en het keuren van brood voor weeshuizen, militairen en gevangenissen laat dikwijls veel te wenschen over, daar men niet altijd juist weet, waarop men te letten heeft en zulk een onderzoek dus uit den aard der zaak onvolledig is.’
Wij stemmen hierin volkomen met den schrijver in, en onderschrijven deze treurige waarheid geheel. 't Is waar, Brillat-Savarin begreep niet wat diepen zin er gelegen was in de woorden die hij parodierende uitsprak: ‘Dis moi ce que tu manges et je te dirai qui tu es’ (zeg mij wat gij eet, en ik zal u zeggen wie gij zijt); maar ook in den tegenwoordigen tijd, den tijd van verlichting en beschaving, begrijpt men zulks evenmin. Algemeen klaagt men over minder gezonde, minder krachtige constitutie, korteren levensduur en wat dies meer zij, men schrijft dit alles toe aan ongezonde huisvesting, ligging, kleeding enz., doch men ziet doorgaans voorbij wat voor de hand ligt n.l. de slechte voeding, hetzij deze eigendunkelijk of bedriegelijk geschiedt. Wanneer wij ‘eigendunkelijk’ zeggen bedoelen wij hiermede dat onderscheidene standen, die ter wille van den drang der noodzakelijkheid verpligt zijn, zich bij de keuze van hun voedsel, vele opofferingen te moeten getroosten en ontberen moeten, wat voor eene behoorlijke voeding noodzakelijk is, om daardoor des te beter het zoogenaamde ‘fatsoen’ te kunnen bewaren en gecrinoliend en geparasold, zich in het openbaar te kunnen vertoonen, en om dit te kunnen doen, kiezen zij veelal levensmiddelen van geringeren prijs en minder gehalte en hiertoe behoort in de eerste plaats het brood, dat door de tegenwoordige vlugt der industrie aan tallooze vervalschingen is blootgesteld; en, om met den schrijver te spreken, het brood is het beste, ja men zou kunnen zeggen het eenige voedsel, dat aan de arme klasse zelfs aan den handwerksstand is overgebleven. Ieder bedrog geschiedt dus ten koste hunner gezondheid en hunner krachten; iedere vervalsching is eene misdaad jegens hen gepleegd.
Wij begroeten daarom met genoegen een werkje als het onderhavige, dat ten doel heeft om ieder belangstellende in te lichten aangaande de goede hoedanigheid en de menigvuldige vervalschingen, die er in den laatsten tijd met het brood gepleegd zijn. Om den lezer een klein begrip hiervan te geven zullen wij een gedeelte van de verschillende vervalschingen opnoemen ten einde daardoor - kan het zijn - het publiek drin-