Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861

Mr. C.C.E. d'Engelbronner, Jaarboekje van de Regterlijke Magt voor 1861, 22ste Jaargang. Te Gorinchem, bij A. van der Mast, 1861. Prijs ƒ 1,50.

Eene aanbeveling te schrijven voor dit werkje kan voorzeker overbodig worden geacht. Het heeft zich zoowel voor de leden der regterlijke magt als voor de leden der verschillende balies door zijne volledigheid onmisbaar weten te maken. Nergens toch vindt men de indeeling der regterlijke ambtenaren zoo gemakkelijk bijeen als in dit werkje, dat steeds de blijken draagt met zorg te zijn zamengesteld. Ieder, die slechts op eenigerlei wijze niet alleen met de regterlijke magt, maar met de justitie in betrekking staat, zal in deze

[p. 378]

verzameling niet te vergeefs worden gezocht. Zoo is wederom aan de lijst der Notarissen eene naamlijst toegevoegd der kandidaten, die gedurende het jaar 1860 voor de commissiën uit de verschillende provinciale geregtshoven hun examen als notaris hebben afgelegd; zoo is hierin op nieuw het geheele personeel der rijks-politie en der rijks-veldwacht opgenomen, terwijl alle besturen der rijks-gevangenissen zijn vermeld. Ook het personeel der verschillende regtscollegiën in de Overzeesche Bezittingen zal men in dit jaarboekje tot op den tijd der uitgave zien bijgewerkt. Dat onder zoovele namen als hierin zijn afgedrukt niet weinigen minder naauwkeurig zijn, is verklaarbaar, maar juist daarom worde die naauwkeurigheid voor het vervolg te meer aanbevolen. Nogtans erkennen wij gaarne dat in een aanhangsel enkele misstellingen, welke ons in het oog waren gevallen, zijn hersteld. Wij eindigen met de opmerking, dat naar onze meening, dit jaarboekje thans nog meer dan vroeger zal worden geraadpleegd, nu er sprake is van eene nieuwe indeeling der regtbanken en kantons, welker waardering dikwijls eene vergelijking met de bestaande indeeling zal noodzakelijk maken.

S.