Wat is christelijke godsdienstige waarheid? Eene vraag voor onzen tijd, beantwoord door W.N. Stort, predikant te Buren. Te Tiel, bij de wed. D.R. van Wermeskerken, 1864. Prijs ƒ 0.25.
Drie vragen worden door den schrijver in deze kleine brochure op zijne wijze beantwoord: Wat is waarheid? - Wat godsdienstige waarheid? - Wat christelijke godsdienstige waarheid? Ter beantwoording van de eerste vraag wijst hij het onderscheid aan tusschen subjective en objective waarheid - eene uitdrukking die niet volkomen juist is, vermits de tegenstelling bestaat in het verschil tusschen de objective waarheid zelve en het subjectief inzien in haar, gelijk dan ook dit verschil uit de korte ontwikkeling blijkt. Wat godsdienstige waarheid zij, wordt in het zoogenoemde ‘antwoord’ op de tweede vraag volstrekt niet aangewezen; enkel, dat het denkbeeld van een Hoogste Wezen onder alle volken gevonden wordt, en dat de denkbeelden aangaande het ‘hoedanig’ van dat Opperwezen zeer uiteenloopen. Het derde gedeelte wijst op Jezus als den hoogsten leeraar aangaande God, met eenige woorden ter handhaving der geloofwaardigheid van die oorkonden, welke ons de woorden van Hem hebben overgebragt, en daarbij ook iets ter verdediging van de geloofwaardigheid der wonderverhalen, op grond onzer hoogst gebrekkige en onvolledige kennis van de natuur en hare wetten.
Uit deze korte inhoudsopgave ziet men: èn dat eene behandeling dezer zaken op 16 bladzijden bij geen mogelijkheid grondig zijn kan, èn dat hetgeen gezegd wordt weinig kracht zal hebben ter overtuiging van hen, tegen wie het stukje gerigt is. Zeer zwak b.v. is het betoog voor de mogelijkheid van ‘wonderen,’ ontleend uit de heerschappij, die de mensch tot op