Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 2005
(2005)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verzen en Gedichten van Firmin Van Hecke.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
over het tijdschrift De Boomgaard, De Vlaamse literatuur op onbegane wegen (1956), sprak over een ‘authentiek dichter, de enige [van de Boomgaard-redactie] wiens werk tegen de tijd bestand is gebleken’.Ga naar voetnoot4 Ook later hebben critici gewezen op de blijvende betekenis van Van Heckes poëzie. Zo stelde Anne Marie Musschoot dat ‘Firmin van Hecke, bewonderaar en vertrouweling van Karel van de Woestijne, [...] de meest authentieke dichter van de Boomgaardgroep [werd]’, en verder: ‘De betekenis van Van Hecke was dus niet beperkt tot, noch geheel representatief voor een specifieke periodiek: zijn dichterschap was, zoals dat van zijn grote voorganger Van de Woestijne, tragisch en klassiek’.Ga naar voetnoot5 Alleen Geert Buelens oordeelde in zijn studie Van Ostaijen tot heden ongunstig over de gedichten van Van Hecke. In verband met de oprichting van De Boomgaard wijst hij op de rol van André de Ridder, die ‘in de young urban intellectuals Gust en Firmin van Hecke, Paul Kenis en Gust van Roosbroeck de ideale gezellen voor een nieuw, vrijzinnig blad [vond] dat de anti-provincialistische lijn van Van Nu en Straks zou doortrekken [...]. Die ambitie hebben ze niet helemaal waargemaakt omdat er geen grote scheppende talenten meewerkten aan het blad’. En verderop heeft Buelens het over ‘langoureuze verzen [...] in de stijl van zijn goede vriend Van de Woestijne’.Ga naar voetnoot6
Naar de literair-historische impact van, de literaire invloeden op en het poëticale denken achter het scheppend en kritisch werk van Firmin van Hecke is tot vandaag weinig onderzoek verricht. Van Heckes verspreid gepubliceerde kritische opstellen in dag- en weekbladen en in literaire tijdschriften zijn niet verzameld, enkele revelerende correspondenties zijn (nog) niet uitgegeven - ik denk aan de briefwisseling Van Hecke-Van de WoestijneGa naar voetnoot7 - en de poëzie is onvoldoende bestudeerd. In het eerste deel van mijn artikel wil ik het literaire parcours van de dichter Firmin van Hecke beknopt reconstrueren. Vervolgens zal ik enkele beschouwingen wijden aan vooralsnog onbekende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
facetten van de ontstaans- en drukgeschiedenis van de bundel Verzen, waarvan tijdens het leven van de dichter twee vermeerderde herdrukken zijn verschenen. Ik sluit af met enkele probleemstellingen in de vorm van drie prangende vragen die zich vanuit de tekstgenetische studie aandienen en die het onderwerp van nieuw onderzoek kunnen zijn.
Maar dus eerst de literaire wapenfeiten. [De] individualist Greshoff [had] behoefte aan een kring van gelijkgezinden [...]. Hij had dat in zijn beginjaren ook gekend. In de generatie van 1910 waartoe hij behoorde, de generatie van Bloem, Besnard, Van Eyck, Roland Holst, Van Nijlen, heeft aanvankelijk die sfeer van geestverwantschap bestaan. Greshoff, Bloem, Besnard, Van Eyck waren jongeren in Den Haag, die met elkaar bevriend raakten door een beginnend dichterschap, regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen, over hun werk spraken en ook gemeenschappelijke dingen deden, met name op het gebied van de bibliofilie en van eerste uitgaven van hun werk in reeksen als De Zilverdistel en, iets later, Palladium.Ga naar voetnoot8 Pierre Henri Dubois wees in Over de grens van de tijd onder meer op de vroege en hechte vriendschapsbanden tussen Jan Greshoff en de Antwerpenaar Jan van Nijlen. Vermoedelijk kwam Greshoff ‘omstreeks 1909’, via de Vlaamse schrijver Ary Delen die hij in 1908 leerde kennen,Ga naar voetnoot9 schriftelijk in contact met Van Nijlen,Ga naar voetnoot10 die in 1904 onder het pseudoniem Jan van Leenen zijn eerste sonnetten had gepubliceerd in Dietsche warande en Belfort. Drie jaar voor hun eerste kennismaking was Van Nijlens debuutbundel Verzen verschenen en op het moment van hun ontmoeting maakte Van Nijlen wellicht nog deel uit van de redactie van Vlaamsche Arbeid (eerste reeks, 1905-1914). Op 29 september 1909 nam de Antwerpenaar ontslag uit de redactie, niet zozeer omwille van de onenigheid tussen de meer traditioneel ingestelde ‘ouderen’ Jozef Muls en de eigenlijke hoofdredacteur Karel van den Oever én de nieuwlichters, redactiesecretaris André de Ridder en Gust van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roosbroeck, maar vooral omdat de literaire drukte hem kon gestolen worden.Ga naar voetnoot11 Die beslissing terug te treden, zou hij al vóór het oplaaiende conflict hebben genomen. Overigens zou hij na zijn ontslag nog enkele bijdragen publiceren in Vlaamsche Arbeid. Datzelfde jaar, in 1909 dus, is Van Nijlens tweede dichtbundel Het licht uitgegeven.
