maar zoo het schijnt te laat, want zijne uitverkorene was inusschen met een ander verloofd, die in uiterlijke voorregten hem overtreft, doch niet de beminnenswaardige persoon, maar haar geld begeert; maar vóór het ophanden huwelijk voltrokken wordt, verliest zij vermogen en rang, en nu wordt zij door haren bruidegom verlaten, en later nog vereenigd met den waardigen, nu beroemd geworden man, dien zij toch eigenlijk slechts beminde.
Natuurlijk treden hierbij verscheidene minder of meer op den voorgrond komende personen ten tooneele.
Wij erkennen gaarne, dat vooral het karakter van David Bruce goed is geteekend, zoodat hij ons veel belang inboezemt, dat ook de overige karakters, al is het niet met de grootste fijnheid, toch waar en juist zijn geschetst; alsmede dat de tusschen het verhaal gevlochten wijsgeerige en zedekundige opmerkingen schoon en dikwijls treffend zijn, en getuigen van den diepen geest, van den menschkundigen blik des auteurs. Maar terwijl wij hulde doen aan deze goede eigenschappen, mogen wij de gebreken, die wij ontdekten, en die ons beletten dezen roman de waarde van een schoon kunstwerk toe te kennen, niet verzwijgen.
In de eerste plaats vinden wij het beschrijvend gedeelte gebrekkig; hoewel we het juist niet wenschelijk achten, dat de schilderingen zoo minutieus en uitvoerig zijn, dat zij onze aandacht vragen voor een spijker en een plank een vlekje op een ruit of een stipje op eene wang, moeten toch de localiteit en de voorwerpen aanschouwelijk genoeg zijn om helder voor de verbeelding te reizen; maar hier missen wij de schildering al te zeer, zoodat het tafereel te mat en kleurloos blijft; ten andere ontbreekt te veel treffende handeling, en waar de auteur deze heeft willen aanbrengen, is de voorstelling te zwak en te weinig ontwikkeld om tot het hart te spreken; hoeveel meer partij had, b.v., had kunnen getrokken worden van de ontmoeting tusschen James Bruce en haren ontrouwen minnaar, welke anders nog een der zoo schaars voorkomende treffende passages uit het boek is. Eindelijk zijn de bespiegelingen des auteurs te talrijk en breken te dikwijls den draad van het verhaal af. Zulke opmerkingen kunnen op zich zelven verdienstelijk, maar in een verhaal te overvloedig zijn, want een roman is geen wijsgeerig of zedekundig handboek.