Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1864
(1864)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 248]
| |
nergens zoo mooi is als bij hen. En toch - nooit was het het Arkadië, waartoe fanatieke reizigers het hebben verheven - dat zou ik eerder in de Alpen van Tirol, Salsburg en Oostenrijk zoeken, als het hier beneden te zoeken of te vinden was. Intusschen zal de grootsche sterk afwisselende Zwitsersche natuur steeds elke gevoelvolle ziel aantrekken, en mijn geest doolt steeds in zijn fantazyuren om die goddelijke oevers van den Lemau - om het pays roman, zooals het Waadtland in Berns kanselarijtaal heet, om het volksfeest op de Dole, den hoogsten top van den Jura - en Genève blijkt steeds de roem voor het nieuwere Europa geweest te zijn, wat Athene voor het oudere was. Hoe moet deze natuur hem aangrijpen, die uit het vlak Nederduitschland komt, of uit de Nederlanden! De vrolijke, kalme genoegzaamheid der Alpenbewoners, hoe aantrekkelijk is zij boven de ernstige, onrustige bedrijvigheid van die moerasbewoners! Zwitserland is zoo arm als Zweden, en toch is er alles duur - en toch hebben de kantons een openlijken schat en de boer is rijk; dat maakt hunne vrijheid, d.i.: zij behoeven evenmin een hofstoet, als een armée. De reizigers, vooral de Engelschen, brengen veel geld in het land. Zwitsersche boeren zijn de gelukkigste boeren, die ik ken, gelukkiger nog dan de Hollandsche en Engelsche. Als zij goed dronken zijn, zingen zij psalmen, omdat ze niet anders zingen kunnen. Als de dans op Zondag verboden is, zitten ze met hunne meiskens in de kroeg achter tafel - een speelman staat voor hen, en ze stampen op de maat af zachtkens met den voet en dansen zoo in de verbeelding, dat minder zondig en niet verboden is. Al wat in Zwitserland kunstig, zwaar of zeer oud gebouwd is, is van den duivel, of zelfs van Julius Caesar! Gedurende het ontzettende schouwspel, dat Europa in het jaar 1813 speelde, gedroegen zich echter de Zwitsers, onder zichzelven verdeeld, niet zeer loffelijk. De gealliëerden boden hun den magtigen arm - zij wilden liever liggen en rusten, en den heiligen kamp aanzien. - Uit de politieke lawine ontwikkelde zich echter toen nog een vrije Alpenstaat van tweeëntwintig Bondsstaten met ongeveer 1,700,000 zielen. - En Bazel en Bern, die zich in het bisdom Bazel deelden, wilden niet eens de oude staatsdienaren pensioneren? Ach, dat dit schoon land bewoners hebbe, die het ware schoon achten: Vrijheid door eendragt verkregen! |
|