In november 1909 zag ook een nieuw Antwerps tijdschrift het levenslicht: het kosmopolitische, neodecadentistische De Boomgaard. Algemeen geïllustreerd Maandschrift voor Literatuur en Kunst bekleedde van meet af aan een unieke positie in de Vlaamse literatuur.Ga naar voetnoot12 In het prospectus wees redacteur André de Ridder op het gemeenschappelijk ‘streven naar schoone kunst’, en beriep zich daarvoor expliciet op de esthetische pijler van Van Nu en Straks, hiermee - net als de humanitair expressionisten in de beginjaren twintig - abstractie makend van de ethische dimensie die de Van Nu en Straksers met hun gemeenschapskunst nastreefden. De Boomgaard-generatie had, precies zoals de voorgangers van Van Nu en Straks, belangstelling voor de Franse literatuur, in het bijzonder voor schrijvers als Baudelaire, Huysmans en Gide, en vertoonde in haar literaire productie affiniteit met onder meer het symbolistische proza van Van de Woestijne en het dandyeske in Herman Teirlincks werk. In dit tijdschrift, in de eerste jaargang (1909-1910), publiceerde Van Nijlen het opstel ‘Het gevoel van Charles Baudelaire’, waarin voor het eerst het onvervulbare verlangen naar de oneindigheid (of het Zuiden) - een topos in Van Nijlens poëzie - is geëxpliciteerd.
De wegen van Jan Greshoff en Jan van Nijlen kruisten elkaar in die tijd regelmatig. Zo was Greshoff een van de medewerkers aan De Boomgaard; samen met J.C. Bloem, P.N. van Eyck, Geerten Gossaert, Adriaan Roland Holst en anderen zorgde hij voor de Nederlandse aanwezigheid in het periodiek. In diezelfde periode was hij redacteur van de gefuseerde Gentse vrijzinnige bladen Ontwaking (1896; 1902-1909) en Nieuw Leven (1907-1910), tijdschriften waarin ook Van Nijlen publiceerde. En toen De Boomgaard na | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee jaargangen op een failliet afstevende, heeft Greshoff pogingen ondernomen om zich de redactie gedeeltelijk toe te eigenen. Kortom, de jonge Nederlandse schrijver die zijn vrienden ‘pousseerde [...] en tot publiceren en uitgeven’Ga naar voetnoot13 bewoog, was al kort vóór de Eerste Wereldoorlog opvallend aanwezig in het Vlaamse literaire landschap.
Diezelfde Greshoff richtte eind 1909, samen met J.C. Bloem, de bibliofiele uitgeverij De Zilverdistel op.Ga naar voetnoot14 Vóór de eerste uitgave tot stand kwam, trad ook P.N. van Eyck toe tot de redactie. Jan van Nijlens derde bundel, Naar 't Geluk (1911), is in de reeks De Zilverdistel verschenen. Emmanuel de Bom, die Firmin van Hecke jaren later zou voorstellen een nieuwe poëzieuitgave te bezorgen voor de serie ‘Vlaamsche Bibliotheek’ van de uitgeverij De Wereldbibliotheek, ging er verkeerdelijk van uit dat Van Heckes debuut Verzen precies in de reeks De Zilverdistel was verschenen. Later zou Greshoff ook nog de plaquette Negen gedichten (1914) van Jan van Nijlen en in de reeks ‘Palladium’ Het aangezicht der aarde (1923) uitgeven. Kortom, Greshoff en Van Nijlen hebben in hun jaren van ontluikend dichterschap intens samengewerkt en zullen dat de daarop volgende jaren blijven doen.
Het is niet denkbeeldig dat Greshoff, die jaarlijks (tussen 1910 en 1914) de anthologie Het Jaar der Dichters voor S.L. van Looy (Amsterdam) samenstelde, door Van Nijlen is geattendeerd op de jonge dichter Firmin van Hecke (1884-1961). De bloemlezingen van Greshoff waren erop gericht ‘zijn’ generatie onder de aandacht te brengen. Tot zijn generatie behoorde ook de Ertveldenaar Van Hecke - trouwens geen familie van Paul-Gustave van Hecke,Ga naar voetnoot15 samen met Firmin een van de redacteuren van De Boomgaard en later van Het Roode Zeil.
Jan van Nijlen kende zonder twijfel de vroege gedichten van Firmin van Hecke, die als dichter in 1906 debuteerde in Vlaanderen (1903-1907), de erfgenaam van Van Nu en Straks. Tijdens Van Nijlens redacteurschap publiceerde Van Hecke drie gedichten in Vlaamsche Arbeid (jaargang 3, 1907-1908), en kort vóór de fusie was hij redacteur van Nieuw Leven (periode 1908-1909). En het tijdschrift waar Van Nijlen en Greshoff aan meewerkten, De Boomgaard, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stond zoals gezegd mede onder de redactie van Firmin van Hecke, die door André de Ridder na enkele aarzelingen van onze dichter in het blad is binnengeloodst.Ga naar voetnoot16 Toen de redactionele onenigheid in Vlaamsche Arbeid, tussen de ‘ouderen’ en enkele dissidenten, had geleid tot het ontslag van André de Ridder en Gust van Roosbroeck, kwam de Nieuw Leven-redacteur Van Hecke vanaf de negende aflevering ter vervanging van die laatste in De Boomgaard. Hij werd van meet af aan beschouwd als de belangrijkste dichter van de internationalistisch georiënteerde Boomgaardgroep,Ga naar voetnoot17 ook door Karel van de Woestijne (zoals u al eerder kon horen), die toen de ‘Dichter aller Dichters’ werd genoemd.Ga naar voetnoot18 Die gunstige ontvangst van de jonge dichter moet Greshoff als talentenscout en pleitbezorger van ‘zijn’ generatie natuurlijk zijn opgevallen.
