of, beter gezegd - daar velen nimmer tot verstand komen - zoodra hij zijn zestiende levensjaar bereikt.
Ik zeide, dat de liefde in het algemeen niets is, maar niets is iets, waarover dikwijls veel werd geschreven en dikwijls is een niets waarover niets geschreven werd, hoewel er dikwijls veel geschreven werd over niets. Niets kan men dagelijks zien en hooren en ook niet. Niets vindt men in de meeste dagbladen. Niets is ook veeltijds het begin, midden en einde der liefde. Niets mogen, in den regel, bij twee verliefden, de ouders er van weten en duizendmaal gebeurt het, dat het beter ware geweest, wanneer die twee ook niets van elkander hadden geweten. - Doch het wordt tijd dat ik van niets, niets meer zeg, om tot de liefde te komen, waarvan ik nu toch iets moet maken.
Liefde is eene actiën-loterij; hoe meer men zich daaraan overgeeft, des te grooter wordt het divident. Zij is ook eene loterij in staatspapieren; menigeen wint spoedig een' grooten prijs, anderen daarentegen hun geheele leven niets. Zij kan ook vergeleken worden met eene nummerloterij met duizende loten, waarbij slechts een iets winnen kan.
Liefde is eene wetenschap, waarin niemand den doctoralen graad behalen kan, aangezien de thesen onoplosbaar zijn.
Liefde is bier, hoe meer suikerstof hoe minder duurzaamheid; zij is wijn, hoe zuidelijker haar wasdom, hoe vuriger zij is.
De liefde heeft twee zijden. Menige zoogenaamde gelukkige liefde gelijkt eene blinde koe, die instinctmatig den os naloopt, maar ongelukkige liefde is een egel, zij steekt hoe men haar aanvat.
De stand der liefde, waarvan heden ten dage meer de stand dan de liefde wordt in aanmerking genomen, bestaat in de overeenkomst van twee menschelijke wezens van beiderlei geslacht, die elkander wederkeerig plagen en beet nemen en om deze schoone deugden in stand te houden en te begunstigen, heeft men den echt uitgevonden.
De echt is dikwijls een veeljarige oorlog. ‘De oorlog,’ zeide Napoleon, ‘maakt helden,’ van daar in den echtenstaat, de pantoffel-helden. In den huwelijkskrijg zijn de vrouwen het meestal die bestormen. Blijft hier of daar de zege aan de zijde des mans, zoo is hij toch de lijdende partij, want in den echt geniet de vrouw verzorging, terwijl de zorgen voor den man overblijven.