| |
| |
| |
Vertaalde poëzie en kwaliteit
door dr. Peter Verstegen
U weet allemaal dat poëzie vertalen eigenlijk niet kan, dat is vaak genoeg uiteengezet. Het geldt in het bijzonder voor gebonden poëzie, ofwel gedichten met maat en rijm. Nabokov heeft in zijn Onegin-studie gezegd dat het mathematisch onmogelijk is om maat en rijm in een vertaling over te brengen zonder de inhoud grovelijk te vervalsen of, zoals hij het noemt, te verminken. De vertalers die het toch proberen noemde hij parafrasten. Zelf vertaalde hij Poesjkins meesterwerk letterlijk, zonder maat en rijm. Maar Nabokov schreef er twee kloeke delen commentaar bij over de historische en filologische achtergronden van Poesjkins roman in verzen, om uit te leggen wat er allemaal verloren was gegaan in zijn letterlijke weergave.
Nabokov brak met een traditie, want in Rusland was het gangbaar om de rijmende en metrische vorm te behouden bij poëzievertalingen. Hij heeft het ook zelf gedaan, toen hij om den brode vertaalde in zijn Berlijnse tijd, en bijvoorbeeld de gedichten uit Alice in Wonderland briljant in het Russisch overbracht. De traditie om te vertalen met behoud van maat en rijm is nog steeds sterk in de Slavische landen en in de landen met een Germaanse taal. Vreemd genoeg is die praktijk vrijwel verdwenen in de Romaanse landen, waar het zo letterlijk mogelijk vertalen van poëzie de regel is geworden; poëzie wordt proza, maar de inhoud blijft bewaard. Helaas doet zich dan vaak het verschijnsel voor dat zo'n versie een uiterst saaie tekst oplevert: met maat en rijm lijkt ook alle magie van het origineel verdwenen te zijn. Bij het vertalen van Dante in proza blijft tenminste nog een spannend verhaal over, bij het vertalen van lyriek in proza resteert wel een inhoud, maar die inhoud heeft geen zeggingskracht en de lezer vraagt zich af waarom de betreffende dichter zo beroemd is. Paradoxaal genoeg komt een poëtische versie, waarin een deel van de inhoud verloren gaat, dan dichter bij het algehele effect van het origineel.
Op de Romaanse methode of de methode-Nabokov wil ik wat nader ingaan aan de hand van Nabokovs Onegin-vertaling en wel het begin, de eerste vier regels. Nabokov geeft eerst wat hij noemt een ‘lexicale’ of woord-voor-woord-vertaling. Deze luidt:
| |
| |
My uncle of most honest rules
when not in jest has been taken ill,
he to respect him has forced
and better invent could not..
Hiervan maakte Nabokov vervolgens een ‘letterlijke’ versie; wat hij deed, was: ‘rearrange the order of words to achieve some semblance of English construction’.
My uncle has most honest principles:
when he was taken gravely ill,
he forced one to respect him
and nothing better could invent..
Je vraagt je af waarom Nabokov, als hij toch moest herschikken (rearrange), niet zo ver ging om er ook idiomatisch Engels van te maken. Blijkbaar was het zijn doel om nog zoveel mogelijk van de structuur van het origineel in het Engels te laten doorschemeren, maar wat is de ratio daarvan? Wie is ermee gediend?
Belangrijker is dat niet meer valt te begrijpen wat de dichter bedoelde te zeggen. Er is iemand aan het woord die het over zijn oom heeft; de oom heeft mooie principes, wat gevolgd wordt door een dubbele punt. De regels die volgen illustreren dus zijn mooie principes. Er staat dat hij respect heeft afgedwongen door ernstig ziek te worden. Hoe dan? Door geduldig gedragen lijden? En bij wie dwong hij respect af? Het woord one is uiterst vaag, gaat het om vrienden, huisgenoten, verplegenden?
In zijn commentaar legt Nabokov uit waar de regels op slaan. De eerste regel citeert met de most honest rules of principles een bekende fabel van Krilov, waarin een ezel het toppunt van domheid vertegenwoordigt, want hij krijgt de opdracht de moestuin te beschermen tegen kraaien en met dat doel draaft hij zo heftig in het rond dat hij de hele tuin vertrapt: edele principes maar een treurige afloop. De suggestie is dus om te beginnen dat de oom niet zo snugger is en dat de one niemand anders is dan de neef die aan het woord is. Oom kon niets beters bedenken om respect af te dwingen dan ernstig ziek te worden; dat respect moet hem betoond worden, omdat de neef de erfgenaam is (zoals in de tweede strofe blijkt). De neef heeft nooit enig respect gehad voor zijn oom, maar als hij straks aan het ziekbed zit, zal hij moeten doen alsof, anders kan het hem de erfenis kosten. Dit geeft het begin van ‘Onegin’ meteen een ironische lading.
| |
| |
Nabokov was een tegenstander van idiomatische aanpassing, waarmee alle aanpassing wordt bedoeld die nodig is om in de doeltaal dezelfde natuurlijkheid te bereiken als de brontekst bezat. Dit vereist vaak verandering van woordsoort. Zo zegt Onegin in een volgend couplet over Petersburg, in Nabokovs vertaling: There formerly I too promenaded. Dat is wonderlijk Engels, normaal zou zijn: There I used to stroll myself. Nabokov verklaart zijn keus van het werkwoord. Hij zegt over het Russische werkwoord: ‘Gulyat has not only the sense of to stroll, to saunter, but also to go on a spree, zeg maar, de bloemetjes buiten zetten. Of het werkwoord to promenade, dat nauwelijks gebruikt is sinds Dickens, echt die bijbetekenis heeft, is de vraag. Afgaande op de citaten in de OED heeft het woord eerder de nuances van flaneren en/of paraderen, maar dat is niet waar het mij om gaat. Nabokov had het Russische werkwoord ook met twee werkwoorden kunnen vertalen, bijvoorbeeld There I also used to stroll and make merry, maar hij wilde per se één woord vertalen met één woord van dezelfde woordsoort; zo gebruikt hij ook het verouderde bijwoord formerly - omdat er een bijwoord stond in het Russisch - in plaats van de idiomatische wending I used to. Wat Nabokov presenteert als letterlijk vertalen komt dus neer op het afwijzen van idiomatische aanpassing, maar dat is nooit consequent vol te houden. Nabokov voegt bijvoorbeeld wel de lidwoorden toe die in het Russisch ontbreken, maar hij trekt niet de conclusie dat andere vormen van idiomatische aanpassing even legitiem zijn.
Na deze uitweiding geef ik u vijf Nederlandse vertalingen van de vier beginregels, chronologisch geordend:
1. Mijn oom, hij leefde steeds uitstekend,
Toen werd hij ziek, dwong door zijn leed
Veel eerbied af en dat betekent
Toch wel het beste wat hij deed.