Begin 1912 maakte Greshoff plannen om samen met Ary Delen een nieuw tijdschrift op te richten. De Boekenwurm zou uiteindelijk alleen door Delen worden uitgegeven bij de Antwerpse uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel. Greshoff zelf startte in mei 1912 met de uitgave van De Witte Mier. Een klein maandschrift voor de vrienden van het boek, een uitgave van de Apeldoornse boekhandelaar C.M.B. Dixon. Het tijdschrift werd gedrukt op de persen van G.W. van der Wiel en Co (Arnhem), een van de drukkerijen die de bibliofiele uitgaven van De Zilverdistel verzorgde. Het is algemeen bekend dat Greshoff aandacht had voor de boekvormelijke aspecten van literaire uitgaven. Zo was hij zelf verantwoordelijk voor de Zilverdistel-uitgave van Baudelaires Les fleurs du mal (1913), gedrukt door Van der Wiel, op het moment dat Bloem en Greshoff al ontslag hadden genomen als redacteuren van De Zilverdistel en alleen P.N. van Eyck de uitgeverij nog runde. Jan Greshoff en de boekhandelaar Dixon hebben zich in augustus 1912 als uitgevers gevestigd.Ga naar voetnoot19 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat vennootschap was strikt gescheiden van de boekhandel in Apeldoorn, en opereerde onder de naam C.M.B. Dixon & Co. Ook Greshoffs latere zwager en typograaf Jan van Krimpen werd bij het initiatief betrokken: hij ontwierp het boekmerk van de uitgaven, en het is niet denkbeeldig dat hij ook een aandeel had in de realisatie van De Witte Mier. In november 1913 staakte Dixon de uitgave van De Witte Mier omwille van een tegenvallende verkoopGa naar voetnoot20 - het tijdschrift zou in de jaren twintig weer worden opgericht - en de samenwerkende vennootschap is uiteindelijk begin 1917 ontbonden.Ga naar voetnoot21
De debuutbundel van Firmin van Hecke, Verzen, is in 1912 als eerste uitgave van Dixon & Co gerealiseerd. Greshoff was hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor de typografische vormgeving. Net als de Verzamelde gedichten 1906-1912 (1912) van Th. Van Ameide is de bundel door Greshoff eigenhandig gezet bij drukkerij F.E. MacDonald (Nijmegen).Ga naar voetnoot22 Verzen omvat 26 gedichten, en is gedrukt in een oplage van 51 exemplaren. De bundel is zeer gunstig onthaald, en ook de nestor van de Vlaamse dichters Van de Woestijne sprak over het ‘nobel stoïcisme [van] een ongewoon dichter’ en noemde de bundel ‘de vergeestelijkte autobiografie van een vroeg-rijp gemoed, aanhoudend aangevreten door de gedachte’.
De klassiek vormgegeven poëzie van Jan van Nijlen en Firmin van Hecke, beiden behorend tot ‘de generatie van 1910’ (P.H. Dubois), vertoont een opmerkelijke verwantschap. Het werk van beide dichters bleek, met de woorden van Van de Woestijne, ‘aangevreten door de gedachte’, ambivalent, voortdurend worstelend met existentiële vragen. Van Nijlen en Van Hecke behoren met hun poëzie tot de neoclassicistische, anti-symbolistische richting in de Nederlandse literatuur. Die tendens, rond de eeuwwisseling in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frankrijk ontstaan onder impuls van de école romane (met Jean Morréas en Charles Maurras), impliceerde een terugkeer naar het klassieke gedicht, vormvaste dichtvormen, en een natuurlijke, eenvoudige, ongekunstelde zegging. Van Nijlen is wel eens de enige zuivere vertegenwoordiger van het neoclassicisme in Vlaanderen genoemd.Ga naar voetnoot23 In Nederland werd het debat van de ‘bezielde retoriek’ gevoerd (in Albert Verweys De Beweging), waarin ook Van Nijlen een rol speelde. In Vlaanderen zou de volgende jaren het modernisme door die neoclassici worden afgewezen, [het modernisme] dat eerst in De Goedendag (1915-1918) en De Stroom (1918), later in Staatsgevaarlik (1919) en vooral in Ruimte (1920-1921), en nog later ook in bladen als Het Overzicht (1921-1925) en De Driehoek (1925-1926), een forum vond. Het expressionismedebat, dat tussen 1920 en eind 1923 is gevoerd, was echter niet alleen een discussie tussen poëticaal andersgestemde schrijvers - neoclassici en (humanitair-)expressionistische avantgardisten - maar ook tussen modernisten onderling.Ga naar voetnoot24 In het contemporaine literaire spectrum moeten we Firmin van Hecke tot de strekking van de antimodernisten, of beter: de neoclassici, rekenen. Ofschoon Van Hecke, net als Van Nijlen en ook de gelijkgestemde Richard Minne, niet deelnam aan het debat en alle polemiek steeds heeft geschuwd.Ga naar voetnoot25
De debuutbundel Verzen - toentertijd een van de zeldzame uitgaven van een Vlaams dichter in een Nederlands uitgeversfonds - is verschenen in omstandigheden die voor de dichter tragisch waren. In 1906, toen de classicus Van Hecke zijn eerste gedichten in het tijdschrift Vlaanderen liet verschijnen, is zijn moeder overleden; tijdens zijn redacteurschap van De Boomgaard overleed op 19-jarige leeftijd zijn zus Elvire en in het jaar van zijn debuutbundel vernam hij dat zijn broer Philibert in toenmalig Belgisch Congo was gestorven. Die omstandigheden verklaren wellicht het zwaarmoedig karakter van deze eerste gedichten. En die gedichten is hij bijna een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwarteeuw blijven bewerken, wijzigen en aanvullen. Enkele jaren nadat Van Hecke, gesteund door Karel van de Woestijne,Ga naar voetnoot26 was tewerkgesteld op het ministerie van Oorlog (mei 1919) en begin jaren twintig op het ministerie van Kunsten en Wetenschappen, bij minister Jules Destrée (tot oktober 1921),Ga naar voetnoot27 