Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1913
(1913)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 537]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Voertaal van het Lager Onderwijs; - De tweede taal in de Lagere SchoolGa naar voetnoot(*),
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 538]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het hoofdressort Antwerpen bevat 168 gemeentescholen, 86 aangenomen, en 52 gesubsidiëerde vrije scholen. Overal is het Nederlandsch de voertaal van het onderricht. Als tweede taal wordt de Fransche taal, tijdens de schooluren, onderwezen in 128 gemeentescholen; in 59 aangenomen, en in 49 gesubsidiëerde vrije scholen. Buiten de gewone schooluren wordt de Fransche taal onderwezen in 22 gemeentescholen, 23 a.s. en 1 g.v.s.. In 10 g.s. wordt daarenboven, buiten de gewone schooluren, Duitsch en Engelsch onderwezen, insgelijks in 5 g.v.s.
Hoofdressort Mechelen: G.S.: 150; A.S.: 125; G.V.S.: 13. Het Nederlandsch is de voertaal in 148 g.s.; en in al de a.s. en g.v.s. Als tweede taal wordt het Fransch, tijdens de schooluren, onderwezen in 95 g.s., in 88 a.s., en in 10 g.v.s. Buiten de schooluren wordt deze taal onderwezen in 15 g.s., in evenveel a.s. en in 3 g.v.s. Hoofddressort Brussel: G.S. 293. Het Nederlandsch is de voertaal in 230; het Fransch in 63 scholenGa naar voetnoot(1). A.S. 68. Het Nederlandsch is de voertaal in 64; het Fransch in 4 scholen. G.V.S. 112. Het Nederlandsch is de voertaal in 66; het Fransch in 46 scholen. Als tweede taal wordt het Fransch in 240; g.s. 56 a.s. 63 g.v.s.; het Nederlandsch in 39 g.s.; 4 a.s. en 47 g.v.s. tijdens de schooluren onderwezen. In 4 g.s. wordt tevens Duitsch; buiten de schooluren in 6 Fransch, en in 3 Duitsch en Engelsch onderwezen. In 10 a.s. en in 3 g.v.s. onderwijst men dan ook Fransch en in 1 g.v.s. tijdens de schooluren Duitsch. Hoofdressort Leuven: G.S. 422. Het Nederlandsch is de voertaal in 180; het Fransch in 242 scholen. A.S. 85 scholen. Het Nederlandsch is de voertaal in 63; het Fransch in 22 scholen. G.V.S. 104 scholen. Het Nederlandsch is de voertaal in 47; het Fransch in 57 scholen. Tijdens de schooluren wordt het Fransch, als tweede taal, onderwezen in 159 g.s. 53 a.s. 44 g.v.s.; het Nederlandsch in 13 g.s.; 2 a.s.; 17 g.v.s. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 539]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten de schooluren wordt het Fransch in 12; het Nederlandsch in 4 g s.; het Fransch in 16 a.s. en 8 g.v.s. onderwezen. Hoofdressort Brugge: G.S. 136. A.S. 163. G.V.S. 88. Het Nederlandsch is overal de voertaal. Tijdens de schooluren wordt het Fransch als tweede taal onderwezen in 136 g.s. 162 a.s. en 86 g.v.s. Buiten de schooluren wordt het Duitsch in 1 g.s.; het Engelsch en het Duitsch elk in 1 a.s.; het Engelsch in 2, het Duitsch in 1 g.v.s. onderwezen. Hoofdressort Kortrijk: G.S. 99. Het Nederlandsch is de voertaal in 86; het Fransch in 13 scholen. A.S. 169. Het Nederlandsch is de voertaal in 148; het Fransch in 21 scholen. G.V.S. 100. Het Nederlandsch is de voertaal in 95; het Fransch in 5 scholen. Het Fransch wordt, tijdens de schooluren, als tweede taal onderwezen in 86 g.s. 148 a.s. en 91 g.v.s.; het Nederlandsch in 9 g.s. 19 a.s. en 4 g.v.s. In 4 g.s. wordt het Fransch buiten de schooluren als tweede taal onderwezen. Hoofdressort Aalst: G.S. 209. A.S. 225. G.V.S. 51. Overal is het Nederlandsch de voertaal; behalve in 3 g.v.s. Als tweede taal wordt het Fransch, tijdens de schooluren, onderwezen in 169 g.s.; 188 a.s. en 40 g.v.s.; het Nederlandsch in 3 g.v.s. Buiten de schooluren wordt het Fransch in 28 g.s. 29 a.s. en 8 g.v.s. onderwezen. Hoofdressort Gent: G.S. 160. A.S. 159. G.V.S. 79. Het Nederlandsch is de voertaal in 155 g.s. 156 a.s. en in al de g.v.s.; het Fransch in 4 g.s. en 3 a.s. Als tweede taal wordt het Fransch, tijdens de schooluren, onderwezen in 143 g.s. in 151 a.s., en in 79 g.v.s. Buiten de schooluren wordt het Fransch in 17 g.s.; 23 a.s. 9 g.v.s. onderwezen.
Hoofdressort Charleroi: G.S. 400. A.S. 32. G.V.S. 112. Het Fransch is overal de voertaal. Tijdens de schooluren wordt het Nederlandsch als tweede taal onderwezen in 47 g.s., 6 a.s., 36 g.v.s; buiten de schooluren in 6 g.s., het Duitsch in 1 g.v.s. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 540]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdressort Bergen: G.S.: 344; A.S.: 31; G.V.S.: 119. Het Fransch is de voertaal in 338 g.s., 27 a.s., 118 g.v.s. Het Nederlandsch in 6 g.s., 4 a.s., 1 g.v.s. Tijdens de schooluren wordt het Nederlandsch als tweede taal onderwezen in 34 g.s., 3 a.s., 29 g.v.s.; het Fransch in 6 g.s.; 4 a.s.; 1 g.v.s.; het Duitsch in 1 g.s. Buiten de schooluren het Nederlandsch in 1 g.s.; het Engelsch en het Duitsch elk in 1 g.v.s.
