boek verhaald wordt, verdient eene eervolle plaats onder die helden, die de heerschappij van Oud-Engeland hielpen bevestigen over de volken van het verre Azië. Het is een rijk, veelbewogen leven, dat van majoor Hodson, een leven, waarvan de werkelijkheid, in verrassende avonturen en onophoudelijke afwisseling, den stoutsten roman evenaart. Een zonderling gevoel grijpt ons aan, bij het doorbladeren dezer schier fantastische en toch zoo eenvoudig, zoo geheel business-like, vertelde historie, wanneer wij van dit bont en boeijend tafereel de oogen wenden naar het matte, prozaïsche schouwspel der industriële, materialistische, geldaanbiddende en geldmakende maatschappij om ons heen. Wij gevoelen ons als in eene tooverwereld overgebragt, die bijna op geen punt in aanraking komt met de wereld des dagelijkschen en alledaagschen levens, waarin wij ons bewegen. Wij gevoelen het, hoezeer eene enkele maand, in zulk eene omgeving en in zulk een werkkring doorgebragt, rijker en degelijker vruchten moet dragen voor des menschen ontwikkeling, dan een geheel langgerekt leven, dat zich, in tragen sleur, bewoog tusschen huiskamer, kantoor en beurs. Het leven van majoor Hodson is eene schitterende illustratie van het fiere, rijke grafschrift: ‘Man's life is measured by works, not days.’ - Doch niet ieder, voorwaar, is de gelegenheid tot zulk eene loopbaan geopend; en dwaas en zondig zoude het zijn, de stille pligten des dagelijkschen levens te verachten, omdat ze zoo alledaagsch zijn. Het is dan ook niet het jagen naar romantische avonturen (overigens geene kwaal van onzen tijd), dat wij aanbevelen; wij wenschen de aandacht te vestigen op een edel en groot karakter, dat zich onder alle omstandigheden als zoodanig zou hebben betoond, ook al ware de weg tot het doel minder schitterend geweest. Een karakter, groot en edel vooral daarom, omdat iedere andere drijfveer, dan die van volkomen pligtsvervulling en de edele zucht
naar roem, daaraan vreemd blijft: vreemd bovenal alle berekening en winstbejag. Deze man had wonderen van dapperheid verrigt, had zich als krijgsman en regent onderscheiden, had zijn vaderland onschatbare diensten bewezen: dat vaderland miskende hem, hij ondervond tegenkanting, onbillijke bejegening, onregtvaardige achteruitzetting: toch klaagt hij ter naauwernood, toch gaat hij voort rusteloos zijn pligt te doen: en onder dat