en korte tijd later redacteur-vertaler van Beknopt Verslag van de Belgische senaat was, werd hij in opvolging van Van de Woestijne benoemd tot onderdirecteur, later directeur, van de Dienst van Schone Kunsten en Letteren in het ministerie van Kunsten en Wetenschappen. De ambtenaar Firmin van Hecke zou overigens tot aan zijn pensioen in 1947, zoals vele van zijn schrijvende generatiegenoten (zoals Jan van Nijlen en Karel Jonckheere), op het ministerie blijven werken.Ga naar voetnoot28 In 1925 verscheen de tweede en vermeerderde druk van Van Heckes debuutbundel in het fonds van De Sikkel in Antwerpen. De dichter voegde 33 gedichten aan de eerste 26 toe. Het merendeel van de nieuwe gedichten was voorgepubliceerd in de opvolger van De Boomgaard, Het Roode Zeil (maart-oktober 1920), het estheticistische Brusselse tijdschrift dat hij onder meer met Karel van de Woestijne mee redigeerde, en in het gematigd traditionalistische Gents-Brusselse periodiek 't Fonteintje (1921-1924). Voor het eerste nummer van Het Roode Zeil, dat op 15 maart 1920 is verschenen, heeft Van Hecke het prospectus ontworpen.
Voor de tweede druk, die als Gedichten is verschenen, ontving Firmin van Hecke in 1925 de Prijs van Brabant en de Nederlands-Amerikaanse Van Loon-prijs, en in 1926 de Belgische staatsprijs, die toen nog jaarlijks werd uitgeschreven zonder onderscheid in genre. De oud-Van Nu en Straksers Vermeylen, Van de WoestijneGa naar voetnoot29 en Teirlinck, de Boomgaarder en latere Roode Zeil-redacteur Arthur Cornette en Joris Eeckhout, die in zijn Litteraire Profielen (II) het uitvoerigste opstel over Van Heckes poëzie heeft gepubliceerd, maakten deel uit van de jury. In 1936 is bij dezelfde uitgeverij De Sikkel de derde vermeerderde druk van Verzen als Gedichten uit- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegeven: in vergelijking met Gedichten (1925) zijn hier drie gedichten toegevoegd.
Opmerkelijk is dat Van Hecke maar twee dichtbundels heeft uitgegeven: Verzen (en dus de twee herziene Gedichten) en in 1951 - tien jaar vóór zijn overlijden - de berustende belijdenisbundel Lazarus (Antwerpen: Orion). Voor het overige is het bij vele plannen gebleven, onder meer voor een reeks van 166 kwatrijnen bij houtsneden van Frans Masereel in Mein Stundenbuch.Ga naar voetnoot30 In de nalatenschap van de schrijver worden 59 kwatrijnen bewaard, waarvan sommige onvoltooid.Ga naar voetnoot31
In het tweede deel van mijn bijdrage wil ik kort ingaan op enkele overgeleverde archivalia (documentaire bronnen en brieven) die een licht werpen op het ontstaan en de drukgeschiedenis van Firmin van Heckes gebundelde poëzie, meer bepaald van de tweede druk Gedichten (1925), die in het najaar van 1925 in een oplage van 366 exemplaren is gedrukt.Ga naar voetnoot32 Naast enkele kladjes, gecorrigeerde netafschriften en typoscripten omvat de literaire nalatenschap, die gedeeltelijk in het AMVC-Letterenhuis wordt bewaard, gecorrigeerde drukproeven van losse gedichten (die in tijdschriften zijn voorgepubliceerd)Ga naar voetnoot33 en verschillende versies van de bundel Gedichten (1925), dat is de vermeerderde en herziene herdruk van het poëziedebuut Verzen (1912). Opmerkelijke documentaire bronnen zijn een cahier met ongelinieerd papier, in een bruine gekartonneerde omslag, getiteld ‘Epitome’, met daarin veertien handgeschreven gedichten, met correcties in bruinig-zwarte inkt. Oorspronkelijk is die reeks van veertien romeins genummerde gedichten geconcipieerd als een aparte bundel, maar nooit als dusdanig uitgegeven.Ga naar voetnoot34 Enkele van die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedichten zijn later gebundeld in Van Heckes tweede afzonderlijke bundel Lazarus (1951).Ga naar voetnoot35
Voor dit onderzoek zijn naast een bundel met typoscripten en opgekleefde zetproeven van voorgepubliceerde gedichten van Gedichten, die dienst heeft gedaan als ontwerpbundel, ook een bundel met enkele netafschriften van gedichten die later in Gedichten zijn gebundeld,Ga naar voetnoot36 en vooral ook het kopijhandschrift met correcties in zwarte inkt van belang. Die laatste bron is een nethandschrift met correcties (in zwarte inkt), op keizerlijk Japans papier, met als opdracht: ‘Aan F. Toussaint van Boelaere/dit handschrift mijner “Verzen”/Ertvelde December 1913/Firmin van Hecke’.Ga naar voetnoot37 Van Hecke heeft dit handschrift na uitgave van zijn debuutbundel aan Toussaint geschonken, wellicht uit erkentelijkheid - Toussaint introduceerde hem bij een gereputeerd Brussels boekbinder (cfr. infra) - en ook wel om opportunistische redenen. Van Hecke was op dat moment op zoek naar een vaste baan, en hij had tevoren bij Toussaint, directeur van de vertaaldienst op het ministerie van Justitie, waar in die tijd veel schrijvers aan de bak kwamen, al geïnformeerd naar een vacature. Opmerkelijk is dat alle brieven uit die periode afsluiten met ‘tot wederdienst bereid’.Ga naar voetnoot38 Uiteindelijk zal Van Hecke in november 1914 naar Engeland vertrekken, en vanaf 1916 in Cardiff (Wales) worden aangesteld als tolk voor de Franse admiraliteit. Die schenking (die vóór | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerstmis 1912 heeft plaatsgevonden)Ga naar voetnoot39 is de enige handgeschreven versie van Verzen die is bewaard gebleven. Het ontstaan van alle andere primaire documentaire bronnen die worden bewaard, moet vòòr de publicatie van Gedichten (1925) en Lazarus (1951) worden gedateerd.
