treft, kunnen wij ons niet onthouden, dien heeren Instituteurs te doen opmerken, dat zij niet genoeg in het oog houden, dat het hoofddoel van het onderwijs in de stelkunst niet is, om den knapen en jongelieden formules te leeren, herleidingen te doen uitwerken of vergelijkingen op te lossen. Onzes inziens, moet men zich
hoofdzakelijk toeleggen den leerlingen te leeren denken, en hun een helder inzigt in de behandelde zaken te verschaffen. Vooral dient men te zorgen, wil men eenmaal goede resultaten van zijne pogingen beleven, eerstbeginnenden niet af te schrikken door hen, op eene onverstandige wijze, bezig te houden met dingen, welke boven hun begrip gaan, of met het tijddoodende sommetjes-maken, dat hen, zoo als de ervaring ons geleerd heeft, al spoedig verveelt.
De Heer Vries heeft de vereischten, die een degelijk leerboek in zich behoort te vereenigen, gelukkig in het oog gehouden. Zijn werk voldoet aan de verwachting, die men redelijker wijze, van een' algebraïschen cursus mag koesteren. Door persoonlijke ondervinding had hij de gebreken van de gewone methode van onderwijs in de stelkunst leeren opmerken; want, gelijk algemeen bekend is, klom hij van den rang van eenvoudigen hulponderwijzer aan eene lagere school, door ijver en werkzaamheid, in weinige jaren, tot zijne tegenwoordige eervolle betrekking. - Van zulk een' man was met grond goed werk te verwachten. Het strekt ons dan ook tot wezenlijk genoegen de verklaring te mogen afleggen, dat wij in den door hem uitgegeven' cursus eene wel geordende, duidelijke voorstelling der behandelde zaken aantroffen, en dat zijn werk de overtuigendste bewijzen draagt, dat hij den leeftijd der knapen, waarvoor het bestemd is, niet uit het oog heeft verloren.
De leerlingen, die op eene goede lagere school, grondig rekenen hebben geleerd, zullen veel nut kunnen trekken uit den algebraischen cursus van den Heer Vries. Vooral het eerste [gedeelte, in hetwelk het stelkundige schrift en de herleidingen der stelkunstige uitdrukkingen voorkomen, is ons uitmuntend bevallen. De ophelderingen zijn allen duidelijk uiteengezet, en de gang is hoogst geleidelijk. Wij troffen er aan, wat in een soortgelijk leerboek te huis behoort, en de 130 bladzijden, welke de schrijver er aan heeft