aan en krachtvol wekt de schrijver zijne landgenooten tot verlevendiging van dat dankbaar gevoelen op. Men verneemt hier de stem van eenen man, die verdient met aandacht gehoord te worden; en zulks niet alleen om de humane en bescheidene wijze, waarop hij dat woord tot zijne landgenooten rigt, maar voornamelijk ook, omdat men, bij de lezing van zijn vertoog, dra overtuigd wordt, in dezen oudofficier eenen schrijver voor te hebben, die aan rijpe ervaring in de school des levens (hij woonde den Russischen veldtogt van 1812 bij en is dus reeds hoog bejaard) eene godvruchtige liefde tot zijn vaderland en hartelijke belangstelling in het lot van den ouden en verdienstelijken krijgsman paart. 's Mans opwekkend vertoog behelst bovendien - gelijk de titel het ook aanduidt - een compendium van geschiedkundige bijzonderheden, die niet alleen zeer merkwaardig, maar, naar des schrijvers oogmerk, ook bijzonder dienstig zijn, om aanschouwelijk in het licht te stellen hoe aan ons land en volk, in meer dan ééne hooggaande ongelegenheid, door Gods voorzienige tusschenkomst telkens redding geschonken werd, en hoe zigtbaar dit inzonderheid gebleken is in de beslissing van den grooten strijd bij Waterloo, welke, in de getrouwe voorstelling die hier in weinige bladzijden daarvan gegeven wordt, treffend wordt herdacht.
De waardige auteur, die zediglijk zich op den titel als ‘een Oud-Officier’ aanmeldt; doch aan wiens pen wij gelooven reeds meer dan één degelijk historisch geschrift verschuldigd te zijn, had zijn eigenlijken naam wel mogen noemen; als die eene aanbeveling te meer voor ons beschaafd publiek zou geweest zijn. Hoe dit zij, wij wenschen aan dit werkje, dat wij met toenemende belangstelling gelezen hebben, eene gunstige ontvangst en, om de weldadige vrucht die het dragen kan, algemeene bekendheid toe. Inzonderheid wenschen wij, dat de treffende wenken, welke de bijlage 3 aan het slot behelst, betrekkelijk de oprigting van een asyl voor gepasporteerde militairen en zeelieden van subalternen rang, in navolging van 's konings edelmoedige stichting voor koloniale invaliden op Bronbeek, bij 's lands hooge regering weêrklank en behartiging mogen vinden; in welk geval - komt eenmaal zulk eene instelling tot stand - de naam van den waardigen Oud-Officier, die thans tot het vestigen