Ik wil hier even de aandacht vragen voor het overgeleverde epistolaire materiaal dat ons in staat stelt beter zicht te krijgen op de drukgeschiedenis van Verzen én op Van Heckes plan een vermeerderde en herziene druk van Verzen te realiseren. Zoals gezegd omvatte Verzen 26 gedichten, de latere druk Gedichten 59, en de derde vermeerderde druk 62.Ga naar voetnoot40
Eerst de drukgeschiedenis van Verzen, in zoverre achterhaalbaar. Blijkens een briefkaart die Firmin van Hecke stuurde naar André de Ridder, toen nog redactiesecretaris van Vlaamsche Arbeid, bestond al in het voorjaar van 1908 het plan voor een uitgave van de bundel Verzen.Ga naar voetnoot41 Uiteindelijk is die uitgave er pas vier jaar na datum gekomen. Voor de uitgave van zijn Verzen heeft Van Hecke meermaals een beroep gedaan op zijn Gentse vriend en grote voorbeeld Karel van de Woestijne, met wie hij vanaf 1909 correspondeerde. Eind 1911 gaf Van de Woestijne advies over de wijze waarop een bibliofiele uitgave kon worden gerealiseerd, en hij refereerde daarvoor aan ‘hetgeen Boutens doet met al de eerste drukken van zijn boeken’. Ook vroeg hij of ‘éen van [zijn] gedichten’ aan hem zou kunnen worden opgedragen; Van Hecke heeft hieraan gehoor gegeven: de openingsafdeling ‘Nox’ is opgedragen aan de meester zelve. Rond Pasen 1912 was Firmin van Hecke nog steeds zinnens de bibliofiele uitgave van zijn gedichten zelf te bekostigen. Van de Woestijne gaf hem zelfs raad voor de aanvraag van een subsidie ter bekostiging van die uitgave. In een latere brief van Van de Woestijne, nadat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Hecke zijn voornemen van een eigen financiering had te kennen gegeven, is sprake van de ‘kunstenaar-boekbinder’ Charles des Emblans [sic], bij wie Toussaint Van Hecke zou introduceren en ‘den “prix d'artiste”’ zou regelen. In die brief legt Van de Woestijne enkele vragen voor die duidelijk maken dat Greshoff nog niet in het vizier was: ‘1o Laat gij uw boek zelf drukken/Zoo ja:/ 2o Bij welken drukker?/3o Wat rekent hij?/4o Voor welk getal bldz., welk papier, welken letter, welk getal exemplaren?/5o Hoe geschiedt de betaling?/6o Kunt gij mij niet een proefblad toonen?/7o En wilt gij mij dit alles omgaand berichten?’Ga naar voetnoot42 Korte tijd later moet Greshoff zich hebben aangemeld.
Dat er wel degelijk een plan heeft bestaan voor de uitgave van Van Heckes Verzen in De Zilverdistel meen ik te kunnen afleiden uit een briefkaart die Van Hecke naar André de Ridder stuurde. Daarin lezen we: ‘ik hoop toch met het begin van 't seizoen een bundel klaar te hebben. Heeft V. Eyck u nog niet geantwoord? Ik zit er niet veel mee in, en zou al zoo geern bijna op mijn kosten uitgeven op een zeer beperkt getal exemplaren’.Ga naar voetnoot43 Wat dat antwoord van P.N. van Eyck inhield, is onbekend, maar in elk geval leidde Van Eyck op dat moment, na het ontslag van Greshoff en Bloem in 1912, de reeks De Zilverdistel. Zoals u inmiddels weet heeft Greshoff de bundel uiteindelijk bezorgd in het fonds van C.M.B. Dixon en Co. Op grond van een brief van Van Hecke aan De Ridder, verstuurd kort vóór de Conscience-feesten in Antwerpen in 1912, kunnen we de these van een geplande Zilverdistel-uitgave verder onderbouwen: ‘Mijn bundel ligt gereed: ik had aan Gresshoff [sic] geschreven voor den Zilverdistel en die meneer heeft mij niet eens geantwoord: ik had ook vergeten een postzegel in den brief te steken! - 'k Ben bij Buschmann geweest en zal vòòr November wel gedrukt zijn. Slechts op 60 exemplaren, zoo zullen er weinig last van hebben. 'k Laat u bij 't verschijnen er een geworden’.Ga naar voetnoot44 Uiteindelijk heeft niet de firma Buschmann in Antwerpen maar wel G.W. van der Wiel & Co (Arnhem) - die ook De Zilverdistel-uitgaven drukte - de bundel gedrukt. Blijkens een ongedateerde brief aan De Ridder heeft Van Hecke zijn Antwerpse vriend bij de supervisie van de zetproeven | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
betrokken: ‘Hierbij zend ik U de proef welke v[an] d[e] W[oestijne] goedkeurt. Het vierkant geeft den bladspiegel. Hij vraagt of het niet mogelijk zou zijn een blauwe letter als Hoofdletter voor ieder gedicht te hebben. Dat zou de kosten zeker wel werkelijk verhoogen, niet waar.’Ga naar voetnoot45 Kort samengevat: de plannen voor een Zilverdistel-druk, voor een door Van Hecke gefinancierde bibliofiele uitgave, de concrete adviezen van Karel van de Woestijne, de betrokkenheid van André de Ridder en uiteindelijk de inspanningen van J. Greshoff zijn de gegevens die ik, wat de druk van Verzen betreft, kon achterhalen.
