Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Ick seg adieu.
Ga naar margenoot*LOeft Godt den Heer
Prijst hem tot allen stonden
En wilt nemmermeer
Ophouden zijn duecht te vermonden
Ga naar margenoot†Want hy heeft ons so heerlijck gedaen
Dat hy is wt zijn glory gegaen
Ga naar margenoot‡Om ons tontslaen // hoort mijn vermaen
Ga naar margenoot*En wilt zijn genade niet te vergeefs ontfaen.
Ga naar margenoot† Door Adams daet
So is de sonde ghecomen
Door tgodlijck Zaet
So is sy wech ghenomen
Laet ons hem dancken taller tijt
Wy zijn door hem alleen gheurijt
Dus weest verblijt // den Heer belijt.
Met heelder herten en grooter vlijt.
Wildy weten nu
Wat Christus ons gaet ghebieden
Tot een waerschu
Dat quaet altijt te vlieden
Ga naar margenoot*En wat menschen leeringhen zijn
Die te schouwen ghelijck fenijn
Ga naar margenoot†Van quaden schijn // wilt wachten dijn
En wilt v houden aenden claren wijn.
Ga naar margenoot‡ Van Afgodery
Wilt v oock mede wachten
| |
[Folio 192r]
| |
[H]ebt altoos vry
Ga naar margenoot*Gods woort in v ghedachten
Ga naar margenoot†Laet v doch niet verleyden seer
Spreeckt Christus dalmoghende Heer
Tis tot een leer // tis zijn begheer
Dat wy van hem scheyden nemmermeer.
Op ghelt noch goet
Ga naar margenoot‡Laet v betrouwen setten
Na Paulus beuroet
Hy sout v seer besmetten
Ga naar margenoot*elheyt van v niet sy ghehoort
Valicheyt, tweedracht, ouerspel noch moort
Onreynicheyt stoort // Ga naar margenoot† na wijsheyt spoort
nt sulcke wercken zijn tegen sHeeren woort.
Dus menschen al
Ga naar margenoot‡Wilt goede vrucht voortbrenghen
In swerelts dal
En wilt dat niet verlenghen
En laet v licht eens schijnen claer
Ga naar margenoot*En verbijt v hier Babels schaer
Vreest niet een haer // al vallet v swaer
Godt sal v graci senden, weet dat voorwaer.
Ga naar margenoot† Wilt nu Gods woort
Altijt ter herten nemen
Hout v accoort
Altijt na Christus temen
Laet dat niet zijn vergheefs gheseyt
Sijn eer verbreyt // zijn Maiesteyt
Ga naar margenoot‡En versuymt niet zijn grote bermherticheyt.
Prince eerbaer
Ga naar margenoot*V hert wilt niet verherden
Wilt sonder vaer
Godts woort terstont aenuerden
Ga naar margenoot†En bidt den Heer om zijnen Gheest
Hy sal v leyden in zijn Foreest
Ga naar margenoot‡Vry onbeteest // gheen menschen vreest
Dan Godt alleen, die v siele gheneest.
|
|