Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1913
(1913)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |
Kleine verscheidenheden.I.
| |
148. - By vermeneghen. Vermenicht worden, By vermeneghen van stemmen, By pluraliteit van stemmen.Resolveren by vermeneghen is hetzelfde als Met meerderheid van stemmen beslissen, Fr. Décider à la pluralité des voix. Ten jare 1535 (n.s.) ging de stad Iperen over tot de codificatie of ‘stellen in ghescrifte van den wetten, costumen ende articlen van ordonnancien ende usancen nopende 't fait van justicien ende staende wetten deser stede’Ga naar voetnoot(1); daaruit ontstond het ‘Cahier primitif de la coutume de la ville d'Ypres’, dat ‘uytgheroupen ende ghepubliert’ werd ‘ter Hallen, den vyfsten dach van wedemaent int jaer onsheeren duust vyfhondert vivendertich’Ga naar voetnoot(2). | |
[pagina 179]
| |
‘By oirdonnance ende laste van mynen heeren van der wet’, waren bevoegde mannen ‘gheoccupeert gheweist’ ‘in 't overzien van den oirdonnancen, usancen ende procedueren van justicien tot nu onderhouden binnen deser stede alzo wel ter camere, ter siege, in de dinghedaghen als andersins’Ga naar voetnoot(1). Deze hadden bedoelde ‘wetten, costume ende articlen van ordonnantien... al in een volume by ghescrifte ghestelt’, dat ten slotte aan het advies werd onderworpen van den ‘ghemenen groten rade deser stede’, om ‘die alnu... te agreerene ende auctorizerene ende voortan de zelve alzo te houdene ende onderhoudene als ghescreven ende staende wettenGa naar voetnoot(2) van deser stede ende der porterie van diereGa naar voetnoot(3)’.
De ‘Ghemene grote raed’ was ook Groot ghemeene genoemd: ‘Resolutien van den grooten ghemeene der stede van Ypre’ (1594) (op. cit., I, xi); - Groote ghemeene raedt: ‘Ter vergaderinghe van den grooten ghemeenen raedt der stede van Ypre’ (1613) (op. cit., I, xi), - en ‘De Generaliteyt oft grooten raetGa naar voetnoot(4) der voorseyde stede’ (op. cit., I, 6). | |
[pagina 180]
| |
De volgende lichamen, die genoemde ‘Generaliteyt’ uitmaakten, werden gehoord en brachten hun advies uit: Eerstzeggen die ‘van den collegevan den persoonen xxvijenGa naar voetnoot(1), dat zy begheeren alvooren lecture derof t' hebbene ende derop te lettene, ende dernaer zullen derup ghevene hueren andwoorde ende resolutie’. Daarop volgt het advies van: ‘de ‘Porterie’, die ‘hemleden van desen stellen ende refereren in 't advis van der “Camere”, - van de Draperie’, die ‘begheeren de voorseide articlen... alvooren te visenterene ende voort derup resolveren’; - van de ‘Vulderie’, die ‘aggreeren de vorseide articlen’; - en van de ‘Ghemeene neeringhen’, die ‘begheeren alvoren t'hebbene de lecture van den articlen’. Ten slotte, ‘'t advis van der Camere’Ga naar voetnoot(2). Welnu, ‘by vermeneghen’ werd beslist:
Op. cit., I, ix: ‘Gheresolveert by vermeneghen te lesene de vornomde articlen van wetten, costumen ende usancen, zo die nu ghestelt zyn, te beghinnene up dicendaghe eerstcommende (26 Januari 1535 n.s.), ten viije hueren ende also de naervolghende daghen te achtervolghene totten uutlesene van den selven articlen.’
Den ‘voorseiden ghemeenen grooten raed’ daarop vergaderd, was ‘desen volghende te kennen ghegheven, dat alle, die | |
[pagina 181]
| |
van den eede zyn van eneghen collegen, dat zy zullen moghen commen ende compareren ter vorseide vergaderinghe in scepenen camere ende hooren de lecture van allen den vorseiden articlen’.
Dientengevolge werd, den 5 Februari 1535 (n.s.), ‘anderwaerf vergadert den ghemenen grooten raed deser stede ende by hemleden gheresolveirt zo hier naer volcht’: Nogmaals brengen, elk op zijne beurt, hun advies uit, te weten ‘de xxvijen’, de ‘Porterie’, de ‘Draperie’, de ‘Vulderie’ en de ‘Ghemeene neeringhe’. Die van de ‘Vulderie’ zeggen, dat zij ‘begheeren copie ende zouden van desen raport doen’; edoch zij verklaren, ‘indient by den anderen collegen vermenicht es’, - d.w.z. indien de voorgelezen ‘articlen’ door de andere colleges bij meerderheid van stemmen worden aangenomen, - dat zij zich daarbij zullen aansluiten:
Op. cit., I, x: ‘Vulderie: Begheeren copie ende zouden van desen raport doen. Zeiden voort, indient by den anderen collegen vermenicht es, aggreeren de articlen zo die nu ghestelt zyn, preter 't article nopende de inninghe ende executie van den sheeren boeten...’
