eenvoudig, onder verbinding met het volgende woord vercken, Braetvercken gelezen. Men zie het Wdb. Nederl. Taal, vo Braadvarken: Speenvarken, vetgemeste big, bestemd om aan het spit of in den oven gebraden te worden.
Edw. Gailliard.