Hoofdressort Doornik: G.S.: 279; A.S.: 35; G.V.S.: 68. Het Fransch is overal de voertaal. Het Nederlandsch wordt, tijdens de schooluren, als tweede taal onderwezen in 12 g.s.; 4 a.s.; 17 g.v.s. Hoofdressort Hoei: G.S.: 397; A.S.: 21; G.V.S.: 72. Het Fransch is de voertaal in 380 g s.; 20 a.s; 71 g.v.s.; het Nederlandsch in 17 g.s.; 1 a.s.; 1 g.v.s. Tijdens de schooluren wordt het Nederlandsch als tweede taal onderwezen in 5 g.s.; 12 g.v.s.; het Fransch in 17 g.s.; 1 g.v.s.; buiten de schooluren het Duitsch in 26, het Engelsch in 10 g.s.
Hoofdressort Luik: G.S.: 360; A.S.: 21; G.V.S.: 98. Het Fransch is de voertaal in 336 g.s.; 17 a.s.; 94 g.v.s.; het Nederlandsch in 7 g.s.; 2 a.s.; het Duitsch in 17 g.s., 4 g.v.s. Tijdens de schooluren wordt het Nederlandsch als tweede taal onderwezen in 4, het Fransch in 24, het Duitsch in 21; buiten de schooluren het Nederlandsch in 46, het Duitsch in 77 g.s.; tijdens de schooluren het Nederlandsch in 3, het Fransch in 4 a.s.; het Fransch in 4, het Nederlandsch in 19, het Duitsch in 21 g.v.s.; buiten de schooluren het Nederlandsch in 1 g.v.s. Hoofdressort Hasselt: G.S.: 164; A.S.: 193; G.V.S.: 52. Het Nederlandsch is de voertaal in 151 g.s.; 191 a.s.; 50 g.v.s.; het Fransch in 13 g.s., 2 a.s., 2 g.v.s. Tijdens de schooluren wordt het Fransch als tweede taal onderwezen in 139; het Nederlandsch in 4 g.s.; het Fransch in 137 a.s. 45 g.v.s.; het Nederlandsch en het Duitsch elk in 2 g.v.s. Buiten den schooltijd wordt het Fransch in 1 g.s., 5 a.s. 1 g.v.s. onderwezen. Hoofdressort Aarlen: G.S.: 259; A.S.: 42; G.V.S.: 48. Het Fransch is de voertaal in 194 g.s., 38 a.s., 43 g.v.s.; het Duitsch in 65 g.s,, 4 a.s., 5 g.v.s.; het Fransch wordt, tijdens de schooluren, in 65; het Nederlandsch in 1, het Duitsch in 2 g.s. als tweede taal onderwezen; het Nederlandsch in 1, het Fransch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 541]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in 4, het Duitsch in 1 a.s.; het Fransch in 5, het Nederlandsch en het Duitsch elk in 2 g.v.s. onderwezen. Buiten den schooltijd wordt het Nederlandsch in 1 g.v.s. onderwezen. Hoofdressort Marche: G.S.: 258; A.S.: 46; G.V.S.: 31. Het Fransch is de voertaal in 255 g.s., 44 a.s., 31 g.v.s.; het Duitsch in 3 g.s., 2 a.s. Tijdens de schooluren wordt het Fransch als tweede taal onderwezen in 3, het Nederlandsch in 7, het Duitsch in 1 g.s.; het Fransch en het Nederlandsch elk in 2 a.s.; het Nederlandsch in 4; het Duitsch in 3 g.v.s. Hoofdressort Dinant: G.S.: 245; A.S.: 36; G.V.S.: 34. Het Fransch is overal de voertaal. Het Nederlandsch wordt, tijdens de schooluren, in 20, het Duitsch in 1 g.s.; het Nederlandsch in 2 g.v.s.; en buiten den schooltijd in 1 g.s. onderwezen. Hoofdressort Namen: G.S.: 341; A.S.: 64; G.V.S.: 72. Het Fransch is overal de voertaal. Tijdens de schooluren wordt het Nederlandsch in 11, en buiten de schooluren in 6 g.s. als tweede taal onderwezen; het Nederlandsch in 4 a.s. in 16 g.v.s.; het Duitsch in 1 g.v.s. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenvatting.Er zijn in het Rijk:
Het Fransch is de voertaal in:
Het Nederlandsch is de voertaal in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 542]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Duitsch is de voertaal in:
Het Fransch wordt, als tweede taal, tijdens de schooluren, onderwezen in:
Buiten den schooltijd in:
Het Nederlandsch wordt, tijdens de schooluren, als tweede taal, onderwezen in:
Buiten den schooltijd in:
Het Duitsch wordt, tijdens de schooluren, als tweede taal onderwezen in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 543]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten den schooltijd in:
Uit deze cijfers blijkt: Dat de Fransche taal in 963 scholen meer de voertaal was dan de Nederlandsche; dat de Fransche taal als tweede taal, tijdens de schooluren, in 2513 scholen meer onderwezen werd dan het Nederlandsch; dat, als men de cijfers samentelt, waar beide talen als voertaal en als tweede taal, tijdens en buiten de schooluren, onderwezen worden, men tot den volgenden uitslag komt:
Er werd dus Fransch geleerd in 7,468, Nederlandsch in 3,826 lagere scholen;
Tijdens het twee en twintigste driejarig tijdvak (1906-1907-1908) was de toestand de volgende:
Er waren dus in 1911 135 scholen meer dan in 1908. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 544]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Fransch was de voertaal in:
Het Nederlandsch was de voertaal in:
Het Fransch was dus in 979 scholen meer de voertaal dan het Nederlandsch:
Het Duitsch was de voertaal in 100 scholen. Als tweede taal werd het Fransch onderwezen, tijdens de schooluren in:
Buiten de schooluren in:
Samen in 3,124 scholen.
Als voertaal en als tweede taal in 7,241 scholen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 545]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de schooluren werd de Nederlandsche taal als tweede taal onderwezen in:
Buiten de schooluren:
Samen in 512 scholen.:
Als tweede taal werd het Fransch, tijdens de schooluren, in 2450 scholen meer onderwezen dan het Nederlandsch. Als voertaal en als tweede taal werd het Nederlandsch onderwezen in 3650 scholen.
Als voertaal en als tweede taal werd onze moedertaal in 2591 scholen minder onderwezen dan het Fransch.
