kaansche romans van Gustave Aimard. En wel verre, dat wij dit zouden afkeuren, of zouden meenen, dat onze litteratuur overvoerd wordt met dergelijke producten - is elk werk, dat zij levert weder nieuw, vol van gebeurtenissen, die den lust tot lezen, ja tot onderzoek, opwekken. Gewis verdient die firma den dank van ons publiek. Behalve de romans van Ferry over Amerika, gaf zij reeds van Aimard: de Pelsjagers van den Arkansas, Vrijkogel, en de Spoorzoeker. Thans ontvangen wij weder de twee, waarvan wij hier boven den titel afschreven en als vervolg op deze, kondigt zij aan, dat ter perse is: de Roover der Prairiën en de Lynch-wet.
Aimard is reeds te gunstig bekend, dan dat het noodig zou zijn nog een woord van aanbeveling voor zijne pennevruchten te schrijven. Hij, de aangenomen zoon van een der magtigste stammen onder de Indianen, heeft met hen hun zwervend leven gedeeld, heeft met hen de vredespijp gerookt en de strijdbijl, de buks en de tomahawk gehanteerd. Niemand beter dan hij was in staat, om ons met het leven en de gewoonten, de zeden en de gebruiken der Indianen bekend te maken. Hij wist dan ook ijverig gebruik te maken van zijn vijftienjarig leven in de prairiën van Amerika. Zijne lotgevallen heeft hij medegedeeld, niet op den kouden toon des levensbeschrijvers, maar met de gloeijende kleuren, die een bekwaam schilder aan zijne scheppingen weet te geven. Wij leeren hem kennen als squatter, bevervanger, partijganger, goudzoeker en bergwerker; - wij ontmoeten hem op de hoogste Cordilleras en aan de stranden van den oceaan. In het kort, hij geeft in meer dan één opzigt photographiën.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat zijne pennevruchten met graagte gewild zijn. De bovenstaande boeken zijn vertalingen van de 10e en 8e fransche uitgave en ook dit pleit onzes inziens niet weinig voor de waarde.
Wij zullen geene schets geven van den doorloopenden inhoud, eensdeels omdat zij met de nog volgenden in naauw verband staan, anderdeels, omdat wij vreezen, hier en daar het schoone te verzuimen, ja verre beneden de werkelijkheid te moeten blijven, of in de verzoeking te komen, om meerdere ruimte te vragen, dan waarover wij voor eene aankondigᴉng als deze mogen en kunnen beschikken. Aimard moet in zijn geheel gelezen worden, niet maar met een vlugtigen blik, maar met