oog vertoont. Waarlijk indien dit werk slechts deze eene karakterbeschrijving inhield, zoude het daarom alleen dubbel waard zijn te worden aangekocht. Maar er komen nog verschillende andere personen in voor, die met bekwaamheid zijn geschilderd en door hunne verscheidenheid leven bijzetten aan het tafereel. Met welgevallen rust het oog op Lindsay, de oudste der meisjes, de moederlijke zuster, die zoo waardig aan Ninian's zijde staat, hem weet te begrijpen en te waarderen en zijne zorg voor ‘de kinderen’ - zoo als zij trouwhartig-teeder de jongere broeders en zusters noemt - met de grootste liefde deelt. Aangenaam is de indruk, die Tine maakt, de jongste zuster, die, hoe dartel, luimig en plaagziek zij doorgaans is, in gewigtige oogenblikken evenveel verstand als gevoel en edelen zin aan den dag legt. Met belangstellende verwachting volgt men de loopbaan van Edmund, een der broeders, een droomer en verzenmaker van een prikkelbaar gestel, die veel te lijden heeft van de plagerijen zijner zusters en zich later te Londen wel zeer ontwikkelt, maar door hartstogten en losse kunstvrienden vervoerd, op verkeerde wegen komt, en, nog bij tijds door Ninian gered, later een gevierd dichter wordt. Ook aan excentrieke karakters ontbreekt het niet, waaronder wij vooral Rachel Armstrong rangschikken, eene opgewonden talentvolle jonge vrouw, wier zeldzame positie en hartstogtelijk optreden genoeg pikants heeft om den lezer een weinig te prikkelen, en die in hare excentriciteit toch zoodanig is geteekend, dat wij deze volkomen begrijpen en als bestaanbaar erkennen moeten.
De conceptie van den roman is in het algemeen eenvoudig en natuurlijk; maar in de onderdeelen is ééne handeling gebragt, welke wij niet anders dan als eene mislukte kunstgreep om te boeijen kunnen beschouwen - namelijk, dat dubbel huwelijk van Ulverston, hetwelk toch in zijne omstandigheden al te dwaas en onbezonnen is, om waarschijnlijk te kunnen zijn; en dezen misslag rekenen wij de begaafde schrijfster te hooger aan, dewijl zij zulke middelen niet behoeft om de belangstelling van den lezer gaande te houden. Ook een paar andere aanmerkingen moeten ons nog van het hart: vooreerst dat John met zijn verstand en kennis te plotseling een geestdrijver wordt en daarna even-