aan Kadzand de eere ontroofd heeft van zich Cassanders geboorteplaats te mogen noemen. De heer Janssen, hoewel het hem leed doet, moet uit liefde tot de waarheid toestemmen, dat de beroemde man een West-Vlaming en te Pitthem geboren is. Menige bijzonderheid betreffende Cassander, welke men elders te vergeefs zoeken zou, vindt men hier vermeld. Eene tweede verhandeling van denzelfden schrijver heeft tot onderwerp: de herbouw van den toren te Westkapelle in den aanvang der vijftiende eeuw. Van den heer van Dale vinden wij onder deze rubriek, in de eerste plaats, een verslag over ‘de oudste stadsrekening van Sluis,’ en eene andere verhandeling welke tot onderwerp heeft: ‘het reglement voor de scheepvaart en de heffing der tollen op het Zwin van den jare 1252;’ beide stukken zijn hoogst belangrijk, vooral het laatste. Het oude reglement is door den schrijver in de archieven van Sluis ontdekt; de tekst wordt in zijn geheel geleverd; en is deze op zich zelven opmerkenswaardig, vooral zijn het de ophelderingen welke de heer van Dale er hier en daar in menigte bijvoegt; daarin heeft hij een schat van oudheidkennis nedergelegd, terwijl ook menige aanteekening van zijne scherpzinnigheid getuigt.
Verder leverden hun contingent in de rubriek ‘Verhandelingen’ de heeren F. Caland, F. Nagtglas, Dr. H.A. Callenfels (helaas sedert overleden), Prof. J. van Vloten en Mr. J. Egberts Risseeuw. De laatste leverde een allerbelangrijkst artikel over Willem Beukels van Biervliet, dat bijzonder onze aandacht trof. De uitvinder van het haringkaken wordt ons hier voorgesteld in het licht van eenige tot nu toe niet of weinig bekende charters. Niet alleen wordt hem door dit onderzoek de eere zijner uitvinding verzekerd, maar daarin wordt ook aangetoond, dat hij niet maar een eenvoudig visscher, maar een man van aanzienlijken huize is geweest. Merkwaardig is het, dat hier een dergelijk geval plaats heeft, als met den uitvinder der boekdrukkunst. Aan beide uitvinders wordt de aloude eere betwist, en de vrucht van 't onderzoek in beider zaak is, dat beide, niet, gelijk men vroeger meende, menschen uit de geringere klasse, maar aanzienlijke personen geweest zijn.
De tweede rubriek, welke gewijd is aan het publiceren van aloude oorkonden, bevat menig belangrijk stuk. De