| |
| |
| |
De Bonellische electro-magnetische weefstoel.
door J. Sasse.
De lijst der wonderen, die de electriciteit dagelijks voor onze oogen verrigt, is reeds tamelijk groot en neemt nog telkens meer en meer toe. Wanneer wij eerst goed begrijpen wat zij in groei en leven der planten, in gezondheid, ziekte en genezing der menschen, werken, veroorzaken en verwoesten kan, hoe de werking des lichts, storm en regen, warmte en koude van haar afhangen of wel slechts verschijnselen en uitwerkselen van haar zijn kunnen, zal onze ingenomenheid voor deze nog altijd geheimzinnige, alomtegenwoordige, overal werkzame, onligchamelijke natuurkracht nog aanmerkelijk toenemen. Dat de electriciteit bliksemt en dondert, portretteert, schiet en inslaat, onsmeltbare dingen doet smelten, valsche tijdingen van listige staten en bedriegelijke beurs-noteringen over land en zee bliksemt, verzilvert en verguldt, alle mogelijke munten en kunstwerken op het fijnst modelleert enz., dit en vele andere dingen weten wij. Nieuw is het echter nog, dat zij wever is geworden en wel kunstwever der eerste klasse. De uitvinding hiervan, hebben wij te danken aan Bonelli in Turin, die door de vereenigde magneto-electriciteit, de allerkunstigste werken van den Jacquard-weefstoel, als 't ware spelend en oneindig goedkooper laat verrigten.
De voor zestig jaren uitgevonden Jacquard-weefstoel heeft het goede, dat hij de patronen, die in een weefsel moeten gebragt worden, van doorboorde kaarten, alzoo op eene zekere, mechanische wijze voorgeschreven, behoudt, terwijl gewone weefstoelen daartoe of niet geschikt zijn, of door kostbaren handen-arbeid tot verkrijging van het verlangde patroon moet worden daargesteld. Maar ook de aanwending dezer kaarten, wordt moeijelijk en kostbaar, wanneer er een rijk en zamengesteld patroon moet geweven worden, want dan zijn er dikwijls duizende van zulke ‘patroon-kaarten’ noodig. Een Mexicaansch bisschop liet zich eens in Lyon
| |
| |
een kleed weven, waartoe niet minder dan 52000 kaarten moesten geteekend en doorboord worden.
Alvorens wij nu tot den electrischen weefstoel overgaan, willen wij den lezer eerst een weinig bekend maken met den weefstoel van Jacquard, dien wij anders als van genoegzame bekendheid zouden kunnen verzwijgen, doch de beschrijving daarvan in het Zondagsblad van 15 April jl., waar de electrische weefstoel besproken wordt, was in ons oog zoo duidelijk, dat wij ons gaarne de moeite getroosten, ten gerieve onzer lezers, die dat opstel niet mogten gelezen hebben, een gedeelte daarvan over te nemen, waartoe wij door de welwillendheid van den wakkeren Haarlemschen uitgever A.C. Kruscman in staat zijn gesteld. Wij lezen alzoo: ‘De inrigting dier Jacquards is nu hoofdzakelijk de volgende: Boven het getouw is horizontaal eene houten staaf, zoo lang als het weefsel breed is, zóó geplaatst, dat zij op en neder kan bewogen worden. Voor aan die staaf zijn pennen bevestigd zooveel als de schering draden heeft; om die pennen grijpen haken, die elk aan een dier draden verbonden zijn. Werd dus de staaf opgeligt, terwijl de haken ingrijpen, dan zouden alle draden der schering worden opgeligt. Maar aan elk dier haken is eene dwarspen bevestigd, lang genoeg om buiten het werktuig uit te komen. Wordt zulk eene pen een weinig terug geduwd, dan grijpt de haak waaraan deze verbonden is, niet om hare pen van de dwarsstaaf, zij en de draad der schering waaraan zij verbonden is, worden dus bij het opligten der staaf niet mede opgeligt. Het komt er dus op aan om vóór elken slag der spoel, zooveel haken terug te duwen, als er draden on-opgeligt moeten blijven. Dit geschiedt in Jacquards-getouwen telkens door eene kaart, die tegen al de pennen aangedrukt wordt, met behulp van eene mechanische inrigting, welke wij hier niet zullen beschrijven, en die gaten heeft op die plaatsen, waar zij de pennen niet terug duwen moet. In een getouw van 1000 draden in de scheren, moeten nu ook even zooveel haken aanwezig zijn, en elke kaart moet dus groot genoeg zijn om
voor even zoovele gaten ruimte te hebben, waartoe bij den afstand, dien men overal gewoon is tusschen de pennen te laten, eene oppervlakte van zes vierkante palmen noodig is.