Deze cijfers zijn welsprekend. Slechts dit voeg ik erbij. In al de scholen, waar, volgens de Verslagen, onze moedertaal de voertaal is, is zij dit niet in al de graden van het onderwijs. Aan het onderricht der tweede taal wordt aan het Fransch veel meer tijd en zorg besteed dan aan het Nederlandsch. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 546]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IIUit de nota, door mij in onze Julivergadering voorgelezen, blijkt, dat den 31 December 1911, in de 7,590 lagere scholen van België, het Fransch de voertaal was in 4,224; het Nederlandsch in 3,261 scholen. Als tweede taal werd het Fransch, tijdens de schooluren, in 2,985; en buiten de schooluren in 259 scholen onderwezen; het Nederlandsch, tijdens de schooluren, in 472; en buiten de schooluren in 93 scholenGa naar voetnoot(1). Het Driejaarlijksch Verslag geeft het getal onderwijsinrichtingen per schoolressort op, met aanduiding der voertaal en der tweede taal, welke in de scholen wordt onderwezen. Doch, wij leeren er niet uit in welke gemeenten de Nederlandsche of Fransche taal de voertaal van het aanvankelijk onderwijs is. Evenmin wordt ons uitdrukkelijk verklaard, dat in al de scholen, waar, volgens de officiëele opgaven, onze moedertaal de voertaal van het onderwijs is, dit wezenlijk het geval is in al de graden van het programma. Ook is het ons niet mogelijk na te gaan, hoeveel uren per week aan het onderricht der tweede taal wordt besteed, noch op welken ouderdom met het onderricht der tweede taal een aanvang wordt gemaakt. Eene zaak is zeker; er zijn lagere scholen, waar de groote meerderheid der kinderen de Fransche taal niet verstaan, en waar nochtans in die taal onderwijs gegeven wordt. Ik geloof niet, dat deze toestand, buiten België, in een enkel beschaafd land bestaat. In het Institut national Belge de Pédologie heeft men er zich herhaaldelijk mede bezig gehouden. In de algemeene vergadering, gehouden in het schoolmuseum te Brussel, den 29 December 1912, onder het voorzitterschap van den heer Corman, algemeenen bestuurder bij ons lager onderwijs, bracht de heer Clerckx, kantonale schoolopziener over het ressort St-Jans-Molenbeek, verslag uit over de verachterde leerlingen in dit ressort. Eene der voornaamste oorzaken achtte hij het gebruik eener vreemde taal als voertaal.
‘La seconde cause langue étrangère comme langue véhiculaire se rencontre également en ville seulement et plus spécialement dans les | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 547]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
écoles de filles, ‘zegt de heer inspecteur’. 374 élèves, soit plus de 3 p.c. sont en retard pour ce motif. Je suis d'ailleurs convaincu que ces données restent au-dessous de la réalité. Rien n'est plus frappant pour prouver l'inanité d'un enseignement qui fait fi de la langue maternelle dans les écoles gardiennes et les deux premiers degrés de l'école primaireGa naar voetnoot(1).
Mijn uitstekende oud-leerling, de heer van der Wallen, kantonale schoolopziener over het ressort Brussel, sloeg in dezelfde vergadering nagels met koppen.
M. Van der Wallen. - Ne pourrions-nous pas, dans une prochaine réunion, avoir une discussion générale sur les causes de l'arriération constatée dans les classes? M. le Président. - Adressez votre demande au bureau, nous l'examinerons. M. Van der Wallen. - Pour éviter l'arriération chez les élèves, le meilleur moyen est, je pense, de bien donner l'enseignement et surtout de recourir à l'enseignement intuitif, comme M. Siméons l'a indiqué à la fin de sa communication. Or, plusieurs personnes estiment et je partage en partie cet avis - que très souvent l'enseignement. en général, est organisé de façon à pousser à l'arriération. M. le Président. - Vous allez un peu loin. C'est une accusation gratuite à laquelle je ne puis me rallier. M. Van der Wallen. - L'enseignement est souvent donné dans une langue qui n'est pas la langue maternelle de l'enfant. Ce système peut être une cause de l'arriération. M. le Président. - Il ne faut pas exagérer la portée de cette observation de M. Clerckx. Dans votre ressort, Monsieur l'Inspecteur, vous avez également des écoles où l'on fait usage des deux langues. Or, il est indiscutable qu'il est plus difficile à l'instituteur de donner un enseignement convenable dans deux langues que dans une seule. Ceux qui se sont trouvés aux prises avec cette difficulté ne le contesteront pas, et, pour ma part, j'ai été dans une région où je l'ai rencontrée. M. Van der Wallen. - Je voudrais prouver, Monsieur le Président, que l'enseignement aux arriérés, et, en général, à tous les enfants, doit se donner dans la langue maternelle si l'on veut arriver au bout de quelque temps, à des résultats sérieux. M. le Président. - C'est une très belle question. M. Van der Wallen. - Il existe dans l'agglomération bruxelloise une école française et une école allemande. L'enseignement est | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 548]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
donné en français dans la première, en allemand dans la seconde. Si les Chinois fondaient ici une école pour leurs enfants, il est certain que l'enseignement y serait donné en langue chinoise. L'enseignement dans une langue autre que la langue maternelle est une cause d'arriération et ceci m'amène à répéter ce que je disais tantôt: l'enseignement est souvent organisé de façon à provoquer l'arriération mentale des élèves.
M. le Président. - Si vous voulez préparer une petite communication sur cette question, nous vous inscrirons avec plaisir pour une prochaine séance.
M. Siméons. - En Allemagne, j'ai visité une école fréquentée par un millier d'élèves dont 500 environ étaient Allemands. L'autre moitié ne connaissait pas cette langue. Il y avait là des élèves d'une vingtaine de nationalités: des Français, des Roumains, des Russes, des Italiens, c'était vraiment curieux....
M. le Président. - Il est évident que l'enseignement dans une langue étrangère présente des difficultés. Permettez-moi de vous citer le cas de la région ‘allemande’ de la province de Liége. Cette région est dite ‘allemande’, mais elle ne l'est nullement; elle est la continuation de la partie flamande du Limbourg (frontière hollandaise) qui part de Maestricht vers Fouron-le-Comte, Fouron-Saint-Martin et Gemmenich. Et quelle langue parle l'enfant qui arrive à l'école primaire? C'est un langage qui n'est pas de l'allemand, mais tout simplement un patois flamand....
