Beschrijving van de voornaamste grassen en klavers, bij den aanleg van kunstweiden, alsmede van eenige voedergewassen enz., door J. Nagel Jr., handelaar in landbouwzaden te Nijmegen. Te Zwolle, bij W.E.J. Tjeenk Willink, 1860. In post 8vo. Prijs ƒ 0,30.
In waarheid, eene aardige en nuttige beschrijving der voornaamste grassen en klavers, wordt hier den landman in weinige bladzijden gegeven. De heer N. schijnt beter dan vele zijner confrères met de nomenclatuur bekend te zijn, en heeft dus hierdoor eene wezenlijk goede dienst bewezen aan hen, die met de namen van sommige gewassen minder algemeen vertrouwd zijn. Slechts weinige aanmerkingen troffen wij bij het doorbladeren aan, als op bl. 6, waar de schrijver Phleum pratense betitelt met den naam van Timothy(-) gras, (in allen gevalle Timotheus-gras) dit heet algemeen Beemd-Doddegras. Op bl. 21, sub 54o vinden wij Stipa tenacissima, Esparto(-)gras, dat gelijk bekend is, in Spanje inheemsch is, terwijl de Stipa pennata of vedergras, dat hier en daar op steenige drooge weilanden voorkomt, onvermeld gelaten wordt. Voor het overige is het eene zeer goede beknopte handleiding, daar alle latijnsche namen - die toch de geldige zijn - alphabetisch gesteld zijn, terwijl men daarenboven nog een met Hollandsche namen voorzienen ‘Inhoud’ achter het werkje vindt. Wij dringen dus zeer op eene algemeene verspreiding aan, ook bij andere handelaren in landbouw-zaden, die soms erbarmelijke klapperman's-namen aan verschillende zaden geven, als b.v. in de plaats van Anthoxantum odoratum, de benaming: Antesante oderate, dat wij eens op eene prijslijst vermeld vonden.
Jesse.