| |
De aartshertog Ferdinand Maximiliaan en zijne gemalin.
(Met afbeelding.)
In de nabijheid van Grignano, aan den oever der Adriatische Zee, ligt het prachtige slot Miramare, gebouwd op eene vooruitstekende rotspunt, waar in de toegevoerde aardmassa's allengs wijngaardranken welig wortel schoten. De ruime milddadigheid van den kunstlievenden aartshertog Ferdinand Max deed op die plaats een klein Eden ontstaan, dat zoo door de schoonheden
| |
[pagina t.o. 235]
[p. t.o. 235] | |
AARTSHERTOG FERDINAND MAX
en
AARTSHERTOGIN CHARLOTTE.
| |
| |
als gemakken, die hetzelve biedt, onwillekeurig boeit. De bekoorlijke wandelparken, de sierlijke fonteinen, de luchtige veranda's, eene menigte uitheemsche planten, de keurige kiosken, de vele kunstig aangelegde grotten en te midden van dat alles, het in gothischen stijl, uit zuiver witte istriasteen opgetrokken lustslot vormen een geheel, hetwelk de fantaisie zich naauwelijks liefelijker zou kunnen voorstellen. Dit verblijf is dan ook het Tusculum, waar de doorluchtige telg uit het Oostenrijksche vorstenhuis gaarne verblijf houdt, wanneer zijne pligten hem niet elders binden. Hier leeft hij met zijne gemalin, de waardige dochter van den ‘scheidsregter der koningen,’ van koning Leopold van België, in stille afzondering, en slechts van tijd tot tijd zijn mannen, die in wetenschap en kunst uitblinken, zijne gasten.
De aartshertog Max is een der gewigtigste personen uit de vorstelijke familiën van Europa. Hij ontving den 6 Julij 1832 het levenslicht. Uit kracht zijner geboorte, welke hem het naast aan den Oostenrijkschen keizerstroon heeft gesteld, werd hij reeds vroeg tot hooge ambten geroepen, waarvan hij zich steeds kweet op eene wijze, welke het schitterendste blijk gaf zoo van zijne uitstekende talenten als van zijne veelomvattende kennis en ijverige werkzaamheid. Daarbij is hij een der voortreffelijkste zaakkundigen in nautische aangelegenheden; en is, om zoo te spreken, de schepper der Oostenrijksche marine, waarin hij zoover hem dit mogelijk was, de nieuwste vorderingen der scheepsbouwkunde heeft aangebragt. In het jaar 1857 huwde hij met de bevallige prinses Charlotte, waarna hij met haar den keizerlijken burg in Mailand betrok. Het evengenoemde jaar was evenwel niet zeer geschikt om den post van stadhouder over het Lombardisch-Venetiaansch koningrijk tot een ambt zonder werkzaamheden te maken, en de hoogachting en persoonlijke genegenheid, welke zelfs de openlijke tegenstanders der Oostenrijksche regering den aartshertog toedroegen en betuigden, is het sprekendste bewijs voor de oordeelkundige en achtingwekkende houding, die hij, in weerwil van zijn hoogst moeijelijk standpunt, wist aan te nemen. Te midden der vele bezwaren, aan zijne waardigheid verbonden, wendde de aartshertog zijne krachtigste voorzorgen aan eene onderneming, welke niet alleen in het belang der wetenschap was, maar ook het aanzien van Oostenrijk vermeerderde. Onder zijn
| |
| |
toezigt werd de uitrusting der ‘Novara’ tot eene reis rondom de wereld aangevangen, en de onderneming zelve gelukkig ten uitvoer gebragt. Nadat de aartshertog reeds op herhaalde reizen het oosten en de kusten der Middellandsche Zee had bezocht, ondernam hij een grooter togt naar Brazilië, van alle welke reizen hij wetenschappelijke bouwstoffen medebragt, die hij daarna op zijn slot nabij Triëst zorgvuldig uitwerkte. Tot nu toe was het echter slechts weinige bevoorregten gegund, zoowel met zijne, als met de eveneens verzamelde aanteekeningen zijner lieftallige gemalin, kennis te mogen maken, maar wij hopen dat de hooge zamensteller weldra zal besluiten die met evenveel vlijt als diepe kennis bijeengebragte waarnemingen voor een uitgestrekter kring toegankelijk te maken. Met wetenschappelijken arbeid bezig, ontving hij de aanzienlijke Mexicaansche burgers, die hem de kroon van hun rijk kwamen aanbieden. Misschien zal weldra het oogenblik gekomen zijn, dat de aartshertog daartoe overgaat, en wanneer die aanvaarding eene werkelijke zaak, een fait accompli zal geworden zijn, zal de blijde trotsch van elken Oostenrijker, een telg uit zijn keizershuis tot zulk een hooge roeping bestemd te zien, gepaard gaan met diep leedwezen van een algemeen geliefden prins te moeten scheiden.