M. Siméons. - Un mauvais flamand.
M. le Président. - C'est le patois de la frontière hollandaise. Comment procède-t-on dans les écoles primaires de cette région? On apprend tout d'abord aux enfants le bon allemand. Au bout de sept ou huit mois, quand ils sont initiés à cette langue, on commence à greffer sur celle-ci la langue française. Dans cette partie du pays, l'instituteur ne se trouve donc pas en présence d'une difficulté, mais de trois. Voilà un élément dont il faut évidemment tenir compte dans un relevé tel que celui de M. Clerckx. Nous examinerons quand il conviendra de porter à l'ordre du jour la communication de M. Van der Wallen. Notre Institut, je me permets de le rappeler, a pour but d'étudier les questions à fond, de les discuter et de rechercher les conclusions pratiques auxquelles il est possible d'arriverGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 549]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mijne heeren, het is er mij geenszins om te doen het stelsel van den heer Voorzitter van het ‘Institut national Belge de Pédologie’ te bestrijden. In de Koninklijke Vlaamsche Academie zal het mij toch wel toegelaten zijn te verklaren, dat zoolang de moedertaal der leerlingen de voertaal van het onderwijs niet is, er niet aan te denken valt het onderwijs en de nationale opvoeding van ons volk op ernstigen voet in te richten. Ook veroorloof ik mij de meening uit te drukken, dat het onderwijsstelsel, hetwelk, volgens den heer Voorzitter, in het zoogenaamde Duitsche gedeelte van de provincie Luik gevolgd wordt, antipedagogisch is. De kinderen spreken, bij het naar school komen, een Nederlandsch dialekt. Op zeven, acht maanden leert men hun ‘le bon allemand’. Dan ‘on commence à greffer sur celle-ci (la langue allemande) la langue française’. Ik begrijp dit niet goed. Er zal toch zeker geene spraak zijn van eene vergelijkende studie tusschen de Duitsche en Fransche talen. Ik denk, dat men na zeven, acht maanden, eenvoudig gansch het onderricht in het Fransch geeft. Later daarover meer. Men verheft, op zeven, acht maanden, het Nederlandsch dialekt der schoolkinderen tot de letterkundige Duitsche taal. De Duitsche pedagogen zijn het, zonder onderscheid, eens dat acht jaren nauwelijks voldoende zijn om aan de kinderen, die een Duitsch dialekt spreken, de letterkundige Duitsche taal behoorlijk te leeren. Ik zie ook niet goed in, waarom men de letterkundige Duitsche taal aanleert, wanneer de volkstaal een Nederlandsch dialekt is, en men toch, na zeven, acht maanden, het onderwijs in de Fransche taal voortzet. Het woord ‘mauvais flamand’ is ook ongelukkig. Hoe dikwijls heb ik hier reeds gezegd, dat er geen enkel land ter wereld bestaat, waar de kinderen, bij het naar school komen, de letterkundige taal spreken! Dit is zoomin het geval in Duitschland, als in Frankrijk; in Engeland evenmin als in ItaliëGa naar voetnoot(1). Doch overal is het de plicht der volksschool het dialekt der kinderen tot de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 550]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
algemeene letterkundige taal te verheffen. Het is haar hoofddoel; gansch het onderricht moet daartoe strekken. Overal is ‘der naturwüchsige Dialekt die eigentliche Muttersprache oder die Sprachmutter’ der schoolkinderen.
‘Ohne hier weiter auf die geschichtliche Entwickelung der Muttersprache vom naturwüchsigen Dialekte aus bis zur Höhe der hochdeutschen Büchersprache näher einzugehen, und ohne uns tiefer mit derjenigen Ansicht zu befassen, die den Dialekt oder die Mundart nicht allein zum Ausgangpunkt, sondern zum Grundlage und zum Mittelpunkt des gesamten deutschen Sprachunterrichtes haben will (Burgwardt), können wir es als bekannt und anerkannt voraussetzen, dass die Volksschule ihre Schüler vor allem in diejenige Sprache einzuführen hat, die das Gemeingut des deutschen Volkes geworden ist und als Verkehrsprache innerhalb der Grenzen von ganz Deutschland gebraucht wirdGa naar voetnoot(1).’
Zoo is het. De toestand in den noordoostelijken hoek der provincie Luik heeft niets ongewoons. Hij bestaat overal. De kinderen, dus het volk, spreken een Nederlandsch dialekt. De plicht der lagere school is dit dialekt tot de Nederlandsche letterkundige taal te ontwikkelen, en daar, niet zeven of acht maanden, maar gansch het schoolleven aan te besteden, er gansch het onderwijs aan dienstbaar te maken. Dat alleen verdient den naam van ernstig onderwijs, hetwelk duurzame uitslagen kan opleveren en vormende kracht hebben. Niet alleen is de moedertaal het eenige doelmatig voertuig van alle degelijk onderricht, en is zij het hoofdvak der lagere school. Het onderwijs in de moedertaal hoeft gansch het lager onderwijs te beheerschen; ja, men mag bijna zeggen, dat het onderricht in de moedertaal gansch het onderricht der lagere school omvat, naar de aphorismen von Dr. J. Chr. Goltlob Schumann: a) ‘Jeder neue Fortschritt in der Kenntnis der andern Wissensgebiete bezeichnet auch einen Fortschritt in der sprachlichen Bildung, darum muss aller Unterricht zugleich Sprachunterricht sein; b) Jeder neue Fortschritt in der sprachlichen Bildung ermöglicht und bereitet einen weiteren Fortschritt in der Kenntnis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 551]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andern Wissensgebiete vor, darum ist aller Sprachunterricht zugleich Sachunterricht’Ga naar voetnoot(1). De Nederlandsche taal is, volgens de verklaring van den heer Voorzitter van het ‘Institut National Belge de Pédologie’, de moedertaal der leerlingen, in het noordoostelijk gedeelte der provincie Luik, en nochtans is de voertaal daar Fransch. Wij hebben dus het bewijs, dat, hoe gering het getal scholen is, waar, volgens het laatst verschenen Rapport triennal, het Nederlandsch de voertaal van het lager onderwijs is, dit getal, in werkelijkheid, merkelijk geringer is, dan in de officiëele statistieken opgegeven wordt. Er zijn in België scholen, waar, van het begin tot het einde van den schooltijd, gansch het onderwijs in eene vreemde taal gegeven wordt. Daar zijn er, waar de Fransche taal de voertaal is van een groot gedeelte van het onderwijs. Wil men het bewijs? De heeren inspecteurs schrijven in het ‘Driejaarlijksch Verslag’: ‘Il existe même en Flandre des écoles communales ou privées subsidiées, où les élèves de la classe supérieure de filles reçoivent avec fruit des leçons en français sur la géographie, l'histoire et d'autres branches’Ga naar voetnoot(2). Niet alleen in meisjesscholen bestaat dit misbruik, en niet alleen in de hooge klasse onzer lagere scholen is, in de Nederlandschsprekende provinciën van België, de Fransche taal de voertaal van vele leervakken. Ik durf bijna zeggen, dat de scholen, waar gansch het onderricht in de moedertaal gegeven wordt, en waar aan dit hoofdvak de noodige zorg en tijd wordt besteed, tot de uitzonderingen behooren. Het is antipedagogisch, antinationaal, bedroevend en tevens bespottelijk, en kon men het ten goede veranderen, dan zou men aan ons nationaal onderwijs een gewichtigeren dienst bewijzen, dan al de congressen en voorschriften zouden vermogen.
