De oorlog in Sleeswijk.
(Vervolg en slot van bl. 145, No. 10.)
VI. Einde der krijgsverrigtingen. - Het zeegevecht. - Begin van den wapenstilstand.
Zoo het doel der conferentie eenigermate zou bereikt worden, moest in de eerste plaats eene schorsing der vijandelijkheden plaats hebben, dewijl de verbittering van beide zijden anders nog zou zijn toegenomen. Daar de bondgenooten intusschen als onderpand voor de eilanden Jutland in bezit hadden, konden zij gereedelijk toegeven aan een zoodanigen voorslag tot wapenstilstand, welke voor hen als overwinnaars geene nadeelige voorwaarden bevatte, en er werden dan ook werkelijk een tweetal dusdanige voorslagen gedaan, namelijk: óf wapenstilstand met opheffing der blokkade en ontruiming van het eiland Alsen door de Denen, terwijl daarentegen de troepen der gealliëerden Jutland moesten verlaten, óf wapenstilstand met opheffing der blokkade en wederkeerige handhaving van het bezette terrein. Denemarken koos het laatste punt, waarin de beide duitsche mogendheden des te gereeder konden toestemmen, dewijl zij alsdan in Jutland gemakkelijk de uitgeschreven contributiën geheel konden invorderen, daar Alsen, benevens de overige eilanden, in geval van het sluiten des vredes steeds in hun bezit bleven.
Den 10en Mei werd alzoo voor den duur van één maand een wapenstilstand gesloten, die op 12 Mei een aanvang zou nemen. Indien gedurende dien tijd geenerlei overeenkomst mogt tot stand komen, zouden de vijandelijkheden den 12en Junij weder beginnen. Alvorens echter die schorsing nog van kracht was, had een gedeelte van het oostenrijksch-pruissische noordzee-eskader, onder bevel van den schout-bij-nacht von Tegethoff gelegenheid, zich met de vijandelijke zeemagt te meten. Op het berigt namelijk, dat eenige deensche oorlogschepen voor de monding der Elbe lagen, was de genoemde bevelhebber van Cuxhafen uitgeloopen, om dezelve aan te tasten. Den 9en stiet de gemelde afdeeling op twee deensche fregatten en eene korvet, die naar Helgoland koers zetteden, maar zoodra zij het duitsche eskader in het gezigt kregen, zich schielijk in slagorde schaar-