| |
Adelaide Ristori.
Wie vóór eenige jaren in Amsterdam vertoefde, toen daar de eenige rachel was gekomen om ook in ons land eenige lauweren te verzamelen voor den eerekrans, die haar als de eerste tooneelspeelster van Europa, ja van de wereld sierde; wie toen ééne der voorstellingen mogt bijwonen, door haar in Neêrlands hoofdstad gegeven, die heeft zeker ingestemd met de loftuitingen, welke van alle kanten opgingen, en gedeeld in de bewondering voor het Jodinnetje, dat, als van de straat opgenomen, zich door de volhardende oefening en ontwikkeling van haar buitengewoon talent en hare zeldzame gaven tot zulk eene hoogte had weten te verheffen. Wie haar zag
| |
| |
optreden en spelen dacht er niet aan, haar bij iemand anders te vergelijken; zonder eenige tegenspraak werd haar de eerepalm toegewezen in het perk der kunst, werd zij geroemd als de eerste ster aan den tooneelhemel. En ziet, weinige jaren zijn voorbijgegaan, en de naam rachel wordt niet dan zelden meer gehoord, hoogstens hoort men nog hier en daar een woord van beklag, dat zij zoo spoedig aan het einde is gekomen van hare glansrijke loopbaan en dat dat einde zoo treurig is. En toch is dit verschijnsel geen bewijs van een algemeen gebrek aan belangstelling in de schouwspeelkunst. Neen, de gedachtenis van rachel wordt verdrongen door het optreden van eene mededingster, die, zoo zij haar al niet overtreft, ten minste niet minder aanspraak heeft dan zij op de aandacht en de bewondering van allen, die de kunst liefhebben. Die mededingster is adelaide ristori, wier naam zeker onder de meest bekende en beroemde van onzen tijd moet worden geteld. - Het een en ander aangaande het leven en de opleiding dezer merkwaardige vrouw moge hier eene plaats vinden.
Adelaide ristori scheen door de natuur zelve bestemd te zijn om haar leven aan het tooneel te wijden, op het tooneel door te brengen. Hare ouders behoorden tot een troep reizende comedianten, die in Frioul rondtrok onder eenen directeur cavicchi, toen zij in het stadje Cividale geboren werd. Reeds twee maanden na de geboorte kwam zij op de planken, gedragen in een korf, om bij zeker kluchtspel te figureren. Van haar vijfde jaar af vervulde zij knapenrollen bij dezen troep en speelde toen reeds met hartstogtelijk vuur, begeerig naar eene grootere taak. Door de beloften van die wenschen te bevredigen, wist de directeur van een anderen reizenden troep, giuseppe moncalvo, het jonge meisje aan zijn gezelschap te verbinden. Hij droeg haar naïve meisjesrollen, op en vergunde haar nu en dan op haar verlangen om ook hare krachten te beproeven in enkele ernstige partijen. Doch in welk een kring leefde zij hier! Het leven der schouwspelers in Italië heeft nog veel overeenkomst met eene Zigeuner-huishouding. De comedianten zijn eene soort van kaste in de maatschappij. Hun handwerk erft van de ouders op de kinderen over. De meesten blijven verstoken van alle onderwijs, onbekend met de zeden en de leefwijze van den fatsoenlijken stand, daar zij uit noodzakelijkheid gedurig van de eene stad
| |
| |
naar de andere trekken. Aan eene geregelde opvoeding kan niet gedacht worden, en inrigtingen tot oefening en voorbereiding voor hun beroep, b.v. conservatoires, bestaan in Italië niet. Bovendien, welk een tooneel, dat zij hier betrad! De gemeenste Italiaansche potsen werden hier opgevoerd. 't Was inderdaad een zegen voor haar, dat zij spoedig aan dezen ellendigen kring, waar haar natuurlijk kiesch gevoel en haar zuivere smaak op zoo velerlei wijze gekwetst en beleedigd werden, werd onttrokken. Dit geschiedde door een man, die haren uitstekenden aanleg had opgemerkt, en het plan opvatte om dien te ontwikkelen en dienstbaar te maken aan de bevordering der ware kunst.
