Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861
(1861)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 210]
| |
lezend publiek aan te bevelen eene vertaling van Emile Souvestre's laatsten arbeid, van La dernière étape, souvenirs d'un vieillard. De bijval welke aan de overzettingen van zijn un philosophe sous les toits en le mémorial de famille in ons vaderland hebben gevonden, maakt deze aanbeveling bijkans overbodig. Souvestre heeft dit werk zelf niet geheel ten einde kunnen brengen, daar de dood hem onder de zamenstelling verraste; zijn schoonzoon, de heer Eugène Lesbazeilles heeft den arbeid des schrijvers voltooid, op eene wijze welke aantoont, dat hij wel van diens geest doordrongen is. Op acht en veertigjarigen leeftijd is Emile Souvestre overleden, en hij heeft het dagboek eens grijsaards geschreven. Derhalve, meent ge welligt, lezer, derhalve ontvangen wij hier een litterarisch produkt, dat geheel en al fictie is, de vrucht eener zekerlijk rijke verbeelding, maar in allen gevalle niets meer. Immers het is onmogelijk, dat de schrijver ons eigene zielservaring schetst, die den ouderdom niet mogt leeren kennen! - Vergis u niet; er zijn menschen die door een uitstekend gebruik te maken van de heerlijke gaven welke God hun schonk, en door bijzonderen levensloop, langer leven dan anderen, in korten tijd. En zoo een was Souvestre. Lees de levensschets van den beroemden man, door zijnen schoonzoon opgesteld, welke voor de laatste pleisterplaats is gedrukt, en gij zult er van overtuigd zijn, dat er in de acht en veertig jaren van zijn leven, zooveel is gewerkt, geleden en gestreden, dat hij mogt en kon doen, wat anders de taak eens zeventigjarigen is. Souvestre heeft door eigen ondervinding en door de gave van scherp op te merken, hem geschonken, ijverig te gebruiken, het menschelijk leven leeren kennen; niet alleen zijn rijk verstand, maar ook zijn rijk gemoed heeft hem het dagboek eens grijsaards ingegeven. En welk eene opvatting van het menschelijke leven, na zooveel lijden en strijd! zulk eene vrome blijmoedigheid kon alleen zijn deel zijn, door dat hij zijne roeping ernstig had begrepen, en daaraan gearbeid, omdat hij dacht en leefde naar een vast beginsel, dat van zelfverloochening. Die vrome blijmoedigheid, welke hem ook na een op verre na niet benijdenswaardigen levensloop bijbleef, welk ook de grondtoon is van zijn | |
[pagina 211]
| |
laatste werk - zij was het loon op Souvestre's arbeid, zij was de kroon na den strijd. Want gestreden heeft hij; dit getuigt zijne levensschets; gestreden heeft hij, dit getuigt ook de loop welke zijne verstandelijke ontwikkeling heeft genomen, en de wijziging welke zijne wereldbeschouwing heeft ondergaan. Uit partijdige genegenheid heeft de heer Lesbazeilles het niet opgemerkt, maar het is daarom niet te min waar, dat men in vroegere producten van dezelfde pen, naauwelijks den schrijver van den philosophe sous les toits en van La dernière étape zou herkennen. Ref. komt den roman, welke ook tot drama is omgewerkt, Riche et pauvre voor den geest, waarin de schrijver door valsche beschouwingen betreffende de maatschappij te leveren, eene zeer verderfelijke leer verkondigde. Het was echter eene dwaling des verstands en niet des harten, strijdende is Souvestre die dwaling te boven gekomen, en de rijke vruchten van dien strijd zijn openbaar geworden in zijne laatste werken, ook in dat welks goede vertolking Ref. aanbeveelt. Ternaard, 5 Dec. 1860. A.A. Deenik MLz. |
|