(Vertaling Wils Huisman en Elsa Catz)
Globaal is de inhoud wel overgebracht, maar van Poesjkins ironie is niets overgebleven en de combinatie van ‘leven’ en ‘uitstekend’ is weinig idiomatisch, zeg maar gezocht.
2. Toen, uiterst eerlijk van beginsel,
Mijn oom een flinke koorts opliep,
Wist hij maar één ding af te dwingen:
Respect. En verder kwam hij niet.
(Vertaling Jan Robert Braat)
| |
| |
Dit klinkt niet onaardig, maar de logica is ver te zoeken: er kan geen causaal verband zijn tussen Ooms beginselvastheid en zijn koorts. Verder is de nadruk op het respect misleidend. Het lijkt nu alsof Oom met zijn ziekte veel méér had willen afdwingen dan respect. Dit afdwingen geeft Oom ook een veel te dynamische rol. Zijn ernstige ziekte is geëxpliciteerd tot ‘flinke koorts’ en dat kan men zien als een klein manco, maar het is van veel minder belang dan de overige gebreken. Een bijkomend nadeel van deze versie is dat de prosodie versimpeld is van volrijm naar assonantie of halfrijm.
3. Mijn oom blinkt uit in alle deugden
Sinds hem zijn ziekte overviel
En taalt niet meer naar aardse vreugden,
Iets ongekends voor de slemiel.
(Vertaling L.H.M. van Stekelenburg)
Hier is de inhoud in hoge mate vervalst. Het uitblinken in ‘alle deugden’ is iets anders dan het hebben van principes; dat het uitblinken gevolg is van zijn ziekte en dat hij niet meer taalt naar aardse vreugden staat ook niet in het origineel. Met het woord ‘slemiel’ - ook nog vreemd gespeld - wordt de toon of het register compleet veranderd.
4. Mijn oom, die heel beginselvast is,
Ligt nu op sterven - slim bedacht:
Doordat hij elk van ons tot last is
Krijg je respect. Ziekzijn geeft macht.
Hier is de impliciete inhoud van het origineel beter overgebracht: Oom krijgt respect omdat hij op zijn sterfbed ligt en nuisance value heeft. Het werkt komisch dat Onegin - die aan het woord is - het sterfbed van zijn oom beschrijft als ‘slim bedacht’, slim, omdat het hem eindelijk het respect oplevert dat men verplicht is aan een stervende erflater. Met de laatste drie woorden is de teneur extra onderstreept; er staat iets dat Poesjkin niet gezegd heeft, maar dat wel past in de gedachtegang.
Het is opvallend dat deze vertaling het werk is van iemand die geen Russisch kende. Jonker baseerde zijn in 1989 bij Van Oorschot uitgekomen vertaling op de letterlijke vertaling en het commentaar van Nabokov.
5. Mijn oom is door en door fatsoenlijk,
En nu hij op zijn sterfbed ligt,
Is hij van mening, heel aandoenlijk -
| |
| |
Dat zoiets tot respect verplicht.
Hans Boland is bezig de complete poëzie van Poesjkin te vertalen. Net als bij Jonker is de boodschap hier helder en soepel geformuleerd. De toon is mooi ironisch; sommige aspecten zijn sterker aangezet dan in het origineel; je kunt redeneren dat de oorspronkelijke regel 4 (iets beters bedenken kon hij niet) is verdwenen of je kunt stellen dat er iets van resteert in het toegevoegde commentaar ‘heel aandoenlijk’. Hoe dat ook zij, de laatste vertaling lijkt de beste. Misschien is er toch vooruitgang.
Deze introductie suggereert dat het mogelijk moet zijn de voor- en nadelen die kleven aan diverse vertalingen in kaart te brengen en daarop een kwalitatief oordeel te baseren. Ik wil dat verder onderzoeken aan de hand van een viertal vertalingen van een gedicht van Verlaine: Lassitude.
Twintig jaar geleden verscheen in NRC-Handelsblad een oproep aan de lezers om mee te doen aan een wedstrijd in het vertalen van gedichten. Er werden zes gedichten in zes talen aangeboden, een Duits gedicht van Goethe, een in het Engels van Yeats, in het Frans van Verlaine, in het Italiaans van Saba, in het Russisch van Tjoetsjev en in het Spaans van Quevedo. De opdracht luidde als volgt: ‘De opgave is om de gedichten in vertaling zoveel mogelijk recht te doen, zowel de inhoud als de vorm, dat wil zeggen zoveel mogelijk aspecten van de oorspronkelijke gedichten waaraan ze hun kracht en schoonheid ontlenen te reproduceren in het Nederlands.’
De respons was groot: in totaal werden zo'n 700 vertalingen ingestuurd, ruim 120 voor het gedicht van Verlaine. Het is natuurlijk makkelijk om te spreken over de ‘aspecten waaraan gedichten hun kracht en schoonheid ontlenen’ en moeilijk om te analyseren wat die aspecten zijn. Er blijven onweegbare, ondefinieerbare factoren meespelen, maar voorzover de inhoud vast te stellen valt, kan men de diverse vertalingen vergelijken om te zien wat ervan overgebleven is, wat er is verdwenen en wat er qua stijl en register van karakter is veranderd. Hier was althans genoeg materiaal om een poging tot analyse te doen. Het gedicht van Verlaine komt uit zijn debuutbundel Poèmes saturniens en is een sonnet in alexandrijnen.
| |
Lassitude
A batallas de amor campo de pluma
Gongora
De la douceur, de la douceur, de la douceur!
Calme un peu ces transports fébriles, ma charmante.
| |
| |
Même au fort du déduit parfois, vois-tu, l'amante
Doit avoir l'abandon paisible de la soeur.
Sois langoureuse, fais ta caresse endormante,
Bien égaux tes soupirs en ton regard berceur,
Va, l'étreinte jalouse et le spasme obsesseur
Ne valent pas un long baiser, même qui mente!
Mais dans ton cher coeur d'or, me dis-tu, mon enfant,
La fauve passion va sonnant l'olifant!...
Laisse-la trompetter à son aise, la gueuse!
Mets ton front sur mon front et ta main dans ma main,
Et fais-moi des serments que tu rompras demain,
Et pleurons jusqu' au jour, ô petite fougueuse!
Verlaine heeft zelf verklaard dat hij de meeste gedichten van Poèmes saturniens, verschenen in 1866, schreef in de twee hoogste klassen van zijn lycée. Volgens Verlaines schoolvriend en eerste biograaf Lepelletier had Verlaine voor zijn huwelijk in 1870 alleen seksuele ervaring opgedaan in het bordeel. Het gaat dus om een fantasie of wensdroom van de jonge dichter, waarin hij een vriendin heeft, zo vurig, dat hij haar moet betomen omdat zij hem met haar hartstocht in een toestand van lassitude heeft gebracht.
