is het opschrift van het veertiende opstel. Die de lotgevallen van dien vriend van Anna Maria Schuurman te Amsterdam wil kennen, leze deze bijdrage, die ons onbekende bijzonderheden omtrent Labadie mededeelt.
Iets over den aan elk Amsterdammer bekenden ‘onvolmaakten toren’ van de nieuwe kerk, levert ons het vijftiende stuk.
Hierop volgt in de zestiende plaats een ‘beknopt dagverhaal der heugelijke inkomst van hunne Doorluchtige en koninklijke Hoogheden den Prins van Oranje en zijne Gemalin in Amsterdam, op Maandag den 30sten van Bloeimaand 1768.’
Even als de beide vorige deelen wordt dit deel, in de zeventiende plaats, besloten door de mededeeling van ‘eenige opmerkelijke posten uit de oude Thesauriersrekeningen van Amsterdam,’ en wel nu van de jaren 1560-1570. Wij treffen hier o.a. aan:
‘1561. Die Rethorizijns dezer stede tot vervullinge ende subsidie der costen, die zij doen zullen tot Rotterdamme, daer alle die Camers van de Retrorijckers van Hollant vergaderen ende spelen zullen om sprys, bij de Camer van Rotrodam opgehangen, ende op sonnendach toecoemende hoerluijder entré doen zullen.................VI.’
‘1562. Florijs de Weent, waert in 't poertgen, ter saecke van een groote brouwschuijt, bij de burgemeesters deser stede van hem doen coopen voer de brouwers deser stede, omme haer brouwater daermede te haelen vijt de Haerlemmer-meer ende te brengen aen den Overthoem........XV.’
‘1566. Jan Cornelisz., glaesemaecker, over die betaelinge van glaesen, bij hem ten bevele van de burgemeesteren gerepareert in Dirck Jacobsz. Schaepen huys, ter cause, dat mijnheer de Prins van Orangnen aldaer gelogeert hadde geweest in 't voerleden jaer anno XVcLXV...........XVI. IX.’
De Prins van Oranje zou alzoo ook in 1565 Amsterdam hebben bezocht. Bekend is het, dat hij er zich in December 1566 bevond. (Wagenaar, Amsterd. IIde D., VIIde Boek, op het jaar 1566. IIIde stuk, bl. 205 der uitgave in 8vo.)
Dirck Jacobsz. Schaepen, bij wien de Prins volgens bovenst. aanteekening, zijn intrek nam, was vermoedelijk dezelfde als Dirk Schaep Jacobsz., die in 1561 schepen te Amsterdam werd. Het aandeel hetgeen de leden der familie Schaep aan de gebeurtenissen van die dagen heeft gehad, was wel een bepaald onderzoek en afzonderlijke vermelding waardig.