aldaar eenige dagen; en niets wettigt ons om aan de schilderij des Heeren dezen trek toe te voegen, waardoor de jongste zoon zou worden wat hij blijkbaar in de bedoeling des Heeren niet is, een huichelaar; dezen trek dat hij, zijn deel vragende, in het geheim het voornemen zou hebben gekoesterd om het vaderlijk huis te verlaten, dat hij het slechts vraagt om het daar buiten te verteren. Neen, hij wil in het huis des vaders blijven, maar als zijn eigen meester, zijne eigene goederen beheerende, de voorregten des huizes genietende, maar zonder in eenig opzigt ondergeschikt te zijn.’ Wel wordt door de behandeling die de auteur volgt het geheel der gelijkenis wel wat versnipperd, maar dat neemt het verrassende en belangrijke van zulke opmerkingen niet weg. Wij prijzen dit boekje nadrukkelijk aan.