Het onderricht eener tweede taal hoort in de lagere school, behoudens enkele uitzonderingen, niet te huis. Ik heb dit herhaaldelijk doen uitschijnen, doch men heeft, bij mijn weten, niet eens gepoogd, de redenen te wederleggen, die ik hiertoe heb aangehaald. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 552]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien uitzonderlijke, plaatselijke toestanden er ons toe kunnen nopen de studie onzer tweede taal op het leerplan der lagere school te schrijven - het zal altijd en overal ten nadeele eener gezonde geestesontwikkeling gebeuren - zal men toch nooit aannemen, dat men met dit onderricht te vroeg aanvangt, en dat men er uren aan besteedt, die aan het onderricht der moedertaal en der andere leervakken moeten besteed worden. Het een en het ander gebeurt echter, en schier overal.
In de Driejaarlijksche Verslagen, zegde ik reeds, wordt niet vermeld op welken leeftijd of in welken graad met het onderricht der tweede taal aangevangen wordt. De gemeentebesturen zijn oppermachtig. Raadgevingen vanwege het middenbestuur of vanwege de inspectie, troffen wij over deze punten niet aan in de verslagen, waarover wij beschikken. Wel over het gebruik der voertaal. Het ‘Driejaarlijksch Verslag over het twintigste tijdvak (1900, 1901, 1902)’ bevat enkele opmerkingen der schoolopzieners over deze aangelegenheid. Daar in onze laatste vergadering de aandacht der commissie daarop gevestigd werd, trek ik de nota uit dit Verslag samen: Bij brieve van 19 December 1900, aan het Departement van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, schreef het Middenbestuur van het Willemsfonds, dat de Nederlandsche taal de voertaal niet was van het onderricht in tal van Nederlandschsprekende gemeenten. Vooral over den toestand te Brussel en voorsteden, over de betalende scholen, inzonderheid de betalende meisjesscholen, te Antwerpen, Gent en Oostende werd geklaagd. Een onderzoek werd door den heer Minister Schollaert ingesteld. Alvorens er de uitslagen van mede te deelen, wijst de heer Minister op de bespreking in de Statenkamer van art. 4 der wet van 1895. ‘Le projet du gouvernement était conçu comme suit: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 553]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s'inspirant des besoins des localités, en tenant compte des voeux de leurs administrés - la question délicate de l'enseignement des langues dans les écoles publiques. Et le gouvernement n'a pas eu à intervenir, ce système ayant fonctionné sans qu'il se soit produit des abus’. Den 3 Augustus 1895, bij de bespreking der Onderwijswet, diende de heer De Vriendt, afgevaardigde voor Brussel, het volgende amendement in: ‘La langue flamande sera la langue véhiculaire dans toutes les écoles primaires des communes flamandes, et la langue française dans toutes les écoles wallonnes’. Het werd, ter zitting van 6 Augustus 1895, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen. Den 14 Augustus bood de heer Van der Linden, insgelijks afgevaardigde voor Brussel, een ander amendement aan, ‘aux termes duquel les communes mixtes pourraient faire donner l'enseignement dans les deux langues’. Het amendement van den heer Coremans luidde: ‘La langue allemande sera la langue véhiculaire des communes allemandes’, en dat van den heer Heynen, afgevaardigde voor Virton-Neufchâteau: ‘La langue française, la langue flamande et la langue allemande sont respectivement, selon les besoins des localités, les langues véhiculaires dans les écoles primaires’. De heer Heynen zegde, dat de noodzakelijkheid zich kon voordoen Vlaamsche scholen in het Waalsche, en Fransche scholen in het Vlaamsche land in te richten. De heer Minister Schollaert bestreed, in de tweede lezing, krachtdadig het amendement van den heer De Vriendt. ‘L'enseignement, - zegde hij, - doit être donné dans la langue habituellement parlée par les enfants. Quel est le sens de la disposition du projet de loi du Gouvernement, conçu en ces termes: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 554]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De amendementen van de heeren De Vriendt en Coremans werden verworpen. Het voorstel der Regeering werd aangenomen. Wij lezen verder in het ‘Driejaarlijksch Verslag’: ‘Il résulte de cet exposé, comme aussi de la combinaison de l'article 4 (programme d'études) et de l'article 2 (droit de direction conféré aux communes) de la loi organique de l'instruction primaire qu'il appartient aux communes seules d'arrêter, au point de vue de l'enseignement des langues nationales, les mesures nécessaires, en tenant compte des besoins des localités, pour rendre accessibles les écoles communales au plus grand nombre d'enfants. Volgt het ‘Résumé de l'enquête faite à la suite de la réclamation du Willemsfonds’Ga naar voetnoot(2). Het onderzoek bracht geene misbruiken aan het licht. ‘Dans quelques écoles du ressort de Bruges on répète en seconde langue (français) plusieurs branches enseignées préalablement en flamand’. Daar hebben wij het. Nochtans is, volgens het Driejaarlijksch Verslag, in het ressort Brugge, het Nederlandsch overal de voertaal van het lager onderwijs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 555]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook te Ieperen, in de betalende meisjesschool, is de voertaal Fransch. ‘Cette situation est née de ce que beaucoup de filles d'officiers, ne connaissant pas le flamand, y suivent les cours.’ In Meessen, Zandvoorde, Nieuw-Kerk, Reckem, in de betalende scholen van Antwerpen en Gent, is de voertaal niet in al de klassen de moedertaal der leerlingen. De overheid keurt dit goed. ‘Les inspecteurs estiment qu'il n'y a, sous ce rapport, aucun abus à signaler... Het is geenszins mijne bedoeling een strijdschrift te schrijven. Ik ben nochtans verplicht op te merken, dat het vertrekpunt der schooloverheden verkeerd is. De ouders hebben niet te beslissen. Zij zijn onbevoegd. Overigens wordt hunne goedkeuring voor geene andere wet, voor geen ander vak van het programma gevraagd. De heeren schoolopzieners trachten slechts uitslagen te bekomen in de Fransche taal, hoewel de werkelijkheid leert, dat dit onmogelijk is. De voorschriften der onderwijsleer, de belangen van een degelijk onderwijs, van eene gezonde, nationale volksontwikkeling mogen alleen tot leiddraad dienen. Zonder de toepassing van het hoofdbeginsel der pedagogie: de moedertaal is de voertaal van het onderricht, heeft men slechts woordenonderwijs.
