waarlijk niet helpen, dat die guten Holländer hem à son de trompette, als een' kermisheld, bij het Nederlandsch publiek inleiden.
Naar het voorberigt van den heer Eger te oordeelen, hebben de meetkundige werken van de Gelder, Lacroix, Badon Ghijben, Kempees en andere zoowat uitgediend; ‘althans,’ zoo zegt hij, ‘moet uit het gebruik dier boeken de reden gezocht worden, waarom zoo vele jongelieden weinig (weinigen?) lust voor de studie dezer schoone wetenschap verkrijgen!’
Iets verder, verhaalt ons de vertaler van Schlömilch op eene openhartige wijze, dat de leerlingen ‘door zijn werk ‘tot de waarheid worden geleid!’ - Wij hebben er vrede mede; doch in Minerva's naam (die is toch wel in Groningen bekend?) waartoe die bluf? Weet de heer E. dan niet dat ‘eigenlof st....!’ - Laten wij, Nederlanders, gerustelijk die puffs par excellence aan den Parijschen Foy over, die nog dezer dagen zich zelven noemde innovateur-fondateur de la profession matrimoniale, en die van zijn konkelhuis sprekende, het betitelt par son mérite hors ligne la première de l'Europe.
Wij behooren tot die referenten, welke zich tot beginsel stellen: ‘L'art est difficile; mais la critique ne l'est pas moins!’
Wij willen daarom hopen, dat de heer Gleuns ons de vorenstaande aanmerkingen niet ten kwade zal duiden, en dat wij, indien hij ons geschrijf mogt lezen, gelukkiger zullen zijn dan onze geachte mede-recensent, de heer Jesse, die zich genoodzaakt heeft gezien, in dit Tijdschrift eene geduchte lans te breken met den geleerden Doctor in de Wis- en Natuurkunde.
Het werk van Schlömilch is in alle opzigten aanbevelenswaardig. Wij leeren in hem den bekwamen wiskundige kennen, die eerst na zelf een helder inzigt in de mathematische waarheden verkregen te hebben, zijne verworvene kennis dienstbaar maakt tot de ontwikkeling des verstands. Hij volgt daartoe de heuristische leerwijze, en leidt door haar de leerlingen tot de waarheid, die daarna als stelling wordt uitgesproken, en voorzeker alsdan veel gemakkelijker begrepen en in toepassing gebragt wordt.
De Franschen zeggen wel eens van iemand, die veel van