A.H. Niemeijer's Grondbeginselen van Onderwijs en Opvoeding, verkort, nagezien door A. Beeloo, Inspecteur van 't Lager Onderwijs in Noord-Holland. Te Purmerende bij J. Schuitemaker, 1863.
Welk onderwijzer kent niet de grondbeginselen van Niemeijer? Dat boek, dat niet alleen in onze taal, maar ook in 't Fransch en andere talen is overgebragt? 't Is een werk, dat duidelijk de bewijzen in zich heeft van jaren lange ondervinding en reeds zoo menigeen tot gids en leidsman op de moeijelijke baan heeft gediend.
Het zoude dus onnoodig, ja 't zou eene beleediging zijn, wanneer ik onderwijzers op dit werk nog attent wilde maken.
Alleen zij hier aangemerkt, dat de heer Beeloo het werk heeft nagezien en naar de tegenwoordige behoeften gewijzigd en vermeerderd, en waarlijk! de heer B. zal voorzeker voor die taak ten volle berekend zijn, daar hij reeds zoo vele jaren aan 't onderwijs is verbonden geweest.
Wel vond ik 't eenigermate vreemd, dat de heer B. bij de opnoeming van bestaande leerboeken niet juist altijd de meest bekende er als goed erkende opgeeft. Zoo vond ik voor het rekenen wel opgegeven de oude leerboeken van Prinsen en Strabbe, die bijna nergens meer aangetroffen worden, terwijl die van de Gelder, Strootman en Kempees niet genoemd worden.
Onder de werken, voor de studie van de Vaderl. Geschiedenis aangeprezen, vond ik wel het werk van den heer Beeloo zelven, maar niet dat van Mulder, dat toch zoo degelijk is.
Het ware te wenschen, dat de prijs niet zoo hoog was, want ƒ 2.80 is een prijs, die menigen hulponderwijzer zal afschrikken. Eene minder roijale uitgave zou zeker velen welgevallig zijn.
B.
Des Ch.