Het stelsel van den heer Minister, scholen met Nederlandsch als voertaal aan Nederlandschsprekende kinderen in het Walenland, met Fransch als voertaal aan Franschsprekende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 556]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kinderen in de Vlaamsche provinciën gevestigd, in te richten, is logisch. Doch het kan tot erge misbruiken aanleiding geven. Enkele uitzonderingen moeten voor de algemeenheid wijken. Daarbij kan men aanvoeren, dat het onderwijs zulker leerlingen niet ondersteund wordt door de omgeving, wat van het hoogste belang is. Ook leeren zulke kinderen gemakkelijk de landstaal. Daarom moet de landstaal, die, in meer dan negen honderd negentig gevallen op duizend, de moedertaal der kinderen is, ook de onderwijstaal wezenGa naar voetnoot(1). Over de Brusselsche toestanden schrijft het Driejaarlijksch Verslag: ‘En ce qui concerne les écoles rurales du ressort de Bruxelles, le flamand (langue maternelle des enfants) est la langue véhiculaire de l'enseignement. Ik zeg, dat geen enkel vreemde schoolman zal aannemen, dat zoo iets in België mogelijk is. ‘A signaler toutefois pour Ixelles deux écoles payantes où l'enseignement du flamand est depuis plusieurs années sérieusement organisé, bien que le français soit la langue maternelle de la très grande majorité des élèves. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 557]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Altijd dezelfde verkeerde redeneering. Het geldt niet te weten of de leerlingen goed Nederlandsch of Fransch leeren; het komt er op aan, dat het onderwijs, hetwelk zij ontvangen, al hunne vermogens harmonisch ontwikkele, dat het duurzame vruchten oplevere, voor gansch hun leven. That is the question? En hoe kan men dit van een onderwijs verwachten, dat aanvangt in eene taal, die de leerlingen niet verstaan? Hoe kan een onderwijs in eene vreemde taal het onderwijs voortzetten, dat in eene taal aangevangen wordt, die nog den vorm van het dialekt niet afgelegd heeft? Hoe kan, in zulke voorwaarden, van eene ernstige onderwijstaal, en aldus van een ernstig onderwijs spraak zijn? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 558]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat de schooloverheden de onderwijzers en de gemeentebesturen aanzetten om heel vroeg met het onderricht der tweede taal aan te vangen, daar veel tijd aan te besteden; ja, dat al te velen het onderricht der tweede taal als het hoofdvak der lagere school aanzien, is eene bewezen zaak. Zij willen daar uitslagen in verkrijgen, niettegenstaande de ondervinding hun moest geleerd hebben, dat dit onmogelijk is, terwijl deze verspilling van tijd en krachten, het al te treffend bewijs heeft geleverd, dat ons volksonderwijs de vlucht niet heeft bereikt, die het met een eentalig stelsel hadde bereikt. In mijne nota over het ‘Driejaarlijksch Verslag’ (22ste tijdvak (zie Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie. Jaargang, 1912 en Bijblad, nr 20, der Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch), heb ik verscheidene uittreksels uit de verslagen der hoofdopzieners aangehaald, waarin deze heeren de meening uitdrukken, dat veel tijd aan het onderricht der tweede taal hoeft te worden besteed, en dat het doelmatig is leervakken in die taal te onderwijzen. Ook verklaren de heeren inspecteurs, dat het onderricht onzer taal, als tweede taal, in de Franschsprekende gewesten van ons land, uiterst geringe uitslagen oplevertGa naar voetnoot(1). In het Verslag over het drie-en-twintigste driejarig tijdvak wordt insgelijks over dit punt gehandeldGa naar voetnoot(2). Wij lezen daarin: ‘Dans les écoles primaires de plus en plus nombreuses où l'on enseigne une seconde langue, - c'est le flamand ou l'allemand dans la Wallonie, le français dans les communes flamandes ou allemandes, la méthode, dite classique,...’ enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 559]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
contre dans beaucoup de communes rurales, la part trop restreinte faite à la seconde langue dans le tableau de l'emploi du temps, l'insuffisance des exercices de conversation, parfois même l'ignorance du personnel enseignant ou son manque de goût et de zèle sont, des obstacles à la réalisation du programmeGa naar voetnoot(1).’ Er zijn in België 7 staatsnormaalscholen ter opleiding van onderwijzers: te Couvin, Gent, Hoei, Lier, Bergen, Nijvel en Verviers, en 6 ter opleiding van onderwijzeressen, te Andenne, Aarlen, Brugge, Brussel, Luik en Doornik. Aan de normaalschool van Couvin is eene oefenschool toegevoegd met
Te Aarlen en te Verviers ontvangen de normalisten hunne practische beroepsopleiding in gemeentescholenGa naar voetnoot(2). Er zijn 13 aangenomen normaalscholen voor onderwijzers: te Aarlen, Bonne-Espérance, Brussel (gemeenteschool), Carlsbourg, Charleroi (provinciale school), Gent, Leuven, Mechelen, Malonne, St. Truiden, St. Niklaas, Saint-Roch, Thouront; 31 aangenomen normaalscholen voor onderwijzeressen: te Bastogne, Blegny (Trembleur), Brugelette, Brugge, Brussel (wereldlijke school) Berlaimontstraat, Brussel (gemeenteschool) Visitandinenstraat, Champion (afdeeling der wereldlijken), Champion (afdeeling der religieuzen), Eekloo, Gent, Gosselies, Gysegem, Hasselt, Herenthals, Heverlé, Hoei, Leuze (Henegouw), Luik, Looz-de- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 560]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stad, Leuven, Bergen (provinciale school), Sint-Amandsberg, Namen, Nijvel, Pesche, Ronse, St-Niklaas, Thielt, Virton, Vorsselaar, Onze Lieve Vrouw-WaverGa naar voetnoot(1). Het ‘Driejaarlijksch Verslag’ spreekt niet over de oefenscholen der aangenomen normaalscholen. Aan de meesten dezer onderwijsinrichtingen is zulke school toegevoegd. Daar zijn geene wettelijke bepalingen, welke het gebruik der voertaal in de normaalscholen voorschrijven. De heeren bestuurders en de dames bestuursters zijn hier oppermachtig. Natuurlijk is in de normaalscholen van het Waalsche land de Fransche taal de voertaal van al de leervakken: het getal zulker scholen in het Nederlandschsprekende gedeelte van België, waar onze taal de voertaal is van gansch het onderwijs, zal stellig gering zijn. Aan den anderen kant zijn er aangenomen normaalscholen, in het hart van Vlaanderen, waar de meeste, ja al de vakken, in de Fransche taal onderwezen worden, waar, o bittere spotternij, de besprekingen der modellessen in die taal gebeuren. De Staat heeft natuurlijk het recht in de officiëele scholen voor te schrijven, dat de moedertaal de voertaal van het onderricht zij. Ik denk dat hij insgelijks dit recht heeft, wat de aangenomen scholen betreft. Art. 3 van het Algemeen Reglement, waaraan de lagere normaalscholen der provinciën, der gemeenten, alsmede der vrije normaalscholen zich moeten onderwerpen, om door de Regeering aangenomen te worden en te blijven, zegt:
Om door de Regeering aangenomen te worden en te blijven, moeten de normaalscholen der provinciën en gemeenten, alsmede de vrije normaalscholen zich gedragen volgens de artikels 1, 3, 4, 5, 6, 8 (§§ 1 en 2) 17, 19, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 31, 32 en 34 van het algemeen reglement der Staatsnormaalscholen, in dato, 4 September 1896Ga naar voetnoot(2). In de aangenomen normaalscholen nochtans blijft de leergang van handenarbeid voor onderwijzers (art. 4, 12e) niet verplichtend. Art. 9. De normaalschool is onderworpen aan het toezicht van den Staat. De opziener heeft het recht de lokalen te bezichtigen en de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 561]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meubelen te onderzoeken, de verschillende leergangen der school bij te wonen, uitgenomen de leergangen van godsdienst en van zedenleer, de leerlingen te ondervragen, zich de schrijfboeken te doen vertoonen, de verschillende examens te volgen, daar vragen te stellen; maar zonder te kunnen medestemmen over de punten, welke toe te kennen zijn. De opziener heeft het recht te vorderen:
De diploma's, door de aangenomen normaalscholen afgeleverd, geven, juist als die der Staatsnormaalscholen, het recht om zoowel in officiëele als in aangenomen scholen tot onderwijzer te worden benoemd. Ik herhaal dus, dat, naar mijne meening, er geen twijfel mogelijk is: de Staat heeft hier het recht handelend op te treden. Ook denk ik, dat de Staat, die het toezicht over al de scholen uitoefent welke Rijkstoelagen ontvangen, die daar een minimum van programma voorschrijft, die zelfs den leerplicht invoert, het recht heeft ook voor te schrijven, dat de moedertaal de voertaal zij van het volksonderwijs. De pedagogie, het nationaal belang, en zelfs het eenvoudigste gezond verstand eischen dit. In al de normaalscholen, zoowel Vlaamsche als Waalsche, wordt de tweede nationale taal onderwezenGa naar voetnoot(2). Zeer te recht. Doch eene zaak verwondert mij. In de normaalscholen worden, gedurende de 3 eerste jaren, 3 uren, en gedurende het 4de jaar 2 uren per week aan het onderricht der tweede taal besteedGa naar voetnoot(3). Daar er hier van afwezigheden geene spraak is, duurt de Fransche studietijd der normalisten, in wezenlijkheid, langer dan die der kinderen onzer scholen. Niets ware gemakkelijker | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 562]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan dit door middel van de tabellen van het ‘Driejaarlijksch Verslag’ te bewijzenGa naar voetnoot(1). En daarbij mag men niet uit het oog verliezen, dat de normalisten jongelieden van vijftien tot negentien jaar oud zijn, zich tot het onderwijzersambt voorbereiden, en het nut der kennis van de tweede taal begrijpen of zouden moeten begrijpen. Welnu, zij die in onze streken met geweld in de lagere scholen uitslagen van het onderricht der tweede taal willen bekomen, zijn verplicht te erkennen, dat de uitslagen van dit onderricht in de normaalscholen bijna alles te wenschen overlaten. De Driejaarlijksche Verslagen vloeien over van Jeremiasklachten. Ik vestig er de aandacht op: de zaak komt mij zeer belangrijk voor. Aldus leest men in het Verslag over het een-en-twintigste tijdvak: ‘Pourrions-nous affirmer que jusqu'ici, le cours de seconde langue, dans toutes les écoles normales wallonnes, ait été organisé dans des conditions aussi favorables? Ce serait hasardeux; aussi n'étonnerons-nous personne, en disant que s'il y a progrès, le progrès n'est pas suffisant, et sourtout n'est pas assez général’Ga naar voetnoot(2). In het Verslag over het twee-en-twintigste tijdvak: ‘Le cours de seconde langue germanique a-t-il bénéficié pendant la présente période triennale, d'un progrès très accentué? Nous n'oserions pas l'affirmer. Y a-t-il eu recul? Pas davantage. Le caractère général de ce cours est marqué, si nous pouvons nous exprimer ainsi, par la diversité profonde des résultats. Dans telle école où les élèves connaissent relativement bien les éléments de la langue à leur entrée à l'établissement, où le professeur, compétent et enthousiaste, sait interprêter judicieusement la méthode; où les élèves sont initiés régulièrement à la pratique professionnelle à l'école d'application, les résultats sont assurément très encourageants. Mais ailleurs la situation est loin d'être aussi belleGa naar voetnoot(3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 