Wij hopen de lezers van dit tijdschrift geen ondienst te doen, ofschoon de gebeurtenissen in Sleeswijk-Holstein voor het oogenblik de aandacht aftrekken van hetgeen buiten Europa plaats heeft, dus ook van den Mexicaanschen krijg, hen kortelijk eene beschrijving te geven van dat land, waarover de doorluchtige vorstenspruit misschien dra de teugels van het bewind zal in de hand nemen.
Zoo niet in Europa de staatkundige horizont aan alle zijden met dikke, zwarte onweêrswolken bedekt was, die elk oogenblik boven onze hoofden dreigen los te barsten, dan zouden wij gewisselijk met meer belangstelling dan thans het geval is, den loop van het Fransch-Mexicaansche conflict volgen. En toch is er geen land, welks natuurlijke, staatkundige en maatschappelijke verhoudingen meer in staat zijn om belang in te boezemen dan Mexiko.
De zon der keerkringen schiet met een tropischen gloed hare stralen neder op de kuststreken der stille Zuidzee en de golf van Mexico; dezelfde gloeijende adem, die de dadel- en vijgen- | |
| |
bosschen aan de boorden der Sahara doet verschroeijen, verdort ook hier de landen, die langs de kust zijn gelegen; verder landwaarts wordt de bodem allengs hooger, in de bergpassen en op de heuvelen grenst de weelderige plantengroei aan het fabelachtige, welke al meer het Noordsche karakter aanneemt, tot zij eindelijk in de hooge vlakten van Anahuae en Sonora in de drooge koelte der Oostzeelanden overgaat. Deze vlakten, die 7000 voet boven den spiegel der zee verheven, het grootste gedeelte van het land bedekken, zijn weder met hooge, kegelvormige vulkanen bezet, wier steile punten altijddurend in sneeuw zijn gehuld, zoodat één enkel land de luchtgesteldheden van alle wereldstreken kan aanwijzen. Alle vruchten, die onze vaderlandsche akkers geven, daarbij al de gezamenlijke handelsgewassen, welke op de plantages der Unie gebouwd worden, brengt dat eene land overvloedig voort; in de bergen zijn onmetelijke schatten van edele en onedele metalen verborgen en in de reusachtige wouden zijn de kostbaarste houtsoorten sedert eeuwen aanwezig, begeerig op derzelver nuttig verbruik wachtende. Ten opzigte der verhoudingen van grond en klimaat kan Mexico, vóór de Fransche overheersching de federatieve republiek der Estados Unidos de Mexico, in het zuidelijk gedeelte van Noord-Amerika gelegen, in drie streken verdeeld worden. De oostelijke en westelijke kuststreken bestaan uit groote moeras- en zandvlakten, waar dan ook de genoemde plantengroei der tropische gewassen heerscht. Het binnenland is zeer arm aan water en alleen van de ten westen en oosten gelegen bergen vlieten eene menigte kleine stroompjes naar de vlakten. De grootste stroom is de Rio-del-Norte, die het tegenwoordige Mexico van het thans tot de Vereenigde Staten
behoorende Nieuw-Mexico scheidt. Een eveneens uit de gebergten van Nieuw-Mexico ontspringende stroom, van eenige beteekenis, is de Colorado-de-Occidente, die zich in zijn westelijken loop in den zeeboezem van Californië uitstort. Van de groote meeren zijn alleen het Chapala en de Tezcu de noemenswaardigste. De herhaalde aardbevingen in het binnenland en de hevige stormen op de kusten, die vooral in de golf van Mexico hevig kunnen woeden, zijn zware plagen.
De bevolking van Mexico, die tegenwoordig ruim 7 millioen zielen beloopt, is zeer gemengd. Het heerschende ras is dat der, van de Spanjaarden afstammende Creolen; ofschoon het
| |
| |
naauwelijks meer dan 1 millioen telt, staat het toch, uit kracht der, bij hetzelve door de Spanjaarden ingevoerde Europesche staatsinrigting aan de spits der magt. De voor het grootste gedeelte akkerbouw en veeteelt drijvende Indianen tellen 4 millioen; slechts een klein gedeelte derzelve, in het noordwesten gevestigd, maakt het door zijne strooptogten de daar aanwezige bewoners tamelijk lastig. Negers zijn er nog ongeveer 70.000, welk getal echter, ten gevolge van de afschaffing der slavernij, meer en meer afneemt; ook zijn er nog een klein getal Hongaren, die evenwel sedert de opheffing der Silaveras, van jaar tot jaar verminderen. De overige 2 millioen zijn een mengsel of liever eene bastaard-bevolking van blanken, koperkleurigen en zwarten, welke allen te zamen de burgers uitmaken der republiek, die vroeger het vice-koningrijk Nieuw-Spanje van den veroveraar Cortez uitmaakte.