Kan men het überhaupt eens zijn over de inhoud van een gedicht? Bij moderne gedichten is dat vaak onmogelijk, maar het is vele eeuwen gebruik geweest dat dichters wisten wat ze wilden zeggen en dat zo helder mogelijk deden, zodat de lezers hen konden volgen. Bij dit gedicht laat zich uitstekend vaststellen wat de gedachtebeelden waren die de dichter wilde oproepen bij de lezer: het gaat om de betekenis die beredeneerbaar aanwezig is en waar geoefende lezers het, eventueel na discussie, op grond van argumenten over eens kunnen worden. In zoverre is de interpretatie dus niet puur subjectief.
Omdat de vertaalwetenschap zaken als betekenis, equivalentie en interpretatie heeft geproblematiseerd en naar mijn smaak een dikke deken van obscurantisme heeft gelegd over het edele vak van het vertalen, wil ik de begrippen waar ik mee werk in het kort verhelderen. Een vertaling probeert het algehele communicatieve effect van een tekst in een andere taal zo goed mogelijk over te brengen. Vertalen is een toegepaste wetenschap die per definitie afhankelijk is van regels. De voornaamste regel is dat men een tekst in de ene taal zodanig vertaalt in een andere taal dat de door de originele tekst opgeroepen werkelijkheid zoveel mogelijk intact blijft in de vertaling,
| |
| |
zoveel mogelijk, omdat enig verlies inherent is aan de verschillen tussen beide talen. In plaats van de ‘opgeroepen werkelijkheid’ van een tekst kan men ook spreken van ‘het algehele communicatieve effect’. Er bestaan tussen de Europese talen grote verschillen, maar er is ook een grote mate van parallellie op woord- en woordgroepniveau; met andere woorden, er bestaan voor heel veel zaken woorden en combinaties van woorden die kunnen dienen als elkaars equivalent, omdat het communicatieve effect ervan geen beredeneerbaar verschil oplevert.
Het begrip ‘betekenis’ is complex, maar voor de vertaler gaat het om contextuele betekenis. Ik bedoel dat de context bepaalt welke betekenis actief is. De oorspronkelijke betekenis van het Engelse gay is vrolijk, maar in de negentiende eeuw werd onder a gay woman een vrouw van lichte zeden verstaan, en na circa 1960 kon je er een lesbienne mee aanduiden. Als de betekenis ‘homoseksueel’ wordt bedoeld, wordt de betekenis ‘vrolijk’ afgeschermd, buiten werking gesteld. Het is echt niet zo dat homoseksuelen in de Engelssprekende wereld beschouwd worden als bij uitstek vrolijke lieden. Maar als iemand het woord gay gebruikt in de oorspronkelijke zin van het woord zal hij, dankzij de context, juist begrepen worden. Margaret Thatcher heeft eens gezegd: Every child has a right to be gay, maar ze bedoelde niet het recht om homoseksueel te worden: zo verlicht was ze niet.
Meerduidigheid, omdat een woord meerdere betekenissen heeft, is zelden een probleem, omdat uit de context dwingend blijkt welke betekenis actief is. Anders ligt het uiteraard bij woordspelingen, waarbij dubbelzinnigheid het doel is. Dat is doorgaans goed herkenbaar. Het Engelse woord blue betekent primair ‘blauw’ maar kan, afhankelijk van de context, ook staan voor melancholiek of pornografisch. Dat geeft dus de mogelijkheid om woordspelingen te maken, maar als je spreekt over een blue sky betekent het gewoon ‘blauwe lucht’; die lucht is niet ook een beetje pornografisch of melancholiek.
Betekenis is niet absoluut, maar context-afhankelijk. Vaak wordt het etiket ‘meerduidigheid’ ten onrechte gebruikt. Het woord ‘bank’ kan staan voor een geldinstelling of een zitmeubel, maar de context maakt altijd duidelijk wat van die twee is bedoeld; er is dan geen meerduidigheid. Als je national bank vertaalt met ‘nationale bank’ bestaat er volledige equivalentie. Het woord ‘passie’ kan verwijzen naar zinnelijke lust of naar het lijden van Christus, maar nooit naar allebei. De zogenaamde één-op-één-equivalentie, waarbij een woord in de ene taal altijd vervangbaar is door een woord in de andere taal, is niet eens zeldzaam, want die equivalentie doet zich voor bij vrijwel alle tienduizenden technische en wetenschappelijke termen, maar zulke
| |
| |
equivalentie is doorgaans niet vereist. Bij literaire teksten komt één-op-éen-equivalentie niet zoveel voor, maar dat doet er niet toe. Het gaat om equivalentie in de context. In de meeste teksten kan het woord ‘soms’ dienen als equivalent van parfois. Maar als je zegt: ‘Wil jij soms een dreun voor je kop hebben?’ dan kan dat uiteraard niet. Dat doet niets af aan de equivalentie in verreweg de meeste contexten.
Uiteraard komt het ook veel voor dat contextgebonden equivalentie ontbreekt. De vertaler wijkt dan uit naar parafrase, of wel: met andere dan equivalente taalmiddelen toch zoveel mogelijk hetzelfde beeld oproepen. In het Engels kun je zeggen: Her only good feature is her hair. Het woord feature kan in andere contexten vertaald worden met ‘gelaatstrek’, maar hier kan dat niet: ons hoofdhaar is geen gelaatstrek. Parafrase kan uitkomst brengen: ‘Het enige mooie aan haar gezicht is haar haar.’ Soms is equivalente weergave mogelijk, maar verdient parafrase de voorkeur omdat ze natuurlijker, idiomatischer klinkt. Het zinnetje I'll always remember you zou men kunnen vertalen met ‘Ik zal me jou altijd herinneren’, maar natuurlijker, idiomatischer en daarmee uiteindelijk getrouwer is: ‘Ik zal altijd aan je blijven denken’ of ‘Ik zal je nooit vergeten.’ Dat neemt niet weg dat een woord diverse betekenisaspecten kan hebben die tegelijk actief zijn en daardoor moeilijk over te brengen zijn, zoals de titel van Verlaines gedicht: Lassitude.
Ik wil het gedicht nu in elf segmenten verdelen, die syntactisch op zichzelf staan, de titel (met het motto), gevolgd door segmenten die zeven maal bestaan uit één regel en drie maal uit een dubbele regel. In het kort wil ik nagaan wat er per segment over de betekenis te zeggen is.