Eindelijk, ‘tAdvis van der Camere es: dat zy agreeren ende passeren alle de vornomde articlen ende statuten, zo die nu ghelesen ende in gheschrifte ghestelt zyn’. (Op. et. loc. cit.)
***
Vermeneghen komt nog met dezelfde beteekenis voor in de twee hieronder volgende teksten, die allebei - het verdient opgemerkt - ook aan oorkonden van Iperschen oorsprong ontleend zijn:
Annales Société d'Emulation (de Bruges), IIe reeks, deel X, blz. 10: ‘Eenighe waren van advise ledichganck in (de) stede te makene, tot dat doorloghe bereit ware, ende binnen dier tyt niet te werke te gaen; maer het en was zo niet vermenicht, ende aldus zo luidt de wercclocke ende men continueert in te wercke te gane...’ (Correspondance des magistrats d'Ypres, 3 April 1487 o.s.) Id., IIe reeks, X, blzz. 352-353: ‘Hendelic tadvis ende vermeneghen van ons drien es, ghemerckt den nood die hier es van ghelde, ende dat Mer Philips zynen nood zo claechde, twelcke bescaemt was omme hooren, met vele langagen wij hier vonden hebben Clays de | |
[pagina 182]
| |
Hane, coopman van coorne van Waestene, dewelke, ter bede van den Leden, ulieden gheleent heeft ixe cronen van xlviij gr. tstic...’ (Id., brief van 27 Juni 1488.)
***
Met de meeste bereidwilligheid heeft mijn waarde collega, de weled. heer Baron Albert van Zuylen van Nyevelt, staatsarchivaris te Brugge, ons een paar teksten medegedeeld, welke, God lof, ons op den rechten weg hebben gebracht.
De eerste dier teksten is ontleend aan de ‘Instructie omme myn heere den prince van Chimay, gouverneur ende capitain general vanden lande ende graefschepe van Vlaendren, metgaders de guene die neffens zyne Excellentie raedsghewyse van weghen den Vier Leden vanden zelven lande ende graefschepe ghevoucht zyn’, welke ‘instructie’, onder dagteekening van 7 Augustus 1583, voorkomt op fol. 266 van het ‘Resolutiebouck vande rebelle Leden (Archief der stad Brugge). Het artikel VI, waarin wij de uitdrukking By vermenighen van stemmen aantreffen, luidt als volgt:
‘Item, dat, in den zelven raedt by zyne voornoemde Excelencie in deliberatie gheleyt wesende eeneghe zaken, zal up de zelve worden ordentelic gheadviseert ende gheresolveert, ende een yder, byde zelve Zyne Excellencie ghemaent zynde, vrymoedich uuyten zyn advys, omme alzoo by vermenighen van stemmen vande zelve raden alle resolutie ghenomen ende daernaer te wercke ghestelt te wordene.’
Genoemde raad was samengesteld uit twee leden door de stad Gent, twee door de stad Brugge en twee door het Brugsche Vrije daartoe aangesteld. Prins de Chimay mocht er twee ervaren personen bijvoegen, ‘die nochtans alleenlic vocem deliberativam’ zouden hebben.