Mexico bleef eene spaansche kolonie van af zijne ontdekking tot op 29 December 1824, hoewel het ten laatste meer in naam met het moederland in verbinding stond. Op dien datum werd de generaal Fernandez Vittoria, de eerste president der republiek en van toen aan dagteekenen de schier onafgebroken oorlogen, zoowel inwendig als naar buiten, welke het land tot het uiterste uitputteden en gewelddadig allen vooruitgang van handel en industrie belemmerden. Genoemde Vittoria werd opgevolgd in 1828 door Padrazza, in 1829 volgde dezen Guerrero, in 1833 Santana, in 1836 Bustamente, in 1841 andermaal Santana, in September 1845 Herrera, in December van hetzelfde jaar Paredes, in 1851 Arista, in 1852 Cevallos, in 1853 nogmaals Santana en in 1858 Miramon; al naar gelang de Yorkinos (democraten) of de Escoseses (aristocraten) de bovenhand hadden. Het tegenwoordige conflict met Frankrijk heeft de inwendige partijschappen min of meer doen bedaren en de Mexicanen, die overigens in den burgeroorlog vijandelijk tegen elkander gezind waren, voor het oogenblik tot eendragt gebragt. Het volk is echter even onbestendig in zijne sympathie, als de vulkanen die overal in het land aanwezig zijn; hoe langer de tijd van rust geduurd heeft, des te eerder staat eene nieuwe uitbarsting te vreezen.
De hoofdstad Mexico, in de provincie van dien naam, wordt zoo door haar bouwaard als door schoonheid der omgeving, die door twee groote meeren nog verhoogd wordt, voor eene der
| |
| |
prachtigste steden van Amerika gehouden, en werd niet ten onregte de mikrokosmos der republiek genoemd. Het getal inwoners wordt zeer verschillend opgegeven; men kan het niettemin op nagenoeg 200,000 stellen. Alvorens de Spanjaarden er vasten grond hadden, heette de stad Tenochtitlan, naar het door hooge gebergten omringde dal, waarin zij ligt. De straten zijn breed, in regte hoeken aangelegd en goed geplaveid. De woonhuizen hebben er meestal slechts ééne verdieping, om ten gevolge der veelvuldige aardbevingen, zooveel mogelijk ongelukken te voorkomen.
Mexico is den zetel der regering; het bezit eene universiteit, eene akademie van schoone kunsten, bergwerkscholen, botanische tuinen, volksschouwburgen, prachtige kerken enz., al hetwelk echter tengevolge der onophoudelijke burgeroorlogen zeer in verval is geraakt, even als de handel en industrie, die nog slechts een voorbijgaand schaduwbeeld vertoonen van vroegeren bloei.
Het volk uit de lagere, zoowel als der hoogere klassen leeft er zeer zorgeloos. Zoowel in de inrigting en in den stijl der gebouwen als in het luidruchtig straatgejoel vertoont zich de bontste zamenstelling. Met den op zich zelf reeds rijken spaanschen kerkstijl zijn de Mexicanen nog niet tevreden en zij wisten er zoovele wonderbare bijvoegselen aan te brengen, dat het geheel in zijne wanvormigheid toch nog belang inboezemt. In de straten der stad mengelt zich tegenwoordig de fransche rok onder de schilderachtige kleederdragten der inboorlingen, de Jarocho, de moedige trotsche ruiter met de goudgestikte laarzen en de tallooze gouden en zilveren knoopen, en de sierlijke Poblana, die haar met zijde geborduurde shawl zoo bevallig om hoofd en schouders weet te slaan, gelijk de andalusische vrouw in het oude Spanje. De grootste drukte en het meeste vertier is op de marktplaatsen te vinden, waar de meest verschillende soorten van koopers en verkoopers zich zoo belangrijk en zonderling groeperen, als men naauwelijks in Napels of Stambul zou kunnen vinden. Geen wonder dat men er bij de diepste ellende ook de uitgezochtste weelde vindt. Onder dit alles lijdt de algemeene welvaart echter betrekkelijk weinig, want het land is zoo rijk en overvloedig aan natuurlijke hulpbronnen, dat één jaar van vrede toereikend is om de door den oorlog geslagen wonden te heelen.
|
|