veel schoons, veel prachtigs, en wie Parijs niet gezien heeft, kan in de zamenleving niet mededoen. Het is iedereen echter niet gegeven, daar heen te gaan en ten einde zooveel mogelijk daaraan te gemoet te komen, plaatst men zich aan het hoekje van den haard, of in het lommerrijk priëel, en tracht door lezen van boeken enz., te vergoeden, wat de bezigheden of de beurs niet toelaten. Van daar dan ook, dat al wat over Parijs spreekt, een gereedelijken aftrek heeft, en van daar tevens, dat Parijs dikwerf het onderwerp van den geschiedschrijver of romancier, van den schilder of teekenaar is. Dan worden de interessantste punten der stad in het licht gezet, en bij het vele uitnemende en geheimzinnige, dat Frankrijks hoofdstad heeft, is altijd stof daartoe te vinden. Voor den reiziger, die Parijs bezoekt en eenigen tijd binnen hare muren doorbrengt is bijna alles met zulk een' gloed overtogen, dat hij zich niet kan onthouden, de schrijfstift in de hand te nemen en de vruchten van zijn zien en gevoelen aan het papier toe te vertrouwen. En de bewoner, die meer bekend is met hare geheimen en schaduwen leidt de lezers van zijne pennevruchten rond in de buurten, doet hen toestanden gevoelen of verplaatst hen in vergaderingen, die voor den vreemdeling niet zoo dadelijk verkrijgbaar of toegankelijk zijn.
Moge voor het eene Elise's laatste werk: ‘wat Parijs mij te zien en te denken gaf’ pleiten, - van het andere is het voor ons liggend boek een bewijs. En nu iets ter recensie.
Hadden wij het eerste werk met genoegen gelezen, niet minder voldeed ons het tweede. Zaecone verhaalt in boeijenden doch tevens korten en gebonden stijl eene dier gebeurtenissen, welke in Parijs en in elke groote stad niet zeldzaam zijn. Een vader zucht op zijn sterfbed om zijne beide zonen, welke hem geheel schijnen te vergeten, en van wie hij in lange niets heeft vernomen. Verzorgd en bijgestaan door twee zijner neven, weten deze den stervende te bewegen het testament te veranderen, zijne zonen te onterven, en hen zijne bezittingen geheel te vermaken. Reeds verheugd in het vooruitzigt van den kostelijken buit, die zij zich schijnbaar regtvaardig, maar in waarheid met list en geweld hebben toegeëigend, worden hunne plannen op eens vernietigd door de komst van een der zoons. Doch nu is niets voor hen te