vorming toewijdt, wanneer zij die met koelheid beantwoordt...doch hij had vergeten, dat hare liefde niet de zijne gelijk was, en dat zij slechts in eene vereeniging met hem had toe. gestemd om hare roemzucht, hare ijdelheid bot te vieren.
De vrouw, die in haar ligt en fladderend gewaad, met loshangende lokken op het snuivende paard den circus zwevende had rondgereden, de vrouw, die in hare rondvaart voor ieder vriendelijke verholen kushandjes veil had, die behagen had geschept in luchtsprongen en in de bewondering der menigte, konde zich onmogelijk gewennen aan landelijke rust en boersche eentoonigheid, ja kon één enkelen alleen niet toebehooren. Daarin ligt nu weinig bemoediging voor hem, die zijn loffelijk streven zoo ondankbaar ziet vergolden, wij mogten het anders wenschen, maar denken wij er ook aan, dat een paardrijdster uit hoofde harer neiging en omgeving wel het minst geschikt kan worden geacht om in een hoogeren kring van beschaving, met waardigheid eene plaats in te nemen. Doch daar wij geen lust gevoelen hierover te philosopheren, wenschen wij enkel nog protest aan te teekenen, tegen eene uitdrukking, die wij bezigden.
Indien het werk nevens veel waars, weinig schoons bevat, zoo moeten wij nogtans bekennen dat de vergelijking van de boomen met de menschen, en haast zouden wij zeggen van de boom-heid met de mensch-heid, welke wij te danken hebben aan den dichterlijken en zeer goed geteekenden boschwachter Barthold, achter wiens landelijken eenvoud de ware beschaving, die der natuur, zich verschuilt, vaak eene fraaije bladzijde in dezen onderhoudenden roman uitmaakt. Ook is de type van den ‘schoonvader’ Mühler met veel rijkdom van kleuren geschetst, terwijl men vooral niet ongevoelig kan blijven voor de geestkracht meer nog dan voor de ligchaamskracht, welke de held van dit verhaal ten toon spreidt, wanneer hij in het openbaar zijne dochter aan de kunstrijderstroep van Royazet ontrukt. Zoo dit tafereel onwillekeurig medesleept, zoo er in het geheele verhaal vele dramatische momenten worden aangetroffen, zoo ook de gang der geschiedenis geleidelijk voortgaat, ofschoon de ontknooping wel wat overijld kan genoemd worden, nogtans zijn het de détails, waardoor zich deze geschiedenis het meest onderscheidt en waarom het eene aángename verpoozings-lectuur aanbiedt. Nu en dan perst