1. De betekenis van Lassitude heeft twee aspecten, vermoeidheid en verzadiging, of eigenlijk verzadiging die gepaard gaat met vermoeidheid. Bij Verlaines Lassitude gaat het primair om de betekenis zoals die besloten ligt in de wending se lasser d'une femme: genoeg krijgen van een vrouw. Het beeld dat door de titel in de context van het gedicht wordt opgeroepen is: bij een galant rendez-vous is de minnaar na de nodige seksuele activiteit overvoerd geraakt, hij kan niet meer. Over het motto valt niet veel te zeggen; het moet gewoon gereproduceerd worden; dat menige lezer de betekenis ervan (zoiets als: ‘Voor de liefdesstrijd [past] een donzen slagveld’ niet zal begrijpen, moet men voor lief nemen; dat gold ook voor Verlaines Franse lezers. Overigens betekent pluma ook pen, maar woordspelige dubbelzinnigheid lijkt niet bedoeld.
| |
| |
2. De la douceur, de la douceur, de la douceur!
Het hele gedicht vormt het betoog van een minnaar tot zijn geliefde. Hij begint haar driemaal achtereen te vragen om kalmer aan te doen. Het register van de woordkeus is galant, licht ironisch en archaïserend. De vermaning van de eerste regel, De la douceur, heeft dezelfde lading als Doucement, maar klinkt eleganter, hoofser. In het Nederlands bestaat geen substantief dat ermee correspondeert, er moet geparafraseerd worden en van woordsoort worden veranderd. Een werkwoordsconstructie met ‘Doe..’ of ‘Wees..’ ligt voor de hand. Het retorisch effect van de herhaling is van belang, maar de herhaling moet niet belachelijk gaan klinken, wat m.i. geldt voor ‘Nu even rust, nu even rust, nu even rust.’ Of ‘Zachtzinnigheid, zachtzinnigheid, zachtzinnigheid.’
3. Calme un peu ces transports fébriles, ma charmante,
De minnaar preciseert in welk opzicht de geliefde kalmer aan moet doen. Ze moet haar koortsige vervoering temperen. Om de imperatief te verzachten is un peu toegevoegd. Er zit wat distantie in het gebruik van het aanwijzend in plaats van het bezittelijk voornaamwoord: ces transports, niet tes transports. In de vertalingen was transports onder meer geparafraseerd met ‘hartstocht’, ‘passie’, ‘roes’ en ‘vuur’, en wanneer de weergave van fébriles daar idiomatisch bij aansloot, bleef het beeld dat wordt opgeroepen intact; zo lijken weergaven als ‘wild’, ‘fel’, ‘hevig’, ‘heftig’ alle te voldoen als de vertaler ze maar idiomatisch kon combineren met de weergave van transports. In ma charmante klinkt iets ironisch of, als men wil, iets patroniserends door.
4. Même au fort du déduit, parfois, vois-tu, l'amante/
Doit avoir l'abandon paisible de la soeur.
De wending au fort de wordt, afhankelijk van de context, weergegeven met ‘in het hartje van’ [de winter], ‘in het midden van’ [het bos], ‘in het hevigst van’ [de strijd], etcetera. Hier zou bijvoorbeeld ‘in het heetst van’ goed passen, als het idiomatisch aansluit bij de vertaling van déduit. Dit woord is een elegant archaïsme, in Robert omschreven als Divertissement. Jeux amoureux. Misschien gebruikte Verlaine het onder invloed van Baudelaire, of misschien juist bij wijze van hommage. Baudelaire gebruikt déduit in À une mendiante rousse (rr. 39-41): Maint seigneur et maint Ronsard/ Épieraient pour le déduit/ ton frais réduit. Het gaat erom de archaïserende toon over te brengen in de vertaling, bijvoorbeeld met ‘minnespel’ of ‘minnestrijd’. Maar soms kan een vertaler ook kiezen voor archaïsering op een andere plaats, bij wijze van compensatie. De woorden vois-tu onderstrepen de galante spreektoon. Met parfois neemt de spreker iets terug van de stelligheid van zijn uitspraak; hij wijst het vuur van de geliefde nu wel af, maar straks misschien weer niet. Nu is het hem even teveel.
| |
| |
Voor l'amante heeft het Nederlands ‘minnares’ en ‘geliefde’, eventueel ‘beminde’, maar parafrases met bv. ‘in de liefde’ kunnen goed voldoen. In l'abandon gaat het om de betekenis ‘je laten gaan’, maar daar zitten twee kanten aan: je geheel ontspannen voelen of: alles maar laten gaan, op zijn beloop laten, en eventueel: het loslaten van remmen, seksuele overgave. De context maakt duidelijk dat die laatste betekenis niet bedoeld kan zijn, maar er blijft een zekere speelse ambiguïteit, want was die betekenis wel bedoeld, dan werd de geliefde aangespoord om zich te laten gaan als een zuster in een incestrelatie. Echt serieus speelt die betekenis niet mee, anders zou Verlaine wel voor het gerecht zijn gedaagd, zoals Baudelaire nog geen tien jaar eerder was overkomen vanwege een paar gedichten over lesbische liefde.
Het betoog van de minnaar is nu juist dat de geliefde zich al méér gegeven heeft dan hem lief is. De hier actieve betekenis van abandon moet gezocht worden in ontspannenheid. De minnaar vraagt de minnares om de ontspannen houding van een zus tegenover haar broer. Het lijkt uitgesloten dat soeur kan worden gelezen als ‘non’, maar zelfs al was dat wel zo, dan kan een ‘zuster’ ook in het Nederlands een non aanduiden.
5. Sois langoureuse, fais ta caresse endormante,/
Bien égaux tes soupirs en ton regard berceur.
De minnaar wordt nu concreter in zijn verzoeken. Bij langueur en langoureux geven de verklarende woordenboeken als primaire betekenis: fysieke of psychische zwakte. De vertaalwoordenboeken zijn misleidend als ze voor langoureux de term ‘smachtend’ geven, want dat slaat op onvervuld verlangen. Ook de betekenis ‘kwijnend’ zou hier vreemd aandoen; langueur heeft een positievere betekenis gekregen, door Robert omschreven als Mélancolie douce et rêveuse en daarnaast: Manque d'activité ou d'énergie. Robert geeft een voorbeeld van Pierre Loti: Stamboul reprenait son indicible langueur orientale. De betekenis van langoureuse komt hier dicht bij de Nederlandse termen ‘loom’ en ‘indolent’ (het laatste een Frans leenwoord). In het Frans bestaat de wending langoureuse comme une chatte: dat lijkt het soort langueur dat Verlaine in gedachten had. De geliefde wordt voorts aangespoord om de minnaar te strelen op een wijze die slaperig maakt. Bij de inzendingen waren geslaagde parafrases zoals: ‘Streel me in slaap’ en ‘Bedwelm me met [..] jouw streling’.
