Tijdschrift voor wetenschappelijke pharmacie, geredigeerd door P.J. Haaxman, apoth. te Rotterdam, bevattende de mededeelingen der Nederl. Maatschappij, ter bevordering der pharmacie. Derde serie. 5e jaarg. 1863. Te Gorinchen, bij A. van der Mast. Prijs p.j. ƒ 4.50.
Geregeld ontvangt ref. de maandelijksche afl. van het tijdschrift voor wetenschappelijke pharmacie, geredigeerd door den heer Haaxman, een der eerste chemici van ons land. Wat wij reeds vroeger daaromtrent gezegd hebben herhalen wij nogmaals, dat het ons leed doet aan dit orgaan der scheikundige wetenschap, zoo weinig medewerkers te zien deel nemen. Of dat in gebrek aan wetenschappelijke oefening òf eenige andere oorzaak gelegen is, weet ref. niet te beslissen, doch zeker is het, dat verreweg het grootste gedeelte eigenhandig door den boven onzen lof verheven redacteur verzameld is, die in alles toont eene ongekende liefde voor den stand dien hij vertegenwoordigt te bezitten, en bij den dank dien wij hem welmeenend uit de verte toebrengen roepen wij hem dringend toe, voort te gaan op den ingeslagen weg en niet te vertsagen, al scharen zich ook slechts weinigen aan zijne zijde, al ontzeggen hem ook de meesten hunne medewerking. Hoe het mogelijk is dat pharmaceuten, priesters der gewijde kunst, zoo weinig belang stellen om het ‘sacra sacrorum’ binnen te dringen, is ons onbegrijpelijk, gezwegen nog van de droevige noodzakelijkheid die velen schijnt te nopen, hun stand te verlagen tot iets, waartoe de wetenschap hen niet geroepen heeft; of is het niet beleedigend voor de kunst wanneer men een apotheker ziet aankondigen (gelijk ref. ontwaard heeft), dat bij hem verkrijgbaar zijn monsters en stalen van bukskings, lakens, vestenstoffen. Men moge ons tegenwerpen, dat iedere eerlijke koopmanschap veroorloofd is, onverschillig wie of wat de persoon is welke dien handel drijft, zoo hij daarin slechts een middel ziet om zijn bestaan te verbeteren, wij antwoordden daarop, dat een kunst die slechts met veel studie verkregen wordt, en die in vroegere eeuwen keizers en koningen heilig was, onmogelijk achting kan afdwingen wanneer zij door handelingen aan hare uitoefening vreemd, en die slechts onder het bereik eener domme menigte liggen, ontheiligd
wordt.