lektuur voor het vrouwelijk geslacht, op dien leeftijd waarin de vrouw zich ontwikkelt en 't allermeest vatbaar is voor indrukken, 't zij ze die ontvangt van het werkelijk leven waarin zij zich beweegt, of door middel van het verdichte verhaal, waarin dat leven haar geschetst wordt, is dit genre der litteratuur bij uitnemendheid geschikt en 't verdiende, bijna meer dan eenig ander, opgeheven te worden uit het slijk, waarheen niet alleen eene kritiek, die welligt om den min aangenamen vorm maar al te zeer het wezen voorbij zag, maar ook de publieke opinie, die in den regel den vorm 't hoogste stelt, het gesleept had. Mevrouw marsh - die de mate van het haar geschonken talent scheen te begrijpen - heeft hare krachten aan dit miskende en allengs dieper in de algemeene achting gezonkene genre beproefd, en... meer dan eenige andere schrijfster heeft zij 't in zijne eere hersteld. Zonder met eene frederika bremer of miss yonge (de schrijfster van ‘de erfgenaam van Redcliffe en Violette’) gelijk gesteld te kunnen worden, heeft zij, wat het schetsen van huiselijke tafereelen betreft, zoowel als deze, hare onmiskenbare verdiensten. Hare werken ademen een zuiveren godsdienstigen zin, vrij van dat mysticime, dat ziekelijke en dweepachtige, 't welk den arbeid van zoo menige Engelsche schrijfster ontsierd, zonder oppervlakkig te zijn is zij veeleer onderhoudend dan langwijlig, zonder eenig karakter te ontleden, bezit zij den tact om daarvan die trekken in 't oog te doen springen, die ze tot het regt begrip der figuur noodig acht dat in 't licht worden gesteld. Met een enkelen penseeltrek schetst zij een natuurtafereel of een binnenhuis, zoo duidelijk en zoo opvallend, zoo behagelijk en tot in de minste détails zigtbaar, dat iemand, die een geheel boek daarvoor behoefde, 't haar minstens niet zou kunnen verbeteren.
Dit is de totaal indruk dien Ref. - wien de meeste romans van deze schrijfster niet onbekend zijn - van den arbeid van mevrouw marsh ontving. Vraagt ge hem naar deze ‘Roos van Ashurst?’ Gaarne wil hij verklaren, dat hij dit boek onder hare beste geestvruchten rekent. 't Is of de auteur in deze bladen heeft willen bewijzen in hoeverre de roman-idylle der waarheid getrouw en als uit de werkelijkheid gegrepen kan wezen. 't Is een dood eenvoudig, maar een heel lief boek, 't welk geene andere strekking heeft als om te bewijzen, hoe niemand