Hier vraagt de minnaar zijn geliefde om haar diepe, zuchtende ademhaling een gelijkmatig ritme te geven en om hem met haar blikken in slaap te wiegen. Alleen door middel van parafrase kan dit idiomatisch worden overgebracht.
| |
| |
Een van de geslaagde parafrases was: ‘En met je zuchten, met je ogen, wieg me in slaap.’
6. Va, l'étreinte jalouse et le spasme obsesseur/
Ne valent pas un long baiser, même qui mente!
Het woordje Va dient hier ter overreding, het correspondeert met het Nederlandse ‘Kom’, maar het kan ook weergegeven worden met ‘Toe’ of met een woord als ‘toch’. Het woord étreinte kan met omhelzing worden weergegeven, maar komt eigenlijk dichter in de buurt van ‘omstrengeling’. Verlaine gebruikt jalouse in archaïsche zin: ‘jaloers’ zou niet passen in de context. In de Garnier-editie van Verlaines poëzie staat bij jalouse de noot: passionnée, ardente, c'est le premier sens donné par Littré. Het gaat niet om jaloezie, maar om gretigheid. Met le spasme obsesseur wordt kennelijk het orgasme aangeduid: de kramp of spasme waar we van bezeten zijn.
Voor ne valent pas zijn vele parafrases bruikbaar: zijn niets vergeleken bij, halen niet bij, wegen niet op tegen, etcetera. Voor un long baiser kan men in het Nederlands kiezen tussen ‘een lange kus’ en ‘een lange zoen’, het laatste woord klinkt iets intiemer; même qui mente kan equivalent worden weergegeven met ‘zelfs als die liegt’, maar parafrases als ‘al is hij niet gemeend’ zijn minstens zo goed.
7. Mais dans ton cher coeur d'or, me dis-tu, mon enfant,/
La fauve passion va sonnant l'olifant!...
Het begin van de zin is geheel equivalent weer te geven: ‘Maar in je lieve hart van goud’; de wending ‘hart van goud’ heeft in het Frans en Nederlands dezelfde lading, die van goed bedoelde gemeenplaats. Maar ‘lieve hart’ zou vervangen kunnen worden door ‘hartje’, dat door de verkleinvorm de vertedering weergeeft. Met me dis-tu, zonder bezwaar weer te geven als ‘zeg je mij’, wordt gesuggereerd dat de minnares een tegenwerping heeft gemaakt, al kan dat een retorische truc zijn; in elk geval lijkt de minnaar de reactie van de geliefde ironisch te omschrijven, een indruk die versterkt wordt door het weer ietwat patroniserende ‘mon enfant’, dat equivalent kan worden overgebracht met ‘mijn kind’. De minnaar legt de geliefde de volgende woorden in de mond: ‘je wilde hartstocht steekt de krijgstrompet.’ De olifant is speciaal de ivoren krijgshoorn waarop Roeland uit het Chanson de Roland bij Roncevalles blies, om Karel de Grote te hulp te roepen. Hier treedt bij parafrase met ‘krijgstrompet’ verlies op, maar dat geldt ook voor de equivalente weergave, omdat de Nederlandse lezer de ‘olifant’ (door Van Dale onvolledig gedefinieerd als: ‘drink- of jachthoorn, gemaakt uit een olifantstand’) zal
| |
| |
verwarren met het zoogdier, of omdat de verwijzing naar het Roelandslied hem zal ontgaan.
8. Laisse-la trompeter à son aise, la gueuse!
De minnaar maant zijn geliefde om het hoorngeschal van haar passie te negeren. Het begin is equivalent weer te geven met ‘Laat haar trompetteren’; ‘haar’ is dan de passie. Zou men kiezen voor hartstocht, een mannelijk woord, dan komt men in de problemen met de weergave van la gueuse. Voor à son aise zijn diverse mogelijkheden, zoals ‘naar hartenlust’ en ‘naar believen’. Het woord gueuse heeft de functie van goedbedoeld scheldwoord. Verlaine karakteriseert er de fauve passion van zijn geliefde mee; het woord gueux betekent schooier, bedelaar, zwerver, maar une gueuse is speciaal een femme de mauvaise vie, een wat ironische term voor hoer. De derde republiek in Frankrijk werd wel la gueuse genoemd, de sloerie.
9. Mets ton front sur mon front et ta main dans ma main.
Hier is front duidelijk gebruikt als pars pro toto, voor hoofd of gezicht. Het woordje sur kan niet idiomatisch worden vertaald met ‘op’, want ‘Leg je hoofd op mijn hoofd’ klinkt raar, alsof het hoofd iets demontabels is dat je ergens op kunt leggen; parafrase is nodig. De rest van de regel kan equivalent worden vertaald met ‘en je hand in mijn hand’.
10. Et fais-moi des serments que tu rompras demain,
Tegen de equivalente weergave ‘En zweer mij eden die je morgen [al] zult breken’ is weinig bezwaar, maar diverse parafrases voldoen ook; de toevoeging ‘al’ of ‘weer’ bij ‘breken’ lijkt in het Nederlands idiomatisch wenselijk.
11. Et pleurons jusqu'au jour, ô petite fougueuse!
Het begin is equivalent weer te geven met ‘En laten we huilen’, of ‘Laat ons huilen’, eventueel aangevuld met ‘erover’ of iets dergelijks; ‘wenen’ of ‘schreien’ is mogelijk. De weergave ‘tot de dag’ is niet idiomatisch en zou moeten worden aangevuld: ‘tot het dag wordt’; maar diverse parafrases kunnen dienst doen, zoals ‘tot de ochtend’, ‘tot het licht wordt’, etcetera. Een fougueuse is een vrouw vol fougue, door Robert omschreven als Ardeur impétueuse, dus zoiets als ‘hete bliksem’, maar de term is afgezwakt door toevoeging van het vertederde petite. Parafrase is onvermijdelijk.
Er zijn prosodische verschillen tussen Franse en Nederlandse sonnetten. De Franse alexandrijn heeft twaalf of dertien lettergrepen, zonder duidelijk metrum maar met een rust in het midden; het Nederlandse sonnet heeft evenveel lettergrepen en doorgaans een jambisch metrum, maar zonder rust. De
| |
| |
jambische vijfvoeter is gangbaarder dan de zesvoeter, maar zou men Verlaines gedicht in vijfvoeten vertalen, dan komt men ruimte tekort. Heel weinig inzenders kozen daarvoor.
