geschikt, om tot de veredeling van het volk mede te werken. Referent is ook van dit gevoelen: immers de zangkunst weet de gedachten der menigte af te leiden van de beslommeringen des dagelijkschen levens, en door haren zachten invloed voert zij hare beoefenaars, zonder dat deze het zelven gewaar worden, naar het zalige gevoel van het waarlijk schoone en edele.
Dat de beoefening der zangkunst in de lagere school nuttig en der zedelijkheid bevorderend is, hieraan twijfelt in onze dagen geen beschaafd mensch meer. Wij begroeten daarom met vreugde elke poging, die hare voortplanting kan begunstigen.
De verzameling van zangoefeningen en liedjes, door den heer Worp, als handleiding bij het zangonderwijs in de lagere school, uitgegeven, was, naar wij vernemen, oorspronkelijk niet daartoe bestemd. Hij had haar bijeengebragt, ten behoeve van de voorbereidende klasse eener door hem te Groningen opgerigte zangschool, en het is slechts op verzoek van een' zijner vrienden, dat hij tot de uitgave heeft besloten. Deze vriend, hoofd-onderwijzer in eene talrijke volksschool, meende, en onzes bedunkens, teregt, dat een werkje als dit voor de beoefening van den zang in de volksschool nuttig konde zijn, en om de bruikbaarheid er van te beproeven, liet hij de eerste oefeningen door zijne leerlingen geregeld uitvoeren.
Het werkje is eene vrije navolging van de Gesanglehre für Schule und Haus, door Schäublin. De schrijver heeft er de meeste oefeningen, en liedjes aan ontleend, de andere stukjes zijn van Bönicke of van hem zelven. Hij belooft ons in zijn voorberigt, dat bijaldien dit eerste stukje, den bijval verwerft van desbevoegden, hij het door een tweede stukje zal laten volgen, waarin twee- en driestemmige oefeningen in alle grondtoonen zullen voorkomen, met theoretische oefeningen tot goed begrip van het toonstelsel. Ref. hoopt, dat de heer Worp het genoegen zal smaken, om dit plan tot uitvoering te brengen.
De ‘Wenken voor den Onderwijzer’ zijn goed en duidelijk gesteld. Hetgeen de schrijver daarin zegt van den Semeiomelodion, uitgevonden door den bekenden Armin Früh, te Berlijn, is der lezing dubbel waard.
De uitvoering is net, gelijk wij van de firma Wolters gewoon zijn, en de prijs van het ‘Zangboekje’ niet te hoog. Ook in dit opzigt, bevelen wij het den onderwijzers bij de lagere scholen zonder aarzeling aan.