schrijver, dat het noodig was, om de onuitgegeven stukken, sedert de eerste uitgave ontdekt of bewerkt, of den arbeid van andere natuuronderzoekers en historieschrijvers te raadplegen. En hij heeft dit gedaan met naauwgezetheid, maar tevens met ingenomenheid, om regt te doen wedervaren aan al wat in Nederland goed, groot en edel geweest is.
Ofschoon wij, zoo als wij elders te kennen gaven, niet dan in noodzakelijke gevallen eene aankondiging geven van werken, zoo lang zij ons niet compleet zijn toegezonden, meenden wij echter, ten opzigte van het bovenstaande werk, van dien regel te mogen afwijken. Immers kan het lang duren voor het derde gedeelte van dezen derden druk in het licht verschijnt, want de heer Groen zegt reeds in het voorberigt van het eerste gedeelte: ‘of mij het aldus uitgeven ook eener tweede aflevering zal worden vergund? Dit is, wie bevroedt het niet! hoogst onzeker. Dat ik thans, te midden van dikwerf overstelpenden arbeid der Tweede Kamer, voor andere werkzaamheden naauwelijks beschikbaren tijd heb, behoeft geen betoog.’
Wij hopen, dat de heer G. zijn voornemen zal kunnen ten uitvoer brengen, ‘om van de tusschenuren gebruik te maken,’ zonder daarom aan het andere gevolg te geven, ‘spoedig welligt van het publieke leven in het stille boekvertrek teruggekeerd,’ want dit zouden wij bejammeren, ‘dit werk, waaraan ik zoo gaarne mijne krachten besteed, met meer onverdeelden ijver te hervatten.’
De denkwijze van den schrijver is genoegzaam bekend, dan dat wij die uit dit werk zouden doen kennen. Wij behouden ons evenwel voor, later het een en ander van den inhoud mede te deelen, ten einde zoodoende eene beschrijvende aankondiging van dezen lievelings-arbeid des heeren G. te geven. Intusschen mogen wij niet verzwijgen, dat de vorm der bewerking eene zeer gemakkelijke voor de beoefening is, terwijl de stijl zich door juistheid en helderheid kenmerkt.
De lezing van dit handboek deed ons wenschen, dat de uitgever (de heer Höveker) ons in de gelegenheid stelde, om de andere werken van den heer Groen aan te kondigen, wij houden ons daartoe bij hem aanbevolen, terwijl wij niet twijfelen of een ruim debiet zal hem doen voortgaan om meerdere dergelijke degelijke pennevruchten ons publiek aan te bieden.
L.
H.