Datzelfde scenario van lang gekoesterde plannen heeft zich herhaald. Geruime tijd vóór publicatie in 1925 vatte Van Hecke het plan op zijn ‘oude verzen’ in een nieuwe dichtbundel onder te brengen. Het plan voor een nieuwe bundeluitgave is hem voorgelegd door Emmanuel de Bom in mei 1919. Uit een antwoord van Van Hecke weten we dat De Bom nieuw dichtwerk wilde onderbrengen bij De Wereldbibliotheek. Emmanuel de Bom, voormalig stadsbibliothecaris van Antwerpen, leidde op voorstel van Leo Simons vanaf 1920 de reeks ‘Vlaamsche Bibliotheek’ van De Wereldbibliotheek.Ga naar voetnoot46 Die reeks in het uitgavenprogramma van De Wereldbibliotheek moest voor een grotere afzetmarkt zorgen in het Zuiden. Al in 1917-1918 maakte de vroegere Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur plannen voor zo'n Vlaamse reeks. In 1920 verscheen in de eerste reeks onder meer De Witte van Ernest Claes.Ga naar voetnoot47 De Bom wilde per se ook de dichter Van Hecke in zijn reeks. Op 19 mei 1919 schreef De Bom aan Claes: ‘Dus is ook Firmin van Hecke, van wiens heerlijke verzen ik zooveel houd, ook van de partij! Voortreffelijk. Ik schrijf hem dadelijk. Ge begrijpt dat ik er prijs op stel de serie Vl. Bib. in te wijden met goed werk. Ik ben U zeer dankbaar me bij hem indachtig te hebben gemaakt. Ik begin er een goed oog op te krijgen. Laat hem alvast weten, dat ik op hem reken. -’Ga naar voetnoot48 De Bom voegde het woord bij de daad, en schreef diezelfde dag naar Van Hecke, die in die tijd in Brussel woonde: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waarde Heer van Hecke, Van Hecke antwoordde: ‘Ik heb een bundel verzen gereed welke zou bestaan uit mijn oude verzen, welke slechts op 50 [ex]p. gedrukt werden, en eenige nieuwe’.Ga naar voetnoot50 Hij voegde daaraan toe dat hij al vóór het initiatief van De Bom ‘in onderhandeling’ was met een uitgeverij. Het is niet bekend met welke uitgeverij. Van dat voorstel van De Bom is niets terecht gekomen, mogelijk omdat het aantal ‘nieuwe gedichten’ nog relatief beperkt was in 1919. Waarschijnlijker heeft het uitstel te maken met de moeilijkheden waarmee De Wereldbibliotheek begin jaren twintig te kampen kreeg. Kort nadien is de ‘Vlaamsche Bibliotheek’ ook stopgezet.Ga naar voetnoot51 Nog vóór de piste Wereldbibliotheek is verlaten, was een nieuwe poëzieuitgave van Van Hecke in het fonds van De Sikkel al in het vizier. Mogelijk heeft Van Hecke zelf dat contact gezocht. Toussaint, van wie in datzelfde jaar Het Gesprek in Tractoria door De Sikkel en C.A. Mees (Santpoort) is uitgegeven, is door De Bock benaderd voor literair advies: ‘Zou u het bijv. niet geschikt achten, in de nieuwe serie een dichtbundeltje van Firmin van Hecke op te nemen? Hij heeft er een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gereed’.Ga naar voetnoot52 Van Hecke wedde op twee paarden. Immers, op 8 mei 1923 schreef Van Hecke aan De Bom, alsof er geen vier jaar lag tussen deze brief en de vorige. Uit de brief blijkt dat hij de penibele situatie van De Wereldbibliotheek niet kende én hij gaf in elk geval voor niet op de hoogte te zijn van het plan van Eugène De Bock, sinds 1919 uitgever van De Sikkel in Antwerpen: Eindelijk ben ik met een bundel verzen klaar (30 gedichten +/- 50 blz.). Ik zou die willen uitgeven tezamen met de 26 vroeger in prachtuitgave verschenen op slechts 51 ex.Ga naar voetnoot53 Alles is dus voor zooveel onbekend, en zou dan een boekje vormen van een 100 blz. Ik heb een aanbod van twee uitgevers, waaronder een Antwerpsche. Echter heb ik steeds, meen ik, een halve afspraak met U en wensch U eerst te raadplegen. Wilt gij dus zoo goed zijn mij te laten weten of er kans is op een spoedige uitgave bij De Wereld[bibliotheek] - de Vlaamsche - of de N[ederlandsche] B[ibliotheek]. En de voorwaarden?Ga naar voetnoot54 Zeventien dagen later herhaalde een merkbaar ongeduldiger Van Hecke zijn vraag.Ga naar voetnoot55 Ook dat plan is niet gerealiseerd. In een ongedateerde brief van Karel van de Woestijne aan Firmin van Hecke uit diezelfde periode is sprake van een bundel met de (werk)titel Madeliefjes. Van de Woestijne stelde Van Hecke de staatsprijs voor poëzie in het vooruitzicht: Wij reserveeren ons voor den dag van de ‘retrait des dix mille’, en natuurlijk in Uwe aanwezigheid. Gij zult zien dat het nog uitloopen zal op een fijnen feuilleton in de ‘Royale’. In de vergadering zullen bijzonder worden opgemerkt: Mevr. en den heer Firmin van Hecke, grand prix voor het Jaar 1925 voor zijn bundel ‘Madeliefjes’, en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mevr. en d.h. K.v.d.W., bekroond voor het jaar 1924. [...] En wanneer verschijnen nu bewuste ‘Madeliefjes’? Gij zult u moeten haasten, vriend!Ga naar voetnoot56 Blijkbaar was er dus nog een andere titel voor Gedichten in omloop. Daar zou snel verandering in komen.