De vertaalwetenschap schermt graag met het begrip ‘vertaalstrategie’, hetgeen impliceert dat de vertaler zich bewust is van zijn uitgangspunten. Zou men bij de 120 ingezonden vertalingen vertaalstrategieën onderscheiden, dan zou je bijvoorbeeld de strategie moeten onderscheiden van inzenders die, wat het rijm betreft, kiezen voor Verlaines sonnetvorm, maar die het metrum compleet aan hun laars lappen. We kunnen aannemen dat ze daar niet opzettelijk voor kozen, zodat er geen sprake was van een strategie. Het is een ervaringsfeit dat veel poëzielezers geen flauwe notie (meer) hebben van wat metrum is. Nu was de opdracht bij de vertaalcompetitie dat de vertaling het origineel naar vorm en inhoud zoveel mogelijk recht moest doen, dus de niet-metrische inzendingen die de harmonie van de sonnetvorm verstoren, vielen af, ook al bevatten ze soms een mooie vondst. Dat gold ook voor de talrijke inzendingen met variabele regellengte, soms variërend van zes tot zeventien lettergrepen! Er waren ook inzendingen die zowel rijm als metrum hadden losgelaten; dat kan bewuste strategie zijn geweest, maar een strategie die inging tegen de opgave. Ongeveer twintig inzenders hadden serieus geprobeerd zowel inhoud als vorm over te brengen en van die twintig waren er vier die eruit sprongen en die ik nu graag nader wil bezien. Bij elk van de elf segmenten wordt bekeken hoe geslaagd de weergave is. Is die briljant - wat wil zeggen dat geen betekenisverschil kan worden beredeneerd of dat het verschil door parafrase geheel is overbrugd -, dan worden drie punten toegekend; is die goed - wat wil zeggen dat maar gering betekenisverlies kan worden beredeneerd -, dan worden twee punten toegekend; is die matig - wat wil zeggen dat er veel is af te dingen op de weergave van de betekenis, maar dat er toch wel iets van over is -, dan levert het één punt op.
| |
De eerste vertaling
Vermoeidheid
A batallas de amor campo de pluma
Gongora
Voorzichtig aan, voorzichtig aan, voorzichtig aan!
Die minnekoorts, mijn schat, hoeft jou niet op te winden.
| |
| |
Zelfs in de hitte van het spel moet een beminde
Soms rustig als een zuster alles ondergaan.
Wees loom, laat mij bedwelming in je streling vinden,
Maat in je zuchten, sluimer in je oogopslaan.
Geen wurgende omhelzing, geen woest schokken gaan
Boven een lange zoen, zelfs een die jou niet zinde!
Maar in je gouden hart, mijn kind, zo zeg je mij,
Weergalmt de strijdhoorn van de liefdesrazernij!...
Laat die trompetteren naar hartelust, de booswicht!
Leg op mijn slaap je slaap, en in mijn hand je hand,
Geef mij je woord, al doe je 't morgen niet gestand,
En ween met mij tot zonsopgang, mijn tomeloos wicht!
Commentaar per segment:
1. | De titel geeft maar een deel van de betekenis, het belangrijke element ‘verzadiging’ ontbreekt: + |
| |
2. | De retorische herhaling is mooi bewaard, maar ‘voorzichtigheid’ is niet echt waar het om gaat; de minnaar vraagt niet om zachtzinniger met hem te zijn, maar om haar hartstocht te temperen en rustig aan te doen: ++ |
| |
3. | De ‘minnekoorts’ waarin het element fébriles is verdisconteerd, is mooi, maar ‘hoeft jou niet op te winden’ is discutabel: als de minnaar bedoelt dat ze zich niet moet laten opwinden door haar eigen minnekoorts, heeft dat iets onlogisch. Ze is juist opgewondener dan de minnaar zou wensen: ++ |
| |
4. | De parafrase ‘in de hitte van het spel’ is gelukkig; de wending ‘alles ondergaan’ is minder goed, want ze zou ‘alles’ moeten ondergaan van de minnaar en die zegt nu juist voorlopig rust te willen: ++ |
| |
5: | De vijfde regel is perfect, maar de zesde wordt ontsierd door de gewrongenheid van ‘sluimer in je oogopslaan’; het substantief ‘oogopslaan’ is duidelijk geconstrueerd pour les besoins de la cause en klinkt geforceerd: ++ |
| |
6. | De ‘wurgende omhelzing’ geeft ernstige verandering van betekenis en past niet in de context. Dat een lange zoen beter is dan een wurgende omhelzing zou geen betoog behoeven (wie zou gewurgd worden prefereren boven een zoen); het adjectief ‘woest’ bij ‘schokken’ is misschien verdedigbaar, maar obsesseur is niet weergegeven; ‘zelfs een die jou niet zinde’ staat wel heel ver af van qui mente: 0 |
| |
| |
7: | De negende regel is geheel equivalent en de 10de is een mooie parafrase; het woord cher is niet weergegeven: ++ |
| |
8: | Vanwege de mannelijke strijdhoorn is la gueuse een mannelijke booswicht geworden; de impliciete verwijzing naar hoerigheid in la gueuse is verloren: ++ |
| |
9: | Het is niet goed voor te stellen hoe iemand zijn slaap op de slaap van een ander kan leggen; slaap tegen slaap zou desnoods kunnen, maar de vraag is of ‘slaap’ hier geschikt is; ‘wang tegen wang’ zou beter passen; de rest is equivalent weergegeven: + |
| |
10: | De parafrase dekt de betekenis geheel: +++ |
| |
11: | Het rijm ‘tomeloos wicht’ (bij ‘booswicht’) is inventief, maar dwingt eigenlijk tot de geforceerde uitspraak ‘tomelóós wicht’; ook verder is de regel metrisch onzuiver: ++ |
Totaal: 19
| |
De tweede vertaling
Zacht, zachtjes...
Zacht, zachtjes, zachtjes aan, mijn schat, bedaar, bedaar,
beteugel even 't vuur, die tuimel van de zinnen.
Zelfs in de hitte van het zoete spel der minne
zij de overgave liefst een zusterlijk gebaar.
Smelt van verlangen, laat je streling mij omspinnen,
je blik mij wiegen en je zuchten; want, nietwaar?
Kan ooit de omstrengeling van een hijgend liefdespaar
het van een lange zoen, geveinsd wellicht zelfs, winnen?
Maar 'k hoor je gouden hart, mijn kind, dat tot mij spreekt:
- Wat, als het wilde bloed steeds weer de horen steekt?...
- 't Klaroene, vrij, - maar laat je niet door 't loeder dwingen!
