Turksche regtvaardigheid.
Ofschoon de regtspleging in Turkije, wat hare beginselen en regelen betreft, uiterst gebrekkig en veel aan de willekeur der kadi's of regters overgelaten is, heeft men toch van de regtvaardigheid en onpartijdigheid dier kadi's onderscheidene treffende voorbeelden. Een daarvan, voor welks echtheid de berigtgever instaat, is het volgende:
Een arm man te Smyrna had regtmatige aanspraken op een huis, dat een rijke zich had toegeëigend, zooals dat alleen kan plaats hebben in een land, waar de wetten het eigendomsregt zoo zwak tegenover het geweld beschermen, als in Turkije. De werkelijke eigenaar bragt ten bewijze van zijn goed regt zijne schriftelijke bewijzen te voorschijn; de vermogende indringer had zich, vrij zeker door middel van omkooping, van een aantal getuigen voorzien, ten einde de perkamenten stukken des armen mans van kracht te berooven, en om aan al die getuigenissen nog meer kracht bij te zetten, overhandigde hij den kadi eene beurs met 500 Zechinen (ruim ƒ 2000). De kadi nam de beurs aan - een goed teeken voor den gever!
Het verhoor begon. De arme man verhaalde in het breede zijne geschiedenis en bragt zijne schriftelijke bewijzen te voorschijn. Maar het ontbrak hem aan hetgeen de regtswet eischte om ze te bevestigen en alles te voldingen - aan getuigen. Zijne partij had gezorgd daarvan ten volle voorzien te zijn en in die bewustheid drong hij bij den kadi aan op het uitspreken van een vonnis, dat wel niet anders dan ten zijnen voordeele kon uitvallen.
De regtspleging begon en de rijke trad met zijne getuigen voor den kadi. Deze hoorde hen bedaard aan en vroeg vervolgens aan den armen man, welke getuigen hij had bij te brengen. Op het ontkennend antwoord greep de kadi onder zijne sopha en haalde den buidel te voorschijn, op eenen ernstigen toon zeggende:
‘Gij hebt u ten aanzien van deze zaak zeer vergist, want heeft de arme man zelf geen getuigen ter bevestiging van zijn regt kunnen bijbrengen, - ik heb er hier 500 voorhanden.’
Met deze woorden wierp hij hem den buidel verachtelijk toe en verklaarde den armen aanklager voor wettigen eigenaar van het huis.