Uiteindelijk ging Van Hecke in op een voorstel van Eugène de Bock. Wellicht heeft De Bom, die tijdens de oorlog als stadsbibliothecaris het diensthoofd van de jonge klerk Eugène de Bock was, bij zijn vriend-uitgever bemiddeld. Zowel De Bom als De Bock zijn overigens op beschuldiging van activistische sympathieën na de oorlog uit hun ambt ontzet. Er is een brief overgeleverd, gedateerd 2 augustus 1925, waarin de dichter melding maakt van een drukke werkagenda en gezondheidsproblemen, maar waarin Van Hecke De Bock vooral belooft ‘einde dezes week, geheel gedactylografieerd’ de bundel te zullen insturen.Ga naar voetnoot57 Revelerend is een brief van eind 1925 waarin Van Hecke De Bock concrete aanwijzingen geeft voor typografie en zetwerk. Vermoedelijk is de eerder vermelde bundel met typoscripten en opgekleefde zetproeven van gedichten de bron waaraan in die brief wordt gerefereerd. Maar de uitgave liep - zacht uitgedrukt - niet van een leien dakje. Van Hecke vroeg na nazicht van de proef nog een tweede drukproef aan, omdat ‘de pagineering [...] al te erbarmelijk’ was. Hij insisteerde zelfs op een derde proef, die De Bock dan maar in hoogst eigen persoon moest nazien. Van Hecke voegde er nog aan toe dat de titelpagina ‘eenvoudig affreus’ was. En hij schreef verder: ‘Een eenvoudig opschrift met een groote letter zou beter met den inhoud overeenkomen. Kan dat niet? Ik reken natuurlijk op U om 't boek een behoorlijk uitzicht aan te schaffen. Het handschrift zooals ingezonden was hoegenaamd niet bedoeld als gevend een bladspiegel’.Ga naar voetnoot58 Firmin van Hecke was dus ontevreden over het zetwerk, de typografie en de vormgeving. Dat is hij des te meer geweest na de publicatie van Gedichten. Zoals u in bijlage 1 kan zien, leverde een drukvergelijkend onderzoek van Verzen en Gedichten een hele reeks zetfouten op,Ga naar voetnoot59 en de paginering in de inhoudsopgave is een absolute ramp. Al vanaf het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tweede gedicht ‘Artis Sacerdos’ correspondeert de vermelding achterin de bundel niet met de eigenlijke paginering. Volgens de inhoudsopgave zou de bundel 66 pagina's omvatten, terwijl dat er 95 zijn. Uitgever De Bock minimaliseerde die tekstcorruptie. In een brief aan De Bom, wellicht bemiddelaar voor de uitgave bij De Sikkel, schreef hij: ‘De bundel van Van Hecke zend ik u eerstdaags. Ik heb alle ex. terug moeten trekken omdat het laatste vel schandelijk misdrukt was’.Ga naar voetnoot60 Het minste dat je kan opmerken, is dat De Bock over heel wat zetfouten heeft heen gelezen, dat een van zijn luie redacteuren zich met die taak heeft bezig gehouden en niemand van de uitgeverij De Sikkel zich de moeite heeft getroost die pagina's van de zetproeven aandachtig na te kijken.Ga naar voetnoot61 Voor een eertijdse Boomgaard-dichter als Van Hecke, die verwend was door Greshoff met de uiterst verzorgde ‘prachtuitgave’ van Verzen,Ga naar voetnoot62 moet die erbarmelijke uitgave van zijn poëzie een ware beproeving zijn geweest. Onze dichter liet het hier niet bij. Op 26 november 1926 schreef hij aan André de Ridder: ‘Ik moet mij verschoonen U nog geen vriendenexemplaar van mijn bundel te hebben aangeboden. De reden ligt hierin dat de heele oplage werd ingetrokken omdat de inkleeding er niet door kon. De Bock schrijft mij dat het boek thans klaar is. Zoodra ik mijn exemplaren ontvang zal ik mij 't genoegen veroorloven U & Gust [van Hecke] den vriendschapstol te brengen. De enkele ex. welke thans in de wandeling kwamen zijn monsters not fit to be seen!’Ga naar voetnoot63 Ik trof een exemplaar van Gedichten (1925) aan waarin een lijst met (21) errata achteraan is toegevoegd,Ga naar voetnoot64 en met een aangepaste inhoudsopgave. Het betreft een druk uit dezelfde eerste oplage waar gewoon een blanco pagina is ingevoegd, en de pagina met de oorspronkelijke inhoudsopgave is weggesneden. Het moet voor Van Hecke een magere troost zijn geweest dat De Sikkel er in 1926 die armzalige mouw aan paste. Op de titelpagina van het bijgewerkte exemplaar, die op het eerste gezicht identiek is, staat dus ook 1925 als verschijningsjaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De derde druk van Gedichten, ook bij De Sikkel verschenen, oogde alvast beter, ofschoon ook weer enkele zetfouten - weliswaar minder in aantal - de gedichten ontsieren. Afgezien van die tekstcorrupties, blijkt uit het variantenapparaat dat Van Hecke is blijven slijpen en schaven aan zijn gedichten: talrijk zijn, naast interpunctie-, spelling- en kapitaal/onderkast-varianten, de woordvarianten die materiaal leveren voor verder onderzoek.