Reik mij je hand en vlij je wang tegen mijn wang,
zweer dure eden, die je breken zult eerlang
en schrei tot de ochtend met mij, kleine woestelinge!
| |
| |
Commentaar:
1. | De titel is veranderd in de beginwoorden van de eerste regel; ook het motto is weggelaten: 0 |
| |
2. | De retorische herhaling is inventief overgebracht, maar aangevuld met elementen uit het vervolg, zoals ‘mijn schat’ voor ma charmante uit r. 2; het uitroepteken is verdwenen: ++ |
| |
3. | De parafrase is nogal vrij maar brengt het beeld wel over; de ‘tuimel van de zinnen’ is een archaïsche wending voor zinsvervoering, bedwelming, roes die mooi past in de context: +++ |
| |
4. | De licht archaïsche weergave ‘hitte van het zoete spel der minne’ is geslaagd en passend in de galante context; het element parfois ontbreekt; ‘zij liefst’ klinkt minder stellig dan doit avoir. Het element paisible is niet weergegeven en de ‘overgave’ treft niet de juiste nuance van abandon; het ‘zusterlijk gebaar’ bij ‘overgave’ is paradoxaler dan het origineel: + |
| |
5: | ‘Smelt van verlangen’ heeft weinig gemeen met wat er staat in het Frans; de parafrase ‘laat je streling mij omspinnen’ is gezocht en het element endormante ontbreekt; het gewiegd worden door haar blik en haar zuchten brengt het beeld over; het regeleinde ‘want, nietwaar?’ vervangt kennelijk het element Va: + |
| |
6. | Het element jalouse is verdwenen, wat ook geldt voor spasme obsesseur; het ‘hijgend liefdespaar’ biedt onvoldoende compensatie; r. 7 is metrisch zwak door de elisies; r. 8 is weergegeven in een vraagvorm met impliciete ontkenning: + |
| |
7. | In de eerste terzine heeft de vertaler de indirecte rede vervangen door een directe vraag, een wat geforceerde kunstgreep die echter geen afbreuk doet aan het opgeroepen beeld. De wending ‘de horen steken’, naar analogie van de trompet of klaroen steken, is verdedigbaar; het element cher is niet weergegeven: + |
| |
8. | Op de directe vraag volgt een direct antwoord; ‘'t loeder’ staat voor la gueuse, of wel la fauve passion, in de vertaling ‘het wilde bloed’; het klinkt geforceerd om dat bloed aan te duiden als ‘loeder’: + |
| |
9. | Ondanks de veranderde volgorde is er equivalente weergave, met ‘wang’ als pars pro toto; het woord ‘vlij’ past goed in de context: +++ |
| |
| |
10. | Weliswaar is demain geparafraseerd met ‘eerlang’, maar dat is verdedigbaar, omdat demain niet letterlijk bedoeld is: +++ |
| |
11. | Equivalente weergave met een inventieve oplossing voor petite fougueuse: +++ |
Totaal: 19
| |
De derde vertaling
Matheid
A batallas de amor campo de pluma
Gongora
Bemin me zacht, bemin me zacht, bemin me zacht,
Probeer de brand van je hartstocht, liefste, te blussen.
Want minnaressen moeten kunnen zijn als zussen
Zo kalm, zelfs middenin de vreugden van de nacht.
Wees langoureus, maak dat je liefkozingen sussen,
Je blik in slaap wiegt, je gezucht niet hort of jacht.
Bezitskramp, een omhelzing met jaloerse kracht
Zijn minder waard dan zelfs gelogen lange kussen.
Maar in jouw gouden hartje, zeg je, lieve meid,
Klaroent de woeste passie en roept op tot strijd.
Zo'n sloerie! laat toch rustig toeteren en blazen.
Leg je hoofd op mijn hoofd en je hand in mijn hand
En zweer me je eden ook al houdt er geen stand,
En laat ons treurig zijn in plaats van al dat razen!
Commentaar:
1. | In de titel ontbreekt het element ‘verzadiging’: + |
| |
2. | De woordkeus is wat geforceerd, door de ongewone imperatief ‘Bemin’, maar de retorische herhaling is overgebracht: ++ |
| |
3: | De parafrase met ‘Probeer.. te blussen’ (in het werkwoord kan men un peu verdisconteerd zien) is aanvaardbaar, maar de regel is ernstig antimetrisch, wat het esthetische effect bederft: ++ |
| |
| |
4. | Het element parfois kan men verdisconteerd achten in ‘moeten kunnen zijn’, maar die opeenvolging van werkwoorden heeft iets hortends; vois-tu is niet overgebracht. Er is een mooie m-alliteratie; ‘de vreugden van de nacbt’ is aanvaardbare parafrase, maar van abandon paisible is alleen maar ‘zo kalm’ overgebleven: + |
| |
5. | Het leenwoord ‘langoureus’ misstaat niet in de elegante context van dit gedicht; ‘maak dat je liefkozingen sussen’ is weinig idiomatisch, terwijl ‘sussen’ zonder ‘in slaap’ eerder het beeld oproept van het bijleggen van een ruzie; het grootste bezwaar geldt: ‘[maak dat] je gezucht niet hort of jacht’, een formulering die de bedoeling wel ongeveer overbrengt maar geforceerd aandoet: + |
| |
6. | Het woord Va is niet weergegeven; ‘bezitskramp’ is een onnatuurlijke samenstelling die weinig te maken heeft met spasme obsesseur; het lijkt of de vertaler possesseur heeft gelezen; een ‘omhelzing met jaloerse kracht’ klinkt al even onnatuurlijk, terwijl ‘jaloerse’ de betekenis niet juist weergeeftrs; r. 8 is een goede parafrase, maar de werkwoordsvorm ‘zijn’ is minder gelukkig omdat er geen ‘en’ staat tussen de twee onderwerpen, zodat ‘een omhelzing met..’ lijkt te dienen als uitbreiding van ‘Bezitskramp: 0 |
| |
7. | Regel 9 is equivalent weergegeven en r. 10 is een goede parafrase, waarin vooral ‘Klaroent’ een mooi effect oplevert: +++ |
| |
8. | ‘Zo'n sloerie!’ is een goede weergave van la gueuse! Maar ‘toeteren en blazen’ wijkt qua register duidelijk af van Verlaines woordkeus; à son aise is met ‘rustig’ niet juist weergegeven: + |
| |
9. | De regel is metrisch gebrekkig; de woordkeus ‘Leg je hoofd op mijn hoofd’ klinkt onidiomatisch; het tweede deel van de regel is equivalent vertaald: + |
| |
10. | De weergave is equivalent, afgezien van het tijdsaspect dat verdwenen is. De regel is metrisch onbeholpen: + |
| |
11. | De parafrase ‘treurig zijn’ is verdedigbaar, omdat Robert de betekenis van pleurer ook omschrijft als être dans un état d'affliction; ‘jusqu'au jour’ is niet weergegeven; ‘in plaats van al dat razen’ klinkt te komiek en heeft met het vertederde ‘ô petite fougueuse!’ maar heel weinig te maken: 0 |
Totaal: 13
| |
| |
| |
De vierde vertaling
Liefdemoeheid
A batallas de amor campo de pluma
Gongora
Meer tederheid, meer tederheid, meer tederheid!