Bij fijne weefsels gaan dikwijls 10 draden inslag en meer
| |
| |
op elke streep lengte of 10.000 op de el. Voor elke el der stof heeft men dus, als het patroon een el lang is - welke lengte, bij kostbaar damast, wel eens twee ellen bedragen kan - 10.000 kaarten noodig, of eene oppervlakte aan karton van 600 □ ellen. Werden deze kaarten, die iets meer dan eene hand breed zijn, in de lengte neven elkaâr gelegd, dan zouden zij eene lengte beslaan van ruim een uur gaans. Om deze kaarten elk ter behoorlijker plaatse te doorboren, zullen 5 personen gedurende twee maanden moeten bezig zijn, waarvan ten minste één een kunstenaar is, en dus in zijn loon, niet met een daglooner kan gelijk gesteld worden. De 10000 kaarten zullen dus weinig minder dan ƒ 800 à 1000 kosten en twee maanden tijds vereischen ter vervaardiging. Zal het weefsel smaller worden, is de ketting slechts b.v. 400 draden breed, dan worden de kaarten ook minder lang en dus goedkooper. Bovendien kan het patroon, in plaats van, zoo als wij veronderstelden, eene el lang te zijn, of slechts om de el te worden herhaald, wel geene grootere lengte dan van een palm of minder hebben, en dus wordt ook het benoodigde aantal kaarten in dezelfde verhouding verminderd. Maar dan geldt het ook stoffen, die voor eenige stuivers per el worden verkocht, en waarvan dus de uitgaaf, hoe ook verminderd, evenzeer bezwarend blijft.’
Tot dus verre het Zondagsblad, dat wij gaarne bij deze gelegenheid aan het beschaafde publiek ten zeerste aanbevelen en waarnaar wij onze lezers, die nog iets naders van het zamenstel en de werking eens gewonen weefstoels willen weten, bescheiden verwijzen.
Bonelli in Turin heeft nu een middel en een electro-magnetisch mechanisme uitgevonden, dat deze tijd- en geldroovende kaarten geheel vervangt. Zijne machine is een electro-magnetisch toestel die weeft, een electrische Jacquardweefstoel, waar de doorboorde en voor het patroon noodzakelijke kaarten door eene telkens weder bruikbare, duurzame en doorboorde metaalplaat vervangen worden. Wij zullen trachten door de bijgevoegde teekening van de Bonellische machine in doorsnede, eenig denkbeeld te geven en de zamenstelling of werking door de op de teekening aangewezene letters te verklaren. Om a is eene zoogenaamde ‘eindelooze papierstrook’ gewikkeld. Dit papier is met blad-tin, een
| |
| |
geleider der electriciteit, bekleed en bevat een met zwart lak, een niet-geleider, bevestigd patroon. Het eindeloos papier (papier sans fin) gaat onder eene rij van dunne metalen tanden (bb) door, waarvan iedere met eene van de kleine electro-magneten (cc) in verband staat. Het geheel wordt in eene draaijende beweging gebragt, door eene galvanische batterij en door draden (dd). Eene der laatsten staat in onafgebroken verband met het blad-tin-papier en de andere met de metaaltanden (bb), zoodat de electrische stroom der batterij door zulke metaaltanden heengaat, die de metaal-oppervlakte van het eindeloos papier aanraken, terwijl de andere tanden die op de trommel rusten, geene electriciteit opnemen. Zoo wordt bij iedere beweging van het papier, een magneet na den andere, al naar den vorm van het patroon, dan eens positief, dan eens negatief. In een beweegbaar raam (e), tegenover de einden van de horizontaal liggende electro-magneten (cc) bevindt zich eene rij van kleine horizontale ijzerstaafjes (ff), die gepolijst, gemakkelijk kunnen glijden en door eene doorboorde plaat (g) heengaan, Door eene mechanische inrigting worden de einden dezer ijzerstaafjes met de einden der electro-magneet in aanraking gebragt, zoodat nu de staafjes van den geëlectriseerden of positieven magneet aangetrokken worden, terwijl de niet aangetrokken staafjes met het raam voortgetrokken en door de nedervallende plaat (g) bevestigd worden, zoodat de overeenkomstige gaten in de laatste zich vullen. Op deze wijze nu vervangt de plaat de doorboorde kaarten in den Jacquardweefstoel en schikt de staalnaalden (hh) die de draden van den weefstoel besturen en verdeelen.
Wanneer ons ook nog de bijzonderheden van dit fijne electro-magnetische weef-mechaniek niet duidelijk worden, zoo laat het zich toch gemakkelijk begrijpen, dat de geheele weefstoel een volkomen electro-magnetische toestel is. Zulke toestellen, gewoonlijk apparaten genoemd, zijn wel is waar niet aan ieder bekend, en in den regel slechts bij schei- en natuurkundigen van beroep te vinden, maar wij moeten ons vergenoegen met aan iets bekends in de wetenschap te herinneren en op het practisch voordeel te wijzen. Dit voordeel is inderdaad zeer aanzienlijk, daar nu door middel der electrische patronen, deze niet alleen met 90 percent minder
| |
| |
| |
| |
kosten worden vervaardigd, maar ook gemakkelijk veranderd, verbeterd en schoon gemaakt kunnen worden, waarbij het gevaar van zich te vergissen of van eene mogelijke onhandigheid eens arbeiders vermeden wordt, terwijl, zoo als reeds gezegd is, de kaarten van gewone Jacquard-weefstoelen, met veel moeite naar teekeningen moeten vervaardigd worden en na ééns gebruikt te zijn, niet meer deugen. Wanneer eerst de Bonellische weefstoel algemeen is ingevoerd en burgerregt verkregen heeft, zullen de schoonste en tot nu toe kostbaarste patronen in tapijten en kleedingstukken, doeken en prachtige weefsels van allerlei aard, ook voor onbemiddelden verkrijgbaar zijn, en zoo zal het schoone en aangename in onze omhulling en omgeving eene oneindig grootere en burgerlijke uitbreiding verkrijgen, waarover wij ons allen met den tijd zullen kunnen verheugen.
Nn., 1861.
j.s.
|
|