Iets anders is het, wanneer men aan dergelijke geestesvruchten een uitgebreider bestemming geven wil, wanneer men zulke toespraken laat drukken en in den handel brengt. Dan heeft men geen aanspraak op toegevendheid meer, en roept als het ware het oordeel des publieks over zijn werk in. En als men dan niet iets nieuws gezegd, of iets ouds in een buitengewonen vorm voorgesteld heeft - dan wordt daar zonder deernis gevraagd: wat doet dit boek in de wereld, waartoe hebt gij het uitgegeven? Vindt gij het zelf bijzonder mooi? Wij vinden er niets merkwaardigs in. Hadt gij andere beweegredenen tot de uitgave? Ons oordeel verandert niet, al hadt gij uw boek niet alleen om 't honorarium, maar ook ten bate van schipbreukelingen laten drukken. Wij zijn geen jezuïeten; het doel heiligt bij ons de middelen niet.
Is het ongepast, onwelvoegelijk, onverantwoordelijk, als wij den heer Doorenbos uitnoodigen, de voorafgaande regels op zich zelven toe te passen? - Gij oordeelt misschien, dat het bar is, lezer, vooral als gij merkt, dat zulk een ongunstige aankondiging niet door proeven uit het veroordeelde boek gestaafd wordt. - Laat ons u zeggen, dat wij moeijelijk in dit geval van iets anders konden verslag geven, dan van de totaal-conpressie welke het boek op ons maakte. Van een werk, dat 170 bladzijden groot is, is het onmogelijk met aanhalingen te bewijzen, dat er niets nieuws of opmerkenswaardigs in te vinden is. Zegt gij, dat het onaangenaam moet zijn voor een referent zoo ongunstig en op deze wijze te oordeelen - wij stemmen het u van ganscher harte toe. Waar men kan prijzen, is de taak van den verslaggever benijdenswaardiger. Minder ongenaam is zij ook, waar gelegenheid gevonden wordt, en het de moeite waard is, degelijke, met proeven gestaafde kritiek te leveren. Maar waar zou het heen, als dit van ons gevergd werd ten opzigte van al de weinige beduidende geschriften, welke in 't genre van het boek des heeren Doorenbos schier dadelijks het licht zien?
Wij nemen daarom de vrijheid, ons hiermede van onze tegenwoordige taak af te maken. Niets merkwaardigs, niets nieuws hebben wij gevonden in deze voorlezingen. Het gaf ons niets te leeren, terwijl de dorre en drooge vorm - iets naar de lamp riekends - het bijna onmogelijk maakte, dat wij er door gesticht werden. De titel doet zien, dat een en