Bekoel, mijn lief, die koortsvervoeringen een beetje!
Zelfs kortheids hoogtepunt eist ongedwongenheid
in zusterlijke rust van de beminde, weet je.
Wees vol verlangen, laat je strelen slaap verwekken
zoals je zuchten en zoals je blik die wiegt.
Jaloers omklampen en bezeten krampentrekken,
kom, dat lijkt niets, zelfs naast een lange zoen die liegt!
Maar in je hart van goud, zo zeg je mij, m'n kind,
blaast wilde hartstocht op de horen Olifant...!
Laat die gerust, dat schuimsel, de trompet maar steken!
Leg aan m'n wang je wang en in m'n hand je hand
en zweer me eden die je morgen weer zult breken:
en laat ons snikken tot - o vlam - de dag begint!
Commentaar:
1. | Het element van verzadiging is hier wel overgebracht, maar met een zelfgemaakt woord dat niet fraai en niet idiomatisch is: + |
| |
2. | Het gedicht is een monoloog; het moet voorstelbaar zijn dat de minnaar echt zo heeft gesproken en dat is hier niet erg aannemelijk; het verzoek om tederheid (in plaats van hartstocht) brengt de gedachte wel over en de retorische herhaling is overgebracht: ++ |
| |
3. | De elementen zijn inventief geparafraseerd, ‘koortsvervoeringen’ is een eigen samenstelling die in de context voldoet en het element fébriles incorporeert: +++ |
| |
4. | De wending ‘kortheids hoogtepunt’ is eigenaardig en onhelder. De vertaler lijkt hiermee geen poging te hebben gedaan tot parafrase, maar de betekenis van déduit te hebben gemist; de weergave van abandon met ‘ongedwongenheid’ is gezocht en onjuist; vois-tu is geparafraseerd tot ‘weet je’; parfois is niet weergegeven. De combinatie ‘in zusterlijke rust’ is fraai, maar gezien de vele minpunten: 0 |
| |
| |
5. | De weergave ‘Wees vol verlangen’ wijkt sterk af van Sois langoureuse; de gelijkmatigheid van het zuchten is niet weergegeven. Overigens heeft de vertaler in het tweede kwatrijn nieuwe rijmen ingevoerd, waarmee hij de vorm van Verlaines gedicht ontrouw is, wat in de puntentelling tot uiting moet komen: 0 |
| |
6. | De vertaler heeft de verkeerde betekenis van jalouse gekozen; het woord ‘omklampen’ is een lelijk en niet idiomatisch neologisme, wat ook geldt voor het woord ‘krampentrekken’. Va is weergegeven met ‘Kom’; In r. 8 is het woord ‘zelfs’ verkeerd geplaatst; bedoeld is: ‘dat is niets naast een zoen, zelfs als die liegt.’ De formulering met ‘naast’ is overigens gewrongen. Mede vanwege het doorbreken van het rijmschema: 0 |
| |
7. | Het element cher is niet weergegeven, maar verder is de weergave equivalent; het bezwaar tegen de term ‘olifant’ is redelijk ondervangen door het gebruik van een hoofdletter en door toevoeging van het woord ‘hoorn’: ++ |
| |
8: | Het onderwerp ‘die’ slaat blijkbaar terug op ‘wilde hartstocht’; de hartstocht wordt aangeduid als ‘dat schuimsel’, als weergave van la gueuse. De betekenis van het zeldzaam gebruikte woord ‘schuimsel’ is zoiets als: afval, uitschot, uitvaagsel; het woord is hier misplaatst, maar de rest van de regel is equivalent vertaald; de weergave van à son aise is aanvechtbaar: + |
| |
9. | Het gebruik van ‘wang’ als pars pro toto is geslaagd en de combinatie met ‘Leg aan’ is idiomatisch: +++ |
| |
10: | De vertaling is equivalent en idiomatisch: +++ |
| |
11: | Hier is ô petite fougueuse weergegeven als ‘o vlam’; het woord wordt etymologisch in verband gebracht met het Italiaanse foga (vlucht) en niet met fuoco (vuur), zoals de vertaler misschien heeft gedacht; er is geen rechtvaardiging voor de weergave met vlam, een woord dat in het zinsverband ook nog geforceerd aandoet, omdat je iemand niet aanspreekt met ‘o vlam’; de vertedering van petite ontbreekt bovendien; de andere elementen zijn equivalent weergegeven: + |
Totaal: 16
| |
Conclusie
Destijds heeft de jury de tweede vertaling de eerste prijs gegeven en aan de eerste inzending de tweede prijs; in dit onderzoekje eindigen ze ex aequo op
| |
| |
de eerste plaats. Toch is opvallend dat de uitkomst bij een snelle, impressionistische wijze van beoordelen, zoals een jury die hanteert, niet veel verschilt van de conclusie van dit iets diepgaander onderzoek. Ik zeg met nadruk: ‘iets diepgaander’, want de vraag of iets equivalent is weergegeven dan wel aanvaardbaar is geparafraseerd kan niet voldoende objectief beantwoord worden, net zomin als de vraag in hoeverre de gebruikte wendingen idiomatisch zijn. Om de objectiviteit te verhogen, zouden diverse onderzoekers hetzelfde vergelijkende onderzoek moeten doen, om vervolgens het gemiddelde van hun uitkomsten te berekenen.
Een ander bezwaar is dat de vondst, de briljante oplossing niet voldoende meetelt; dat kan ondervangen worden door een extra punt toe te kennen; anderzijds zouden echte mutaties, apert incorrect taalgebruik of idiote nieuwvormingen meer kunnen worden afgestraft. Een ernstiger manco is dat de klank buiten beschouwing is gebleven. Wat mooi klinkt en niet mooi klinkt is misschien een al te subjectieve kwestie, maar in Verlaines gedicht kan men, afgezien van de eindrijmen, een heel weefsel van binnenrijm, alliteratie en assonantie aantreffen. In de eerste en de tweede vertaling is daar ook wel iets van bewaard, maar het esthetisch effect hiervan is nog moeilijker te meten en te vergelijken dan de weergave van de inhoud.
Om al die redenen heb ik deze vertaalcompetitie uit 1987 niet verwerkt in mijn proefschrift ‘Vertaalkunde versus vertaalwetenschap’ uit 1993, zoals aanvankelijk mijn bedoeling was. Ik dank de organisatoren van dit colloquium dat ik op deze wijze toch nog iets met het materiaal heb kunnen doen.
|
|