Welnu, ‘By vermenighen van stemmen’ hierboven is ongetwijfeld hetzelfde als ‘By pluraliteit van stemmen’, uit den tweeden medegedeelden tekst, nl. uit zekere ‘resolutie’ genomen ‘ter vergaderinghe vanden Vier Leden (sLandts van Vlaenderen) binnen der stede van Brugghe den 22en April 1581’:
Staatsarchief te Gent, Fonds van de Staten van Vlaanderen, Register 538 of ‘Bouck ende registre van resolutien, ordonnancien enz. vanden Vier Leden..., beghinnende vanden xxviij January 1581’, | |
[pagina 183]
| |
fol. 66 vo en vlgg.: ‘Alzo by langhe ervarentheit ende experie ntie beprouft es gheweist dat, by ghebreke van behoirlicke auctoriteyt ende obediencie, alle zaecken ghevallen zyn in onordenynghe ende confusie, daer duere tlandt van Vlaendren hendelick gheschepen ware te commen tot eeuwich verderf, droufheyt ende desolatie, zo eyst dat de Vier Leden vanden zelven lande ende graefschepe van Vlaendren, willende daer jeghens gaen by goeden middele, hebben, by advijse van myn heere den prince van Oraingne etc., nootwendich ghevonden, zo wel tot vestighen ende hand thouden vande zelve authoriteit ende obediencie als ooc tot..., up te rechtene ende te maeckene eenen alghemeynen raedt vanden zelven Vier Leden over tzelve landt ende graefschepe van Vlaendren representerende de Staten vanden zelven lande, by welken raedt die ghemeene zaecken vanden zelve lande ende graefschepe, zo in tstick vanden oirloghe als materie van ghelde ende financien, zullen worden ghehandelt ende beleet achtervolghende dinstructie, pointen ende articlen hier naer volghende:
‘Eerst, zullen de vier hooftwetten verkiesen elck drie persoonen..., de welcke tsamen maecken zullen eenen raedt van twaelf persoonen, behoudens... dat in allen ghevalle die hoofden vande zelve vier principaele wetten zullen, tot beter schickinghe van alle zaecken ende meerder ruste ende contentemente vanden ghemeente, ten zelven rade tallen tyden inganck ende oock stemme ende voix hebben met dordinaire twaelf persoonen, die ooc allegaeder ghelyckelick stemmen zullen in alle zaecken ende, boven thooft vanden voorseiden raet, maecken twaelf voisen, omme by vermenighen besloten te wordene tguene zal wesen slandts meesten dienste. ‘(Art. 26, fol. 70) Alle saecken, die commen zullen in deliberaetie vanden voorseiden rade, zullen gheresolveirt ende ghedecreteird worden by pluralitett van stemmen. ‘(Art. 28. fol. 70) Ende en zullen gheen zaecken van grooter importantie ghesloten worden, dan ter presentie vanden meerderen deel vande voorseide raden.
Men vergelijke met Die meerre, meeste menichte = De meerderheid, waarvan voorbeelden bij Verdam, vo Menichte. Van De Meneghe = (De Menechste, De Meesten, bij dien lexicograaf, vo Menich) volgt een voorbeeld. De stad Brugge was in oproer. De beroemde Pieter Lanchals, ‘ruddre, raedt ende hofmeester skuenyne van den Romeinen’, oud schouteet der stad, was den 22 Maart 1488 (n.s.) door de wet ter dood veroordeeld. Denzelfden dag nog, in de gevangenis, maakt de man zijn testament, waarvan zekere plaatsen hem in een zonderling daglicht stellen. Wij lezen in dat stuk: | |
[pagina 184]
| |
‘Voort, zydert dat ie hebbe ghevanghen gheweest, vele diversche heeschen zyn my ghedaen, ende ic hebbe up elc verandwoord naer mynre consciencie zo ic voor Gode wel verandwoorden zal, ende dat ooc gheteekent met mynder handt: de meneghe maken wonderlicke heesschen als zy zien eenen man in lydene. Zo eist met my ghevaren ende daer omme stellict hier by voormen van advertissemente, omdat men van zulke onredelicke heesschen niet betalen en zoude...’ (J. Gailliard, Inscr. fun. Flandre Occidentale, II, Bruges, Eglise Notre-Dame, blz. 277.) | |
149. - Hem (Zich) bevreesen.vo Bevresen schrijft Verdam: In beteekenis gelijk aan het wederkeerig werkwoord Hem bevresen, dat bestaan moet hebben. Voorbeelden heeft die geleerde lexicograaf echter nergens aangetroffen. Hier volgt er een:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. Salle et Châtellenie d'Ypres, I, 28: ‘Item, so wie hem bevreest van eeneghen insetene van Yperambacht, tzy by faite, dreeghelycke woorden oft andersins, die sal moghen commen anden heere ende wet, onder wien de gone woonachtich es, daer hi hem af bevreest, afflrmerende bi eede cause dair toe hebbende, ende begheeren sulck een persoon inghedaecht thebbene...’ (Cout. homologuée, 1535.)
Men vergelijke met ‘ick bevreese mij...’ uit den tekst hieronder:
C.P. Serrure, Vaderl. Museum, II, 91, uit een fragment van het Roelants-lied, in een volksboek gedrukt te Antwerpen en voorzien met een geestelijke goedkeuring van 1552 (Zie op. et tom. cit., blz. 26 en vlgg.): Doen sprack die edel grave Roelant:
‘Wat sal ick doen, God, almachtich heere?
Ick bevreese my dat afsitten seere,
want ick soude te voete blyven doot,
al en had ick anders gheenen noot.
Satick van desen paerde neder,
ick en quamer niet lichtelyck op weder...
Edw. Gailliard. |
|