563]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het Verslag over het drie-en-twintigste tijdvak: ‘Somme toute, si dans certaines écoles, la situation est encourageante, il s'en faut que nous ayons le droit d'être satisfait sur toute la ligne. Une mesure utile entre toutes, serait l'introduction obligatoire aux examens d'admission dans les écoles normalesGa naar voetnoot(1). Ik kan dezen wensch niet bijtreden. Het aanwerven der leerlingen in de Waalsche normaalscholen zou onmogelijk zijn; daarbij, niet al de leerlingen der lagere scholen, slechts eene zeer geringe minderheid, bereiden zich voor om in de normaalscholen aanvaard te worden. Ook over de uitslagen van het onderricht der Fransche taal in de normaalscholen van het Vlaamsche land zijn de heeren schoolopzieners niet tevreden. In het laatst verschenen driejaarlijksch Verslag leest men: ‘Quoique le niveau général de l'enseignement du français comme seconde langue n'ait pas fléchi pendant cette période triennale et que le zèle des professeurs se soit maintenu dans toutes les écoles, les résultats sont cependant très-inégaux d'école à école, comme sont d'ailleurs inégales les conditions dans lesquelles les professeurs se trouvent placés. Deze plaats geeft aanleiding tot meer dan eene bedenking. De heeren inspecteurs verklaren, dat verscheidene adspirant-normalisten weinig van de Fransche taal kennen. Zij zijn nochtans de kruim onzer lagere scholen. Wat mogen wij dan van de andere leerlingen verwachten? De heeren schoolopzieners klagen dat de leeraars der tweede taal geene hulp vinden vanwege de leeraars der andere vakken. Volgens mij moeten deze leeraars hunne vakken onderwijzen; zij moeten zelfs, door hun onderwijs en door hun voorbeeld, aan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 564]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de normalisten leeren, hoe zij deze vakken later aan de kinderen zullen onderwijzen. En men wenscht dat de leeraars onzer normaalscholen hun onderwijs in eene vreemde taal geven! De redeneering der heeren schoolopzieners is in een ander opzicht, verrassend. Als de leerlingen, bij hun intreden in de normaalschool, de tweede taal in eene andere school geleerd hebben, als verscheidene cursussen in die taal worden gegeven, als de normalisten deze taal in de oefenschool onderwijzen, dan slechts worden uitslagen verkregen. Maar de kinderen onzer lagere scholen? Bevinden zich die ook in zulke gunstige voorwaarden? Daarbij mag niet vergeten worden, dat de leeraar in de tweede taal gewoonlijk een specialist is in zijn vak, niets anders heeft te onderwijzen, terwijl de lagere onderwijzer alleen voor gansch het programma staat.
Over de uitslagen van het onderricht onzer taal als moedertaal, zijn de heeren schoolopzieners over het algemeen tevreden. De omzendbrief, welken de heer Minister de Trooz, op aanvraag der Koninklijke Vlaamsche Academie, den 7 April 1904 aan de heeren Bestuurders en de dames Bestuursters der normaalscholen heeft gezonden, ten einde het gebruik der algemeene Nederlandsche taal en de beschaafde uitspraak dezer taal te bevorderen, heeft blijkbaar goede uitslagen opgeleverdGa naar voetnoot(2). Wij lezen daarover in het 23ste driejaarlijksch Verslag: Dans les précédents rapports triennaux, il nous a été donné de constater une poussée énergique, de la part d'un grand nombre de professeurs de langue maternelle en faveur de la langue générale, du ‘Beschaafd Nederlandsch’. Il nous est agréable de déclarer que ce mouvement s'est accentué, et que l'opposition jadis si tenace des partisans des savoureux parlers belges s'est décidément évanouie. Mais il serait prématuré de dire qu'en cette matière les progrès des élèves aient toujours été en raison directe des efforts sérieux déployés par les maîtres. Trop d'obstacles, de nature diverse, s'opposent à la diffusion de la langue générale; l'éducation première de la presque totalité des normaliens, l'influence extra-scolaire, souvent désastreuse, le soutien insuffisant des professeurs qui se servent du flamand comme langue véhiculaire de leur enseignement, l'action quelquefois trop faible de l'école d'application et des maîtres d'étude, lesGa naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 565]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lectures recommandées trop peu intelligemment dirigées en différents endroits, la part trop importante, essentielle quelquefois, donnée dans plus d'un établissement à la seconde langue comme langue véhiculaire de l'enseignement, voilà quelques-unes des causes majeures qui entravent singulièrement le travail courageux de beaucoup de professeurs de langue maternelle. Mais le branle est donné, les convictions sont faites; maîtres et élèves savent qu'il existe une norme, aussi bien pour la langue parlée que pour la langue écrite et vers cette norme tendent les efforts intelligents de la majorité de nos professeurs. Cela seul constitue déjà un progrès réel dont nous avons le droit de nous réjouir, car le temps n'est pas si éloigné de nous où la phonétique néerlandaise variait dans nos écoles normales de province et où nos normaliens west-flamands comprenaient malaisément leurs condisciples limbourgeois ou brabançonsGa naar voetnoot(1). De Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch behartigt stellig de belangen onzer moedertaal; doch in dezelfde mate behartigt zij die van ons volksonderwijs. Want, het kan niet genoeg herhaald worden: alle degelijk onderwijs in het algemeen, bevordert onze moedertaal, en alle degelijk onderricht in de moedertaal bevordert het onderwijs, de harmonische geestesontwikkeling, de nationale opvoeding van ons volk. |
|