verhandeling ‘de Strumis’ gebezigde woorden: ‘Nisi consudveris antecedenti causae, quae foluet morbum, operam perdis.’ Die oorzaken nu zijn alleen gelegen in het inademen van onzuivere, niet genoeg ververschte lucht, en dus in eene onvolkomene ademhaling, waardoor het bloed niet genoeg gezuiverd wordt, zoodat de zoogenaamde tuberkels, hoofdzakelijk uit vet en andere koolstofrijke zelfstandigheden bestaande, in het longweefsel worden afgezet. Na eenige voorloopige opmerkingen, handelt de schrijver, om die theorie nader te doen kennen en zoowel door belangrijke aan de ervaring ontleende feiten, als door de uitspraken van beroemde geneesheeren te staven, achtereenvolgens in vijf verschillende afdeelingen: ‘Over den aard der knobbeltering. Over de zamenstelling van den tuberkel. Over de rationele oorzaak der knobbeltering. Over de naaste of scheikundige oorzaak der knobbeltering. Over de voorbeschikkende en meer verwijderde oorzaken van het ontstaan van tuberkels.’ - Wilde ik slechts de voornaamste bijzonderheden vermelden, welke in die hoofdstukken nader worden uiteengezet, dan zou ik mij aan veel te groote uitvoerigheid moeten schuldig maken. Ook behoeft het naauwelijks vermeld te worden dat er nog vele door den schrijver behandelde of ter loops aangeduide vraagstukken zijn, omtrent welke men nog geenszins eenstemmig denkt. Tot die vraagstukken behoort b.v. de door hem aangenomene identiteit tusschen de tuberkuleuze longtering en de klierziekte. Dat hij geenerlei gewigt hecht aan de voorbeschikkende oorzaken en den erfelijken aanleg tot longtering, schijnt insgelijks met de ervaring in strijd te zijn. Ook wat de behandeling betreft, ontbreekt het bij den schrijver aan geene eigene en van anderer meening te regt of te onregt afwijkende denkbeelden, en steller dezes wil ten besluite, uit de beide laatste afdeelingen (‘Over de behandeling en over de voorkoming der knobbeltering.’) des schrijvers meening
mededeelen over twee, zoowel door genees- als niet-geneeskundigen hoog gewaardeerde middelen voor teringlijders, verandering van klimaat en aanwending van levertraan. Over eerstgenoemd middel zegt de auteur het volgende: ‘Verandering van klimaat kan in deze ziekte wel eenige gunstige verandering brengen, doch deze zal dan voornamelijk bestaan in het wijzigen van den gemoedstoestand des lijders, die als het ware telkens en trapsgewijs in eene steeds wisselende zedelijke atmospheer geraakt. Het is eene