Hij was gaetano bazzi, directeur van het Sardinische hoftooneel. Zijn gezelschap stond bekend als het beste van Italië. Onder de kunstenaars, die daartoe behoorden, muntten inzonderheid luigi vestri, onder de kunstenaressen rosina romagnoli en vooral carlotta marchioni uit. In dezen kring werd adelaide ristori opgenomen. Hier begon zij eigenlijk hare studiën. Carlotta marchioni werd haar voorbeeld en hare leermeesteres. Met deze speelde zij te zamen, zoo leerde zij op het tooneel en begreep, wat zij buiten het tooneel nog leeren moest. Ook daarin onderrigtte de ervarene kunstenares het aanvallige meisje, dat zich met kinderlijke vereering en dankbaarheid aan haar hechtte. Het gezelschap speelde zes maanden van het jaar te Turijn, den overigen tijd meestal te Milaan in het Teatro Re. Overal was het huis van mevrouw marchioni het middelpunt van een interessant verkeer. Daar verzamelden zich letterkundigen, dichters, kunstenaars, mannen uitmuntend in welsprekendheid, en adelaide ristori, die als een kind des huizes hier werd beschouwd en behandeld, moest in zulk een omgang een schat van kennis, eene zuivering van smaak verkrijgen, die zij uit boeken en aanschouwing van het tooneel alleen zich nooit had kunnen verwerven. Daarenboven was het een voordeel voor hare natuurlijke ontwikkeling, dat zij zelden anders dan in het blijspel, in vrolijke of naïve rollen optrad en minder blootstond voor de verzoeking van rollen in hooger stijl, die zoo ligt tot hoogdravend declameren en geaffecteerde houdingen verleiden.
Zij behield haar vak, zoolang zij aan het hoftooneel van Sardinië verbonden bleef. Zelfs nadat carlotta marchioni
| |
| |
het tooneel had verlaten, nam zij de opengevallen plaats niet in, daar men aan het blijspel zijn krachtigsten steun niet wilde onttrekken. Doch een jaar nadat hare leermeesteres haar afscheid had genomen, in den herfst van 1841, gaf zij gehoor aan de uitnoodiging om tot een ander gezelschap, onder directie van romuald mascherpa, over te komen, en in Pavia trad zij als eerste actrice in de tragedie op met hetzelfde succes, dat zij tot hiertoe door haar bewonderenswaardig talent in het blijspel had behaald. De rollen, in welke carlotta marchioni had geschitterd, droegen nu den roem van hare leerlinge door geheel Italië. Te Rome, Florence, Modena, Livorno gelijkelijk gehuldigd, zette adelaide ristori eenige jaren lang hare loopbaan voort, tot dat eene hartstogtelijke liefde haar verbond met een aanzienlijk jongman, en de nieuwe stand, waarin zij na een moedigen strijd met aristokratische vooroordeelen erkend werd, haar voor langen tijd aan de kunst ontrukte. Evenwel zij verloochende deze niet ook als gemalin van den markies giuliano del grillo, ja het gelukte haar zelfs den adeltrots der familie, in welke zij was opgenomen, tot trots op deze kunst in haar te buigen. Eindelijk keerde zij tot de kunst terug, gedreven door een edel gevoel van weldadigheid. De verwijdering van het tooneel had geene afbreuk gedaan aan haar talent; integendeel, wat zij in die jaren had ondervonden en genoten, had aanschouwd en bijgewoond, was niet zonder invloed gebleven op hare ontwikkeling, zij was eene kunstenares geworden, die juist in tegenstelling met rachel de verwende Parijzenaars in verbazing zou brengen.
Het was in de dagen van de wereldtentoonstelling, toen Parijs den naam van wereldstad, waarop het zoo hoogmoedig aanspraak maakt, met nog grooter regt droeg. De schitterende rijkdom van buitenlandsche kunst en industrie bevorderde niet alleen eene levendiger deelneming in het vreemde, maar ook eene meer juiste waardering daarvan. In zoo verre had ristori het tijdstip voor haren eersten veroveringstogt zeer gelukkig gekozen. Ofschoon zij sedert lang zoowel in de kunstwereld als in de maatschappij van Italië eene uitstekende plaats bekleedde, was haar naam te Parijs zoo goed als onbekend. Een Italiaansch tooneel zou daar op elken anderen tijd het voorwerp van vlugtige nieuwsgierigheid, maar niet ligt van algemeene belangstelling zijn geweest. Thans was
| |
| |
de openbare meening gunstig voor de vreemde kunst gestemd, en toen in Mei 1855 de leden van den koninklijken schouwburg van Turijn, met mevrouw ristori aan het hoofd, hunne Italiaansche voorstellingen openden, werd de Salle Ventadour opgevuld met toeschouwers, die niet enkel door nieuwsgierigheid, maar ook door waren zin voor kunst derwaarts geleid waren. Een enkele avond was genoeg om den naam van adelaide ristori onder de Parijzenaars zoo populair te maken als dien der grootste inlandsche kunstenares. Dat zij dien triomf zoo spoedig behaalde, had zij welligt ten deele aan de gunstige tijdsomstandigheden te danken; dat zij dien behalen kon bewijst echter de magt van haar talent, de volkomenheid van hare kunst. Het oordeel van Parijs over deze kunstenares is dat van bijna gansch Europa geworden. Hare kunstreis mag inderdaad een zegetogt heeten; waar zij ook optrad oogstte zij nieuwe lauweren. Brussel, Dresden, Berlijn, Weenen, Frankfort, Warschau, Madrid hebben even als Parijs de kunstenares gehuldigd, die alle beperkingen van nationaliteit zoo ver heeft overschreden als alleen 't ware genie vermag. Ook in Nederland heeft de faam haren roem verkondigd. Wij twijfelen niet of allen, die het voorregt zullen hebben haar te aanschouwen, haar spel te genieten, zullen gaarne betuigen, dat de faam ten haren opzigte niet heeft bedrogen.