Deze korte samenvatting van mijn literair-historisch en tekstgenetisch respectievelijk drukvergelijkend onderzoek levert nieuwe onderzoeksvragen op. Er moet bijvoorbeeld studie worden verricht naar de positie van Van Heckes poëzie in het contemporaine literaire landschap (van de jaren tien, twintig en dertig van de vorige eeuw). In die decennia hebben de normen en conventies van het literaire systeem grondige wijzigingen ondergaan. Er hebben zich in de modernistische jaren in Vlaanderen (tijdens en vooral na de Eerste Wereldoorlog) nieuwe strekkingen ontwikkeld, er is een literair-historisch belangwekkend debat gevoerd tussen traditionalisten en modernisten, en tussen modernistische dichters onderling. In verschillende bijdragen is de coherentie van Van Heckes poëzie beklemtoond, die helemaal zou beantwoorden aan het classicistisch normerend principe van evenwicht (of harmonie) van vorm en inhoud. Zo stelt Weisgerber: ‘Hoewel in zeer uiteenlopende jaren ontstaan, worden F. van Hecke's Gedichten gekarakteriseerd door een eenheid die er aan te danken is dat zij allemaal betrekking hebben op de problematiek van de dichter en dat de kern van deze problematiek door al die jaren heen dezelfde is gebleven’.Ga naar voetnoot65 In welke mate heeft Van Heckes literaire persoonlijkheid - de ‘zoekersnatuur door metafysische angst gekweld’ (Weisgerber) - daar invloed van ondergaan, en kan het variantenmateriaal inzicht verschaffen in mogelijke verschuivingen in de als neoclassicistisch (of als monolithisch) geboekstaafde auteurspoëtica?
Een tweede vraag kan betrekking hebben op de associatie van Van Hecke en De Boomgaard. In literair-historische studies is gewezen op de unieke positie van Van Heckes poëzie in dit neodecadentistisch tijdschrift.Ga naar voetnoot66 Uit een studie van de werkwijze van de dichter, en bij uitbreiding van het poëticale denken, kan die solitaire status worden becommentarieerd, en vanuit een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onderzoek naar tendenties in de variante lezingen van gedichten feitelijk worden onderbouwd. Van Hecke benadrukte in een kritische bijdrage aan De Boomgaard de persoonlijkheid als ‘allereerste vereischte van 't dichterschap’,Ga naar voetnoot67 in overeenstemming met de latere opvattingen van Forum (1931-1935), terwijl André de Ridder aristocratische, precieuze kunst als de openbaring van dat individualisme beschouwde. In welke mate was Van Hecke een buitenbeentje onder de Boomgaarders?
Een derde vraag, ten slotte, moet zich richten op de invloeden die Van Heckes poëzie heeft ondergaan. Welke is de impact van Van de Woestijnes poëzie op die van Van Hecke? Van Hecke stond als jong dichter nadrukkelijk onder de invloed van Van de Woestijne, zoals zovele dichters in Vlaanderen (Van Nijlen, Minne, Roelants, Van de Voorde, Herreman, Leroux, Vriamont e.a.). Zoals voor Van Ostaijen dringt zich een gelijkaardig onderzoek naar de nawerking van Van de Woestijnes poëzie in Vlaanderen en Nederland op. En in welke mate moeten we in Van Heckes poëzie op voornamelijk baudelairiaanse invloeden wijzen? De variantenstudie kan ook op dit punt materiaal leveren voor verdere thematische bronnenexploratie.
Tekstgenetisch onderzoek is geen specialisme op zich. Het hangt samen met archief-, analytisch-bibliografische en literair-historische studie, met poëticaal onderzoek, inzicht in contemporaine literaire tendensen, cultuurgeschiedenis, kennis van het literaire systeem, veldonderzoek. En het opent perspectieven voor een verder doorgedreven poëticaal, compositorisch, thematisch, receptiehistorisch, biografisch en ander onderzoek. Daarenboven maakt het peilen naar of achterhalen van de auteursintentie nieuwe, of andere (complementaire), interpretaties van een literaire tekst mogelijk. Dat onderzoek naar Van Heckes poëzie kan een aanvang nemen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 1Drukvergelijkend onderzoek Verzen (1912) - Gedichten (1925)
[Variantenapparaat]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 2Drukvergelijkend onderzoek Gedichten (1925) - Gedichten (1936)
[Variantenapparaat]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 3Bundelcompositie Verzen (1912) - Gedichten (1925) - Gedichten (1936)
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|