Als eene proeve van den indruk, dien ristori op de toeschouwers weet te maken, diene de volgende kritiek van een bevoegden kunstregter, die haar in Dresden zag optreden in de ‘Maria Stuart’ van schiller, in het Italiaansch overgebragt door maffei:
‘Bij den eersten blik op ristori hadden wij een beeld van de ongelukkige Koningin van Schotland voor oogen, waarin al het tegenstrijdige verdwenen was van negentienjarige gevangenschap en ongebogen houding, tusschen den historischen ouderdom van maria en eene verschijning, die de opgewonden trouw van mortimer nog tot jeugdige hartstogtelijkheid kon doen stijgen. Het uiterlijk der kunstenares vereenigt alles, om ons de koninklijke gevangene van elisabeth met treffende waarheid voor den geest te stellen. De hooge, fijne gestalte; de slanke, bijna magere, maar edele en bevallige vormen; een gelaat, dat zich de welsprekendste gebaren zoowel in plegtige kalmte als bij heftige aandoeningen heeft eigen gemaakt;
| |
| |
een oog, ten halve gesloten, wegens den wondervollen glans; waarmeê het verblinden en flikkeren moet, als het zich geheel opent; eene stem, eveneens ten halve gedekt, als verzachtte zij daarmeê de overweldigende kracht, gelijk ook inderdaad deze eenigzins gesmoorde stem nog bij den wildsten hartstogt de zuivere welluidendheid behoudt. Daarbij eene kunst in de bewegingen, die de schoonste producten der antieke beeldhouwkunst wandelend voor ons doet verschijnen; want men heeft haar te regt in iederen stand bij een volmaakt standbeeld vergeleken. Zoo deed adelaide ristori ons het geheele tableau van de laatste dagen van maria aanschouwen. In hare onderwerping zoowel als in haar tegenstand, in minnend vertrouwen en trotsch gevoel van eigenwaarde, in haar schuldbesef en de om wraak schreijende aanklagt tegen de vijandin, in hare laatste vruchtelooze verootmoediging en haar laatsten vruchteloozen strijd, in het ontwaken van aardschen hartstogt en in het vasthouden aan hemelsch geluk - in dat alles openbaarde zich eene kracht en schoonheid, zoo als zij ongedeerd door ouderdom en lijden had behouden. Wel is waar in sommige oogenblikken scheen de kracht ons toe de maat der schoonheid te overtreffen; maar alleen zoo lang wij niet den maatstaf der natuur, maar dien van onze tweede natuur gebruikten. Verwend door de verzwakking van iedere aandoening in salonbewegingen op het tooneel, verstomden sommigen, terwijl anderen schrikten, toen de onvervalschte stem eener vrouwelijke ziel hen trof. Men verklaarde b.v. de verpletterende uitdrukking der woede en het vreeselijk gebaar van afschuw tegenover Koningin elisabeth voor onnatuurlijk. Maar dan verklare men toch ook de gansche scène tusschen maria en elisabeth, in tegenwoordigheid van het koninklijk gevolg, voor even onnatuurlijk.
Op denzelfden avond zagen wij adelaide ristori in een klein blijspel: “I gelosi fortunati.” Zij overtrof alles, wat wij ons van veelzijdigheid in de kunst hadden verbeeld, en wij deelen in de verbazing harer landgenooten, hoe deze dartelende luim en rustelooze vlugheid in het comische genre zich vereenigen konden met de hoogste tragische verheffing.’ |
|